Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
2..De standpunten
3..De beoordeling
4..De beslissing
- stelt aan tot curator:
- geeft last aan de curator tot het openen van aan gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 maart 2022 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares. De bewindvoerder had verzocht om deze beëindiging, omdat de schuldenares haar verplichtingen niet was nagekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares de inspanningsplicht, informatieplicht en de plicht om geen nieuwe schulden te maken niet heeft nageleefd. De schuldenares heeft gedurende de maanden maart tot en met juni 2021 geen sollicitatiebewijzen overgelegd en heeft haar dienstbetrekking bij Maasstad Vervoerservice opgezegd zonder dit met haar bewindvoerder te overleggen. De rechtbank oordeelt dat de schuldenares toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en dat zij onvoldoende saneringsbereidheid heeft getoond. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder c, van de Faillissementswet. Tevens is er een faillissement van rechtswege vastgesteld, en zijn er maatregelen getroffen voor de benoeming van een curator en een rechter-commissaris. De uitspraak is openbaar uitgesproken en biedt de schuldenares de mogelijkheid om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen.