In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, is op 12 januari 2022 een vonnis uitgesproken in een incident. De eiser, [persoon A], heeft een dagvaardingsprocedure aangespannen tegen de gedaagde, [persoon B], met betrekking tot geschillen over het gebruik van een woning en de onderverdeling van appartementen. De eiser heeft tevens een verzoekschriftprocedure aanhangig gemaakt, waarin hij vernietiging van besluiten van de Vereniging van Eigenaars (VvE) vordert. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide procedures verknocht zijn en dat gezamenlijke behandeling en berechting van beide zaken noodzakelijk is om tegenstrijdige beslissingen te voorkomen. De rechtbank heeft daarom besloten de dagvaardingsprocedure te verwijzen naar de kantonrechter, waarbij de kantonrechter zal beslissen over de proceskosten in het incident. De partijen zijn geïnformeerd dat zij niet hoeven te verschijnen op de rolzitting van de kantonrechter, die gepland staat op 18 januari 2022. Tevens is hen meegedeeld dat het griffierecht zal worden verlaagd en dat teveel betaald griffierecht zal worden teruggestort. Het vonnis is uitgesproken door mr. B. van Velzen.