ECLI:NL:RBROT:2022:1852

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 februari 2022
Publicatiedatum
14 maart 2022
Zaaknummer
C/10/632739 / KG ZA 22-86
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • C. Sikkel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van een woning in de Tweebosbuurt te Rotterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 februari 2022 een vonnis gewezen in een kort geding tussen de stichting STICHTING VESTIA als eiseres en een niet verschenen gedaagde. De procedure is gestart met een dagvaarding op 2 februari 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 23 februari 2022. De gedaagde was wel aanwezig in het gerechtsgebouw, maar heeft ervoor gekozen om niet te verschijnen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde op de hoogte was van de inhoud van de dagvaarding.

De voorzieningenrechter heeft het gevorderde niet onrechtmatig of ongegrond geacht en heeft de vordering toegewezen. Tijdens de zitting is gebleken dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de beëindiging van de huurovereenkomst per 1 maart 2022 en de ontruiming van de woning uiterlijk op 4 maart 2022. Eiseres heeft toegezegd het verstekvonnis niet ten uitvoer te leggen, mits gedaagde zich aan de gemaakte afspraken houdt.

Gedaagde is als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 1.459,43. De voorzieningenrechter heeft ook de veroordeling in de nakosten toegewezen, voor zover deze kosten op dat moment reeds konden worden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. C. Sikkel in het openbaar.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/632739 KG ZA 22-86
Vonnis in kort geding van 24 februari 2022
in de zaak van
de stichting
STICHTING VESTIA,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. R. Benneker te Rotterdam,
tegen
[naam gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
niet verschenen.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 februari 2022 met producties 1 tot en met 27b
  • de mondelinge behandeling gehouden op 23 februari 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek wordt verleend. Gebleken is bovendien dat gedaagde voor aanvang van de zitting in het gerechtsgebouw aanwezig was, maar bewust niet is verschenen gelet op de regeling die partijen hebben getroffen waarover nader onder 2.2. Aangenomen wordt dat gedaagde van de inhoud van de kort geding dagvaarding op de hoogte was en is.
2.2.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt toegewezen. Ter zitting is gebleken dat partijen voor de zitting mondeling overeenstemming hebben bereikt over de beëindiging van de huurovereenkomst per 1 maart 2022 en de ontruiming van het gehuurde uiterlijk op 4 maart 2022. Eiseres heeft toegezegd dat zij dit verstekvonnis, inclusief de proces- en nakostenveroordeling, niet ten uitvoer zal leggen indien en voor zover gedaagde zich aan de getroffen regeling houdt.
2.3.
Gedaagde wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaardingskosten € 127,43
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat
656,00(liquidatietarief eenvoudig kort geding)
Totaal € 1.459,43
2.4.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten worden dan ook toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

3..De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde,
3.2.
veroordeelt gedaagde om de woning aan de [adres] uiterlijk op 4 maart 2022, onder afgifte van de sleutels, te ontruimen en te verlaten, met alle goederen en al die personen die van de zijde van gedaagde in die woning verblijven en deze woning ter vrije en algehele beschikking van eiseres te stellen,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.459,43,
3.4.
veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Sikkel en in het openbaar uitgesproken op
24 februari 2022.1734/1573