Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoeker;
- de heer [persoon A] en mevrouw [persoon B] , beiden werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening),
Rechtbank Rotterdam
Op 9 februari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een dwangakkoord heeft aangevraagd. Verzoeker, die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft en fulltime werkt, heeft op 29 december 2021 een verzoek ingediend om een schuldsaneringsregeling toe te passen, waarbij hij één schuldeiser, CMIS Nederland, heeft verzocht in te stemmen met een schuldregeling. CMIS weigerde echter mee te werken aan deze regeling, ondanks dat vijf van de zes concurrente schuldeisers wel akkoord gingen met het aanbod van verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van CMIS een aanzienlijk deel van de totale schuldenlast uitmaakt, maar dat de meerderheid van de schuldeisers instemt met de regeling. De rechtbank heeft ook overwogen dat het voorstel goed gedocumenteerd is en dat verzoeker aan zijn verplichtingen voldoet. De rechtbank oordeelde dat de belangen van verzoeker en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan die van CMIS, die in redelijkheid niet kon weigeren in te stemmen met de regeling. De rechtbank heeft CMIS dan ook bevolen in te stemmen met de schuldregeling en CMIS veroordeeld in de kosten van de procedure. Het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is afgewezen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.