ECLI:NL:RBROT:2022:1957

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 februari 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
9542905 CV EXPL 21-37577
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van gefixeerde schadevergoeding wegens onrechtmatige afname van gas zonder overeenkomst

In deze zaak vorderde Stedin Netbeheer B.V. een gefixeerde schadevergoeding van € 75,- van de gedaagden, omdat zij geen contract voor de levering van gas hadden afgesloten, terwijl zij wel gas afnamen. De procedure begon met een dagvaarding op 9 november 2021, waarna verschillende processtukken zijn ingediend. De kantonrechter heeft op 18 februari 2022 uitspraak gedaan. Stedin stelde dat de gedaagden onrechtmatig handelden door gas af te nemen zonder een overeenkomst, wat in strijd is met artikel 6:162 BW. De gedaagden voerden aan dat zij niet op de hoogte waren van de verplichting om een gascontract af te sluiten, omdat hen was verteld dat dit niet nodig was. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden vanaf 17 augustus 2021 op de hoogte hadden kunnen zijn van hun verplichtingen en dat zij niet tijdig een contract voor gas hadden afgesloten. De vordering van Stedin werd toegewezen, met de bepaling dat de gedaagden € 75,- plus wettelijke rente moesten betalen. De kosten van het geding werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9542905 CV EXPL 21-37577
uitspraak: 18 februari 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Stedin Netbeheer B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso te Arnhem,
tegen

1..[gedaagde 1],

wonende te [woonplaats gedaagde 1],
2. [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats gedaagde 2],
gedaagden,
die procederen in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Stedin’ en ‘[gedaagden].

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
• de dagvaarding van 9 november 2021, met producties;
• de schriftelijke reactie van [gedaagden] met producties;
• de conclusie van repliek tevens houdende akte vermindering van eis, met een productie;
• de nadere schriftelijke reactie van [gedaagden] met producties.
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van het vonnis bepaald op vandaag.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
Stedin draagt als netbeheerder zorg voor het transport van elektriciteit en gas.
2.2
[gedaagden] wonen op het adres [adres]. In dit pand bevinden zich een elektriciteits- en een gasaansluiting waarvoor een aansluit- en transportovereenkomst is gesloten met Stedin.
2.3
Op 20 maart 2020 heeft Stedin geconstateerd dat [gedaagden] op dat moment geen overeenkomst met een leverancier hadden voor de levering van elektriciteit en gas, terwijl [gedaagden] feitelijk wel elektriciteit en gas konden afnemen.
2.4
[gedaagden] heeft een overeenkomst met Greenchoice gesloten voor de levering van elektriciteit per 18 augustus 2021.
2.5
In een e-mailbericht van [gedaagden] van 9 november 2021 gericht aan de gemachtigde van Stedin (hierna: Inkassier) is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…) Onterecht ontvingen wij een dagvaarding. Voor het niet afsluiten van een contract voor stroom voorziening bij het adres [adres] dit is onjuist!
Er is wel een contract afgesloten en deze zal ik als bijlage toevoegen. (…)”
2.6
In een e-mailbericht van Inkassier van 12 november 2021 gericht aan [gedaagde 1] is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…) Het energiecontract geldt enkel voor de levering van electra en niet voor gas. Indien u de zitting wenst te voorkomen dient u zo spoedig mogelijk een contract af te sluiten voor de levering van gas, waarvan de levering voor 23 november aanstaande in gaat. Tevens dient voor dezelfde datum het openstaande bedrag voldaan te worden. (…)”
2.7
In een e-mailbericht van [gedaagden] van 12 november 2021 gericht aan Inkassier is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…) Op dinsdag 17 augustus heb ik me laten informeren door de VVE over het aansluiten van een gas contract. Na mijn bericht aan de VVE heb ik ook telefonisch contact opgenomen met STEDIN waarin mij hetzelfde werd verteld.
Er wordt geen gas verbruikt, tevens worden stookkosten etc. Doorbelast door de VVE. Zie in de bijlage screenshot van gesprek.
Nu begrijp ik dat er iets misgaat bij STEDIN en dat deze onnodig gemaakte kosten op mij en mijn huisgenoot worden verhaald. Wat zeer onterecht is en zeker oneerlijk!
Daarnaast heb ik uw stukken nogmaals bekeken, en zie ik in uw stukken dat er volgens jullie een aantal brieven zijn verstuurd
Die wij nooit hebben mogen ontvangen graag wil ik bewijs van verzending zien van de laatste belangrijke brieven die dit had kunnen voorkomen! (…)”
2.8
In een e-mailbericht van Inkassier van 16 november 2021 gericht aan [gedaagde 1] is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…) De stookkosten worden inderdaad geregeld via de VVE, echter betreft dit een gasmeter voor kookgas. Dit is een onbemeten gasmeter die een bewoner op naam moet nemen omdat het kookgas betreft.
In dit geval dient er wel een aanmelding voor gedaan te worden bij een leverancier. (…)”
2.9
[gedaagden] hebben een overeenkomst met Greenchoice gesloten voor de levering van gas per 24 november 2021.

