Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis van 2 juni 2021 (hierna: het tussenvonnis) alsmede de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de akte nadere bewijslevering van [bedrijf A] , met producties 14 tot en met 17;
- de antwoordakte van [bedrijf B] , met productie 2;
- de akte uitlating producties van [bedrijf A] .
2..De verdere beoordeling
in conventie
- de facturen die [bedrijf A] van haar melkleverancier Melkweg heeft ontvangen over de periode van 1 maart 2019 tot en met 3 augustus 2019 (prod. 14);
- een overzicht van de facturen van Melkweg aan [bedrijf A] van 2019 (prod. 15);
- een aangepast overzicht van de leveringen aan [bedrijf B] in 2019, afgezet tegen de opleveringen aan [bedrijf B] , waarbij tevens de betreffende factuur voor de betreffende levering is vermeld (prod. 16);
- een tabel waarin een verbinding wordt gemaakt tussen de informatie op de facturen en het overzicht van de leveringen aan [bedrijf B] en de opleveringen aan [bedrijf A] in 2019 (prod. 17).
€ 83.267,73 +
€ 625.000,00.