Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Sociale Zaken IJsselgemeenten (hierna: schuldhulpverlening);
- mevrouw M. van der Zalm, werkzaam bij Stedam Bewind B.V. (hierna: beschermingsbewindvoerder).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling door verzoekster, mevrouw [persoon A]. Verzoekster heeft eenendertig schuldeisers, waaronder één preferente en dertig concurrente schuldeisers, met een totale schuldenlast van € 57.224,65. Verzoekster heeft een schuldregeling aangeboden, waarbij zij 7,08% aan de preferente en 3,54% aan de concurrente schuldeisers heeft aangeboden, gebaseerd op een eerdere schuldenlast van € 47.621,00. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenlast is toegenomen, maar dat verzoekster, met hulp van schuldhulpverlening en een beschermingsbewindvoerder, in staat is om het aangeboden percentage te handhaven.
Capabel Onderwijsgroep B.V., een van de schuldeisers, heeft geweigerd in te stemmen met de aangeboden regeling en heeft betoogd dat verzoekster niet het maximaal haalbare heeft aangeboden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de belangen van verzoekster en de dertig schuldeisers die wel instemden met de regeling zwaarder wegen dan die van Capabel. De rechtbank heeft vastgesteld dat het voorstel goed gedocumenteerd is en dat er aan alle waarborgen is voldaan om ervoor te zorgen dat verzoekster het maximale aan haar schuldeisers zal afdragen.
De rechtbank heeft het verzoek om Capabel te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en Capabel veroordeeld in de kosten van de procedure. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de gedwongen schuldregeling een gunstiger resultaat voor de schuldeisers zal opleveren. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.