3..Het geschil

3.1
Stedin vordert – na vermindering van eis - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, dat [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, worden veroordeeld tot betaling aan Stedin van een schadevergoeding van € 75,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, en [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2
Stedin legt - zakelijk weergegeven en voor zover nu van belang - het volgende aan haar vordering ten grondslag.
[gedaagden] hebben tot 25 november 2021 geen leverancier gehad voor de op hun adres aanwezige gasaansluiting, terwijl zij wel gas hebben kunnen afnemen. Deze energie konden [gedaagden] onttrekken aan het gasnet dat in beheer is bij Stedin, hetgeen wettelijk niet is toegestaan. Op grond van artikel 6:162 BW zijn [gedaagden] daarom gehouden tot vergoeding van de door Stedin geleden schade als gevolg van het onrechtmatig handelen van [gedaagden] jegens Stedin. Deze schade wordt door Stedin gefixeerd op € 75,- en omvat de buitengerechtelijke kosten alsmede gederfde inkomsten in de vorm van netverlies en het niet kunnen incasseren van de aansluit- en transportvergoeding.
3.3
[gedaagden] zijn het niet eens met de vordering van Stedin. Zij voeren daartegen - zakelijk weergegeven en voor zover nu van belang – het volgende aan.
Op 17 augustus 2021 is er een monteur van Stedin bij [gedaagden] langs geweest met de mededeling dat er een energiecontract afgesloten moest worden. Naar aanleiding van dat gesprek hebben [gedaagden] direct een overeenkomst gesloten voor de levering van elektriciteit. Telefonisch is namens Stedin aan [gedaagden] medegedeeld dat er geen overeenkomst voor de levering van gas nodig was. [gedaagden] maken in hun woning immers gebruik van stadsverwarming en de stookkosten zijn inbegrepen in de door [gedaagden] te betalen VvE-bijdrage. Voor koken maken [gedaagden] gebruik van inductie. De door Stedin overgelegde brieven van 23 september en 2 november 2021 hebben [gedaagden] niet ontvangen. Pas door het uitbrengen van de dagvaarding zijn [gedaagden] erachter gekomen dat zij ofwel een overeenkomst voor de levering van gas moesten sluiten ofwel de gasaansluiting moesten laten verwijderen. Om verdere problemen te voorkomen hebben [gedaagden] uiteindelijk een overeenkomst met Greenchoice gesloten voor de levering van gas. Met de mogelijkheid tot het verwijderen van de gasaansluiting waren [gedaagden] eerder niet bekend. Aangezien de gasaansluiting door [gedaagden] blijkens de overgelegde meterstanden in het geheel niet is gebruikt, heeft Stedin geen schade geleden.

4..De beoordeling

4.1
Oorspronkelijk heeft Stedin – verkort weergegeven – gevorderd te bepalen dat zij gerechtigd is om werkzaamheden te verrichten tot afsluiting van de elektriciteits- en gasaansluitingen op het adres [adres] te Rotterdam, te bepalen dat [gedaagden] deze werkzaamheden dienen te gedogen, te bepalen dat Stedin gerechtigd is het pand tijdelijk en gedeeltelijk te ontruimen en te bepalen dat [gedaagden] de kosten daarvan ad € 197,10 exclusief BTW alsmede een schadevergoeding van 75,- (te vermeerderen met wettelijke rente) aan Stedin dienen te betalen, met veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten en de nakosten. Omdat tijdens de procedure gebleken is dat [gedaagden] inmiddels zowel een overeenkomst voor de levering van elektriciteit als voor de levering van gas hebben gesloten, heeft Stedin haar vordering verminderd. Thans vordert Stedin enkel de schadevergoeding van € 75,00 vermeerderd met de wettelijke rente, met de veroordeling van [gedaagden] in de kosten van het geding. Beoordeeld dient daarom te worden of [gedaagden] de door Stedin gevorderde schadevergoeding verschuldigd is.
4.2
Vaststaat dat [gedaagden] op 17 augustus 2021 tijdens een huisbezoek door een monteur van Stedin is geïnformeerd over de verplichting om ofwel een overeenkomst voor de levering van gas te sluiten ofwel de gasaansluiting te laten verwijderen. Het had op de weg van [gedaagden] gelegen om contact op te nemen met Stedin naar aanleiding van het daarmee tegenstrijdige bericht van de VvE dat het voorgaande niet noodzakelijk was, maar zij hebben geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij dat hebben gedaan. Gelet op het voorgaande hadden [gedaagden] dus in elk geval vanaf 17 augustus 2021 op de hoogte kunnen zijn van hun verplichting en daarom kan in het midden blijven of [gedaagden] de brieven van Stedin ontvangen heeft. Na het uitbrengen van de dagvaarding heeft Stedin [gedaagden] tot 23 november 2021 de tijd gegeven om alsnog een contract voor de levering van gas te sluiten, maar [gedaagden] heeft dat niet op tijd gedaan. Onder deze omstandigheden is [gedaagden] naar het oordeel van de kantonrechter de gefixeerde schadevergoeding van € 75,- aan Stedin verschuldigd, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding. Daarbij is niet relevant of er daadwerkelijk gas verbruikt is, omdat het om een gefixeerd bedrag gaat waarvan de hoogte niet onredelijk geacht wordt. Dit deel van de vordering wordt dan ook toegewezen.
4.3
Nu vaststaat dat [gedaagden] ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding nog geen overeenkomst voor de levering van gas had gesloten en de gasaansluiting op dat moment niet was afgesloten, kan niet worden geconcludeerd dat Stedin de onderhavige procedure nodeloos aanhangig heeft gemaakt. Anderzijds geldt dat Stedin bij dagvaarding ten onrechte heeft gesteld dat [gedaagden] geen overeenkomst hadden gesloten met betrekking tot de levering van elektriciteit. Uit de door [gedaagden] overgelegde stukken blijkt immers dat zij al met ingang van 18 augustus 2021 een overeenkomst met Greenchoice hebben gesloten voor de levering van elektriciteit. In zoverre kan gezegd worden dat beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld, zodat er aanleiding bestaat om de kosten van het geding te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De kantonrechter
:
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, aan Stedin te betalen een bedrag van € 75,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416