In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 15 februari 2022, is de situatie van een man en vrouw die de ouders zijn van twee minderjarigen aan de orde. De man heeft zijn deelname aan het hulpverleningstraject 'Kinderen uit de Knel' beëindigd, wat door de rechtbank als niet passend wordt beschouwd. De rechtbank veronderstelt dat de man door zijn advocaat is gewezen op de Gedragscode voor advocaten in het Personen- en Familierecht, die aangeeft dat beëindigen van deelname aan het traject niet wenselijk is. De vrouw heeft verweer gevoerd tegen de beëindiging van het traject en heeft aangegeven dat de man zich negatief over haar uitlaat in het bijzijn van de kinderen.
De rechtbank heeft de voorlopige zorgregeling, die eerder was vastgesteld, als uitgangspunt genomen voor de definitieve zorgregeling. De man verzoekt om een zorgregeling waarbij de kinderen om de veertien dagen bij hem verblijven, terwijl de vrouw een andere regeling voorstelt. De rechtbank heeft besloten dat de vrouw's voorstel leidend is, omdat de man de mogelijkheid heeft ontnomen om op constructieve wijze uit het conflict te komen. De rechtbank heeft bepaald dat de minderjarigen bij de man verblijven om de veertien dagen van vrijdag tot zondag, en dat er contact is via video-bellen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.