ECLI:NL:RBROT:2022:2000

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 maart 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
9494014 CV EXPL 21-34293
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst door coronamaatregelen en terugbetaling aan eiseres

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de besloten vennootschap Melody Congres-en Partycentre B.V. Eiseres had een overeenkomst gesloten met Melody voor de (ver)huur van een zaal voor een huwelijksfeest op 14, 15 en 22 mei 2021. Door de coronamaatregelen was het echter niet mogelijk om het evenement zoals gepland te laten doorgaan. Eiseres heeft de overeenkomst ontbonden en vorderde terugbetaling van de aanbetaling van € 2.250,-, alsook buitengerechtelijke incassokosten van € 399,30.

De kantonrechter oordeelde dat Melody tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst, aangezien het evenement niet kon plaatsvinden zoals overeengekomen. De rechter stelde vast dat de ontbinding van de overeenkomst door eiseres gerechtvaardigd was, en dat Melody gehouden was om de aanbetaling terug te betalen. De kantonrechter wees de vordering van eiseres tot terugbetaling van € 2.250,- toe, evenals de wettelijke rente vanaf 25 juni 2021. Daarnaast werden de buitengerechtelijke incassokosten van € 399,30 toegewezen.

Melody werd veroordeeld in de proceskosten, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechter wees af het meer of anders gevorderde, omdat de vordering tot terugbetaling al was toegewezen. Dit vonnis benadrukt de gevolgen van de coronamaatregelen voor contractuele verplichtingen en de rechten van partijen bij ontbinding van overeenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9494014 CV EXPL 21-34293
uitspraak: 18 maart 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats eiseres],
eiseres,
gemachtigde: mr. L. Rietbergen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Melody Congres-en Partycentre B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
rechtsgeldig vertegenwoordigd door F. Simsek.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘[eiseres]’ en ‘Melody’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 12 oktober 2021 met producties;
het mondelinge antwoord;
de schriftelijke conclusie van antwoord met een productie;
het tussenvonnis van 13 december 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
de aanvullende productie van [eiseres];
de aantekening dat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 3 februari 2022.
Het vonnis is nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

2.1
[eiseres] en Melody sloten op 8 oktober 2019 een overeenkomst tot (ver)huur van een zaal op 14, 15 en 22 mei 2021 voor 400 tot 500 gasten in het partycentrum van Melody, waarbij tevens de decoratie, beveiliging en de schoonmaak van het toilet door Melody zou worden verzorgd. Het eten zou worden verzorgd door [eiseres] (hierna: het evenement).
2.2
Partijen zijn voor het evenement een bedrag overeengekomen van € 14.500,-. [eiseres] heeft daarvan een bedrag van € 2.250,- aan Melody betaald, waaronder begrepen een waarborgsom van € 1.000,-.
2.3
In Nederland waren op 14, 15 en 22 mei 2021 door de overheid beperkende maatregelen afgekondigd waardoor er slechts een huwelijksceremonie voor maximaal 30 gasten kon worden gehouden, waarbij eten en drinken niet mogelijk was.
2.4
Tussen [naam] (statutair directeur van Melody) en [eiseres] heeft op 1 mei 2021 een telefoongesprek plaatsgevonden. [naam] gaf aan dat het evenement niet kon plaatsvinden op de geboekte data in de geboekte vorm en vroeg [eiseres] een e-mail te sturen aan Melody waarin zij de boeking afzegt.
2.5
[eiseres] heeft op 2 mei 2021 een e-mail gestuurd aan Melody. Daarin staat - voor zover van belang - het volgende:
“Gister heb ik telefonisch contact met u gehad en begreep ik van u dat het niet mogelijk is om een feestje te kunnen vieren in uw feestzaal. Voor 14, 15 en 22 mei 2021 heb een reservering staan bij u. Door alle beperkingen is het helaas niet mogelijk om het huwelijks feest bij u in de zaal te vieren. U gaf aan om u te mailen om de reservering af te zeggen. Ik heb wat betalingen aan u gedaan, graag hoor ik van u op welke termijn in het geld terug kan krijgen.”
2.6
Namens Melody is op 10 mei 2021 per email - voor zover van belang - als volgt gereageerd:
“Allereerst vinden wij het erg spijtig dat uw evenement niet plaats kan nemen zoals u het voorgesteld had. Wij vinden het erg jammer om te vernemen dat u uw evenement annuleert. Wel moeten wij vermelden dat alhoewel het evenement niet plaats kan vinden zoals u dat voor ogen had, huwelijksvoltrekking met inachtneming van overheidsbeleid wel toegestaan zijn. Om deze reden zullen wij uw borg dan ook innen. Aanbetalingen worden gedaan in de vorm van een waarborgsom die garant staan voor eventuele annuleringen, dit is wettelijk toegestaan. Indien u ervoor kiest om uw evenement niet te houden verliest u uw recht op de borgsom.”
2.7
De gemachtigde van [eiseres] heeft bij brief van 10 juni 2021 Melody verzocht om de reeds (aan)betaalde bedragen terug te betalen aan [eiseres].
2.8
Melody heeft aangegeven dat er geen reden is voor terugbetaling van de bedragen en dat zij hiertoe niet zal overgaan.

