In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee ondernemingen in goederenvervoer, waarbij de eiser, h.o.d.n. [handelsnaam], een vordering heeft ingesteld tegen de gedaagde, Tankconnect B.V., wegens wanbetaling. De eiser heeft in opdracht van Tankconnect chemicaliën vervoerd en stelt dat Tankconnect in gebreke is gebleven met de betaling van de facturen. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, waarbij onder andere een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Tijdens deze behandeling is vastgesteld dat er een lekkage is geconstateerd op het voertuig van de eiser, wat heeft geleid tot extra kosten voor Tankconnect. De eiser heeft gevorderd dat Tankconnect wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 8.765,74, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Tankconnect heeft op haar beurt een eis in reconventie ingesteld, waarbij zij de eiser aansprakelijk stelt voor de kosten die zijn gemaakt als gevolg van de lekkage, en vordert een bedrag van € 5.465,91. De kantonrechter heeft de vorderingen in conventie en reconventie gezamenlijk behandeld. De rechter heeft geoordeeld dat de aansprakelijkheid voor de lekkage niet bij de eiser ligt, omdat de verplichtingen van de vuller volgens de ADR niet zijn nageleefd. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser toegewezen en de reconventionele vordering van Tankconnect afgewezen. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van de eiser toegewezen.