ECLI:NL:RBROT:2022:2083

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
21 maart 2022
Zaaknummer
C/10/633286 / FA RK 22-877
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in aansluiting op crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 februari 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychotische stoornis. De officier van justitie had op 8 februari 2022 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging in aansluiting op een eerder verleende crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 februari 2022 werd de betrokkene, die zonder bekende woon- of verblijfplaats was en verbleef in het Erasmus Medisch Centrum, gehoord samen met haar advocaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, en dat haar gedrag ernstig nadeel kan veroorzaken, waaronder risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang.

De rechtbank heeft de uitspraak van de klachtencommissie, die had geoordeeld dat het toedienen van medicatie niet meer proportioneel was, niet gevolgd. De rechtbank oordeelde dat de klachtencommissie haar bevoegdheden had overschreden en dat de beoordeling van verplichte zorg uitsluitend aan de rechter is voorbehouden. De rechtbank heeft vervolgens de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid van de betrokkene. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van 180 dagen, ingaande op de datum van de beschikking.

De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De machtiging is verleend met het doel om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De beschikking is mondeling gegeven door rechter W.H.J. Stemker Köster en schriftelijk uitgewerkt op 28 februari 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/633286 / FA RK 22-877
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 23 februari 2022 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteland] ,
hierna: betrokkene,
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
verblijvende te Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam,
advocaat mr. J.K. Gaasbeek te Haarlem
.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 8 februari 2022.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 27 januari 2022;
  • de zorgkaart van 1 februari 2022;
  • het zorgplan van 25 januari 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • het verzoek van de geneesheer-directeur tot het opstellen van een medische verklaring als bedoeld in art. 5:7 tot en met 5:10 Wvggz, van 24 januari 2022;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • een afschrift van de machtiging van betrokkene tot het aanwijzen van haar vertegenwoordiger, van 26 januari 2022;
  • het bericht dat er van betrokkene geen relevante strafvorderlijke-, justitiële- en politiegegevens bekend zijn;
  • de beslissing van de klachtencommissie patiënten Parnassia Groep Regio Rijnmond van 21 februari 2022, ingekomen op 23 februari 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling is op 21 februari 2022 aangehouden. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 februari 2022. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam arts] , arts, verbonden aan Erasmus Medisch Centrum.
1.4.
De officier is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 18 januari 2022, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 8 februari 2022, is onderhavig verzoek ingediend.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis, mogelijk in het kader van een schizofreniforme stoornis of schizofrenie. Betrokkene betwist de gestelde diagnose. Zij zegt dat zij niet psychotisch is geweest. De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de inhoud van de medische verklaring en de toelichting van de arts tijdens de mondelinge behandeling.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige financiële schade, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is sinds 14 januari 2022 opgenomen in de accommodatie, vanwege tactiele wanen en paranoïde hallucinaties. Betrokkene heeft geprobeerd brand te stichten in de buurt van haar vagina omdat zij dacht dat daar een insect zat. Ook was zij erg achterdochtig richting haar familie. De afgelopen twee weken is gestart met een medicamenteuze behandeling. De medicatie heeft een goed effect op het toestandsbeeld van betrokkene en zij is gestabiliseerd. Momenteel krijgt betrokkene geen medicatie meer, omdat de behandelaars naar aanleiding van de beslissing van klachtencommissie dat het toedienen van medicatie niet meer proportioneel is om het ernstig nadeel af te wenden de verplichte medicatie hebben gestaakt. De medicatie wordt betrokkene nu vrijwillig aangeboden, maar zij weigert deze. De arts verklaart tijdens de mondelinge behandeling dat een medicamenteuze behandeling echter nog steeds geïndiceerd is. Voor verdere stabilisatie en om stabiel te blijven dient betrokkene langdurig medicatie te gebruiken. De kans is groot dat het nadeel dat zich eerder heeft voorgedaan, zonder het gebruik van medicatie, opnieuw zal voordoen. Betrokkene zal de komende maand nog verder geobserveerd worden. Er is een maatschappelijk werker ingeschakeld om betrokkene te helpen met het regelen van een verzekering en postadres. Betrokkene is ook bezig met het regelen van een woning. Zodra duidelijk is waar zij zal gaan wonen kan er ambulante zorg geregeld worden. Het is nog niet duidelijk of betrokkene in Nederland wil blijven om verder te studeren of dat zij terug zal keren naar Sint-Maarten.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft geen ziektebesef en er is mede daardoor geen bereidheid tot behandeling. Zij is het niet eens met de diagnose. Betrokkene is eerder gevlucht van Sint-Maarten naar Nederland om behandeling te ontlopen. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.6.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Tijdens de mondelinge behandeling verwijst de advocaat van betrokkene, met betrekking tot het toedienen van medicatie, naar de uitspraak van de klachtencommissie. Betrokkene heeft naar aanleiding van de beslissing tot voortzetting van de crisismaatregel van 18 januari 2022 een klacht ingediend bij de klachten commissie met betrekking tot de rechter in die beslissing vastgestelde vormen van verplichte zorg. Het standpunt van de klachtencommissie van 21 februari 2022 is dat het toedienen van medicatie niet meer proportioneel te achten is. De rechtbank zal het oordeel van de klachtencommissie niet volgen. De rechtbank overweegt als volgt. De beoordeling en het stellen van grenzen aan zorg onder dwang is op grond van de wet uitsluitend voorbehouden aan een rechter. De klachtencommissie is geen rechter. Bovendien is hoger beroep op grond van de Wvggz niet mogelijk. Een behandeling door de klachtencommissie van klachten ten aanzien van door de rechter opgelegde vormen van verplichte zorg komt feitelijk neer op een verkapt hoger beroep door een niet tot de rechterlijke macht behorende instelling. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de klachtencommissie in haar beslissing van 21 februari 2022 haar bevoegdheden ernstig overschreden. De rechtbank houdt de uitspraak van de klachtencommissie dan ook voor onrechtmatig en legt die beslissing naast zich neer. Ter zitting is aan de behandelaars medegedeeld dat het hen niet toegestaan is gevolg te geven aan de beslissing van de klachtencommissie en dat zij dienen te handelen conform de door de rechtbank vastgestelde vormen van verplichte zorg.
2.7.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het toelaten van ambulante behandeling;
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vorm van verplichte zorg, te weten, het insluiten, wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig is om het ernstig nadeel af te wenden.
2.8.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Namens betrokkene wordt bepleit dat de machtiging voor een zo kort mogelijke periode dient te worden afgegeven. De rechtbank ziet hier geen aanleiding voor. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van honderdtachtig(180) dagen met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat geen gevolg mag worden gegeven aan de beslissing van de klachtencommissie van 21 februari 2022 en dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.7. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 augustus 2022;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 23 februari 2022 mondeling gegeven door mr. W.H.J. Stemker Köster, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 28 februari 2022 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.