Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 27 juli 2021, met producties 1 tot en met 5;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 en 2;
- de oproepingsbrieven van 4 november 2021 en de zittingsagenda’s van 16 december 2021, beide voor de mondelinge behandeling op 20 januari 2022;
- het B8-formulier van 4 januari 2022 met productie 3 van [gedaagde] ;
- het B16-formulier van 7 januari 2022 met productie 6 van Solutions;
- het B16-formulier van 19 januari 2022 met productie 7 van Solutions;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 20 januari 2022;
- de ter mondelinge behandeling overgelegde spreekaantekeningen van mr. Velthuizen en mr. Helmstrijd.
2..De feiten
Partijen nemen het volgende in overweging [dat]:
de Schuldenaren");
1..Erkenning vorderingen, betalingsregeling en vaststellingsovereenkomst
2..Borgstelling
3..Borgstelling
de Borg".
3..Het geschil
4..De beoordeling
Ontbreken toestemming echtgenote [gedaagde]
erkent dat alle voornoemde vorderingen aan zijn gegaan in het normale beroep of bedrijf van de Schuldenaren’. Dat staat er inderdaad, maar dat is slechts een erkenning van het feit dat de
oorspronkelijkevorderingen van Solutions op de BV’s voortvloeien uit het normale beroep of bedrijf dat die BV’s uitoefen(d)en. Het zegt niets over de vraag of de vaststellingsovereenkomst die wordt aangegaan, is geschied ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van de BV’s. Dit argument slaagt dan ook niet.
normaleuitoefening van Immo en/of AVA is verricht en dat er sprake was van een uitzonderingsituatie zoals bedoeld in artikel 1:88 lid 5 BW. De toestemming van de echtgenote van [gedaagde] was voor het aangaan van de borgtocht dus vereist. De door de echtgenote van [gedaagde] ingeroepen vernietiging van de borgtocht op grond van artikel 1:89 BW is dan ook rechtsgeldig.
- griffierecht € 952,00
- salaris advocaat