Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Woonbron en een gedaagde huurder. De Stichting Woonbron vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand. De huurovereenkomst betrof een woning aan een specifiek adres, waar de huurprijs € 639,22 per maand bedraagt. De gedaagde had een huurachterstand opgebouwd van € 3.727,04 tot en met november 2021, en ondanks aanmaningen was de gedaagde in gebreke gebleven met de betaling van de huur. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 januari 2022 erkende de gedaagde de huurachterstand, maar stelde voor een betalingsregeling te treffen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde, ondanks haar financiële omstandigheden, niet ontslagen kon worden van haar betalingsverplichtingen. De vordering van Woonbron werd grotendeels toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter ontbond de huurovereenkomst en veroordeelde de gedaagde tot ontruiming van het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. Tevens werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.