Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
10/132180-21
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest en oplegging van de maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht inhoudende een contactverbod met het slachtoffer en haar moeder.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Motivering straf
7..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 4 (vier) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 4.000,- (zegge: vierduizend euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer] te betalen
€ 4.000,-(hoofdsom,
zegge: vierduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 4.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;