ECLI:NL:RBROT:2022:2046
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-aanvraag wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar WIA-aanvraag door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, werkzaam als fitnessbegeleider, had zich op 28 september 2018 ziekgemeld en verzocht om een WIA-uitkering. Het Uwv weigerde de aanvraag op basis van een arbeidsongeschiktheid van 23,25%, wat betekent dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat haar medische situatie niet correct was beoordeeld, met name haar angst- en depressieve klachten en PTSS.
De rechtbank heeft de medische rapporten van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen beoordeeld en geconcludeerd dat deze zorgvuldig tot stand zijn gekomen en voldoen aan de vereisten van zorgvuldigheid en begrijpelijkheid. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat eiseres niet meer dan 35% arbeidsongeschikt was, en dat de medische beperkingen adequaat waren vastgesteld. Eiseres had geen nieuwe medische gegevens overgelegd die de beoordeling van het Uwv konden weerleggen.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de WIA-aanvraag door het Uwv in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht, aangezien zij in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.