2.5.Op 4 september 2020 heeft [persoon A] namens [eiseres] de schade aan de waterleiding ter hoogte van Schiedamseweg [huisnummer A] / [huisnummer B] opgenomen. De schadeopnemer heeft haar bevindingen in een notitie, gedateerd 15 juli 2021, opgenomen, waarvan de inhoud - voor zover thans relevant - als volgt luidt:
“(…) Het schadebeeld van de tweede schade is door mij vastgelegd op 04-09-2020. Van de
eerste schade is geen fotomateriaal van het schadebeeld beschikbaar, maar het vertoont op
basis van bovenstaande beschrijving grote gelijkenis; beide lekkages zijn veroorzaakt door
een scheur in de lengterichting van de waterleiding.
Deze foto - ontvangen van de adviseur van [gedaagde] - laat zien dat voor de aanleg van de
glasvezelkabel een sleuf is gegraven tot direct boven de waterleiding. Vervolgens is - bij de
uitvoering van de werkzaamheden - in de sleuf gestaan.
Op bureau is vervolgonderzoek gedaan naar de ligging van nieuw aangelegde
glasvezelverbinding van Eurofiber ten opzichte van de distributieleiding van [eiseres] . Daaruit volgt dat - in ieder geval ter hoogte van de beide schadelocaties (nrs. [huisnummer A] en [huisnummer B] ) - Eurofiber glasvezel direct boven de distributieleiding van [eiseres] is aangelegd.
Uit het nadere onderzoek (op basis van KLIC-meldingen) volgt dat [gedaagde]
in samenwerking met haar onderaannemer [naam bedrijf 2] op deze locatie glasvezel heeft
aangelegd ten behoeve van Eurober. [naam bedrijf 2] blijkt na onderzoek de partij te zijn waarmee
gesproken is tijdens de schadeopname. [gedaagde] is als hoofdaannemer aangesproken. Bij de
schadeopname is ook geconstateerd dat het om een Eurofiber glasvezelkabel gaat.
conclusie uit het schadebeeld en de storingsanalyse
De conclusie op basis van het voorgaande is dat [naam bedrijf 2] in het kader van de aanleg van
glasvezel alleen een sleuf heeft gegraven ten behoeve van de aanleg, zonder voorafgaand
de daar direct onder gelegen waterleiding van [eiseres] te lokaliseren. Door de drukbelasting
die bij het werk is uitgeoefend op de waterleiding door zonder beschermingsmaatregelen in
de sleuf te werken, is de schade (op beide dagen, ter hoogte van de huisnummers [huisnummer A] en
[huisnummer B] ) ontstaan. De PVC waterleiding kan namelijk zonder beschermingsmaatregelen geen
drukbelastingen aan en scheurt dan open, zoals hier in beide gevallen is gebeurd.
[naam bedrijf 2] zal in eerste instantie niet door hebben gehad dat zij de waterleiding had beschadigd.
Op basis van het water dat uit het trottoir kwam, zal men vermoedelijk zelf wel hebben
onderzocht wat er aan de hand was (vandaar de pilonnen), maar zij heeft nagelaten de
schade aan [eiseres] te melden, zoals de WIBON voorschrijft. (…)”