3..Het geschil

3.1
[eiseres] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
  • i) te verklaren voor recht dat de overeenkomst op 10 juni 2021 buitengerechtelijk is ontbonden dan wel deze te ontbinden;
  • ii) Melody te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van € 2.250,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2021, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
  • iii) Melody te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van € 399,30 aan buitengerechtelijke incassokosten;
  • iv) Melody te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van de kosten van deze procedure en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2
[eiseres] legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Partijen hebben met betrekking tot het evenement een overeenkomst gesloten. Melody is deze overeenkomst niet nagekomen. Zij heeft de zaal niet op de afgesproken data ter beschikking gesteld voor het overeengekomen aantal personen en er kon in de zaal niet worden gegeten. Melody is daardoor tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. [eiseres] heeft de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Het gevolg van de ontbinding is dat de wederzijdse prestaties ongedaan moeten worden gemaakt. Dat betekent dat Melody gehouden is om de aanbetaalde bedragen van in totaal € 2.250,- aan [eiseres] terug te betalen. Daarnaast is Melody buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
3.3
Melody voert verweer. Daarop zal hierna - voor zover van belang - worden ingegaan.

4..De beoordeling

4.1
De overeenkomst tussen partijen is een combinatie van (ver)huur van de zaal en door Melody uit te voeren diensten en geldt als een overeenkomst van opdracht in de zin van artikel 7:400 BW.
4.2
Melody stelt zich op het standpunt dat [eiseres] de overeenkomst heeft geannuleerd en [eiseres], gelet op de algemene voorwaarden, annuleringskosten verschuldigd is. Melody erkent echter dat [eiseres] pas tot annulering overging, nadat zij van Melody had vernomen dat het evenement in de afgesproken vorm geen doorgang kon vinden. De beëindiging van de overeenkomst door [eiseres] per email van 2 mei 2021 kan dan ook niet worden opgevat als een annulering zoals bedoeld in de algemene voorwaarden, maar dient te worden beschouwd als een buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst (volgens artikel 6:265 BW).
4.3
Op grond van artikel 6:265 BW geeft iedere tekortkoming van een partij de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis deze ontbinding niet rechtvaardigt.
4.4
Vast staat dat Melody door de maatregelen niet in staat was de overeenkomst na te komen. Toch vindt zij dat er geen grond was voor ontbinding van de overeenkomst, omdat - naar de kantonrechter begrijpt - de bruiloft door had kunnen gaan met minder gasten en zonder diner of op andere data. De kantonrechter volgt Melody niet in dit standpunt. [eiseres] heeft onweersproken gesteld dat een feest zonder diner of verplaatsing van het evenement, onder meer vanwege religieuze overwegingen, geen optie voor haar was. Het kon gelet op hetgeen was afgesproken niet van [eiseres] worden gevergd dat zij genoegen zou nemen met een bruiloft voor maximaal 30 gasten zonder consumpties. Evenmin kon van haar worden verwacht dat zij het evenement zou verplaatsen naar andere data. Op de mondelinge behandeling heeft [eiseres] uitgelegd dat het huwelijk op de geplande data door moest gaan onder andere omdat zij anders niet kon gaan samenwonen. Dat al geruime tijd voor de afgesproken data de verwachting was dat het evenement niet door kon gaan volgens de gemaakte afspraken is daarom niet relevant.
4.5
Dat het Melody niet verweten kan worden dat de overeenkomst niet kon worden nagekomen, maakt nog niet dat de overeenkomst niet ontbonden kon worden. Voor ontbinding van de overeenkomst is namelijk niet vereist dat de tekortkoming aan Melody kan worden toegerekend.
4.6
[eiseres] mocht de overeenkomst gelet op het voorgaande buitengerechtelijk ontbinden. Het gevolg van de ontbinding is dat de wederzijdse prestaties ongedaan moeten worden gemaakt. Dat betekent dat Melody gehouden is om de aanbetaalde bedragen aan [eiseres] terug te betalen. Uit artikel 7:406 en 7:411 BW volgt dat indien de overeenkomst eindigt voordat de opdracht is volbracht, de opdrachtnemer recht heeft op de aan de opdracht verbonden onkosten en een naar redelijkheid vast te stellen loon. Niet is gesteld of gebleken dat Melody dergelijke kosten heeft gemaakt. De schade die Melody stelt te hebben geleden als gevolg van het niet door kunnen gaan van het evenement, bestaande uit gederfde winst, kan niet als loon of onkosten worden aangemerkt.
4.7
Gelet op al het voorgaande wordt de vordering tot betaling van € 2.250,- toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag wordt - als onbetwist door Melody en gegrond op de wet - eveneens toegewezen vanaf 25 juni 2021.
4.8
De door [eiseres] gevorderde verklaring voor recht wordt afgewezen. [eiseres] heeft daar geen belang bij, omdat haar vordering tot terugbetaling van € 2.250,- wordt toegewezen.
4.9
[eiseres] maakt aanspraak op een vergoeding voor de buitengerechtelijke incassokosten. Voldoende is gebleken dat aan de wettelijke vereisten is voldaan. Voor de hoogte van de toewijsbare buitengerechtelijke incassokosten zoekt de kantonrechter aansluiting bij het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. Op grond daarvan is het gevorderde bedrag van € 399,30 aan buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar.
4.1
Melody zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten en de nakosten worden veroordeeld.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
veroordeelt Melody aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 2.649,30, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over een bedrag van € 2.250,- vanaf 25 juni 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt Melody in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op € 240,- aan griffierecht, € 129,45 aan dagvaardingskosten en € 436,- aan salaris voor de gemachtigde;
en indien Melody niet binnen 14 dagen na vandaag vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, te vermeerderen met € 124,- aan salaris, en een bedrag van € 85,- aan betekeningskosten onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
47636