Om de noodzakelijk geachte hulpverlening in en voort te zetten, om de ouders te ondersteunen en om de belangen van [naam kind 1] en [naam kind 2] te behartigen, acht de kinderrechter voortzetting van de betrokkenheid van een jeugdbeschermer, in het kader van de ondertoezichtstelling van belang. Er is daarmee voldaan aan het wettelijke criterium, genoemd in artikel 1:255 BW. De kinderrechter zal het verzoek van de GI om verlenging van de ondertoezichtstelling dan ook toewijzen voor de periode zoals is verzocht, te weten een jaar.
De komende periode is het van groot belang dat de behandeling van [naam kind 1] bij Yulius en van [naam kind 2] bij Youz van de grond komt en dat de schoolgang van de jongens sterk verbetert. Ter zitting is duidelijk geworden dat met de ouders (en [naam kind 1] en [naam kind 2] ) de afspraak is gemaakt dat de jongens niet mogen worden ziekgemeld van school, tenzij er sprake is van koorts (38,5 graden of hoger) en er direct dezelfde dag naar de huisarts wordt gegaan, waarbij er door de huisarts wordt geconstateerd dat naar school gaan niet mogelijk is vanwege ziekte. De kinderrechter verwacht dat de ouders en de kinderen zich hier de komende tijd strikt aan gaan houden.
Ten aanzien van de machtiging tot uithuisplaatsing overweegt de kinderrechter als volgt.
Ter zitting heeft de GI laten weten dat zij de ouders en [naam kind 1] en [naam kind 2] nog een allerlaatste kans geven om te voorkomen dat [naam kind 1] en [naam kind 2] uit huis moeten worden geplaatst. Hiervoor is het van groot belang dat de ouders in de komende tien weken hun medewerking verlenen aan het MST-traject en dat er geen sprake meer is van schoolverzuim van [naam kind 1] en [naam kind 2] , tenzij er is voldaan aan de voorwaarden voor ziekmelden zoals tussen de GI en de ouders is afgesproken en ter zitting door de GI nogmaals is benadrukt. Indien het MST-traject na tien weken onvoldoende van de grond is gekomen dan wel negatief is afgerond en er geen sprake is van een verbetering in de situatie, dan acht de GI een uithuisplaatsing van [naam kind 1] en [naam kind 2] onvermijdelijk. Om ervoor te zorgen dat [naam kind 1] en [naam kind 2] in dat geval zo spoedig mogelijk in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder terecht kunnen, is de GI voornemens (voor de zekerheid) [naam kind 1] alvast bij Prokino en [naam kind 2] alvast bij Auriga aan te melden. Desgevraagd stemmen de ouders ter zitting in om hiervoor hun handtekening te zetten.
Gelet op het feit dat alle betrokkenen instemmen met bovenstaand voorstel van de GI en de bijzondere curator ter zitting heeft benadrukt dat het in het belang van [naam kind 1] en [naam kind 2] is, zal de kinderrechter het verzoek van de GI tot machtiging tot uithuisplaatsing aanhouden tot hierna te noemen zittingsdatum.
De komende periode is het van cruciaal belang dat de ouders (en [naam kind 1] en [naam kind 2] ) hun medewerking verlenen aan en zich goed inzetten voor het MST-traject, opdat een uithuisplaatsing van [naam kind 1] en [naam kind 2] kan worden voorkomen.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter het verzoek van de GI om een machtiging tot uithuisplaatsing aanhouden tot de hierna te noemen zittingsdatum.
De kinderrechter verzoekt de GI om een week vóór de hierna vermelde zittingsdatum een briefrapportage (met afschrift aan de belanghebbenden) over te leggen met daarin de stand van zaken en aan te geven of het verzoek om een machtiging tot uithuisplaatsing wordt gehandhaafd.
Ten aanzien van de (her)benoeming van de bijzondere curator:
Ingevolge artikel 1:250 BW kan de kinderrechter, wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige, dan wel diens vermogen, de belangen van de met het gezag belaste ouder of één van hen, dan wel de voogd, in strijd zijn met die van de minderjarige, ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, daarbij in het bijzonder de aard van deze belangenstrijd in aanmerking genomen
De bijzondere curator is al langere tijd betrokken bij de jongens en kent hun situatie goed. Hij zoekt actief mee naar een oplossing voor de bestaande problemen. Nu nog steeds een uithuisplaatsing van de jongens dreigt, is (her)benoeming van de bijzondere curator in het belang van de jongens. De kinderrechter zal de benoeming van de bijzondere curator verlengen met een periode van zes maanden, te weten tot 6 september 2023.
Ten aanzien van zaaknummers C/10/610819, C/10/610878 en C/10/627778:
Aangezien de GI een nieuw verzoek om een machtiging uithuisplaatsing heeft ingediend (ingeschreven onder zaaknummer C/10/631181), zal de kinderrechter de eerdere (aangehouden) verzoeken van de GI (ingeschreven onder de zaaknummers C/10/610819, C/10/610878 en C/10/627778) afwijzen wegens gebrek aan verder belang van de GI bij een beslissing op deze verzoeken.