ECLI:NL:RBROT:2022:2325

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 maart 2022
Publicatiedatum
29 maart 2022
Zaaknummer
10/328408-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op noodweer slaagt, verdachte mocht zijn vrouw verdedigen – mishandeling > vrijspraak. Veroordeling voor beschadiging van een deur > GB € 300,-

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 29 maart 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van zware mishandeling en het opzettelijk beschadigen van de voordeur van zijn buurman. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich op 4 december 2021 in een situatie bevond waarin hij zijn vrouw moest verdedigen tegen een agressieve buurman. De verdachte had een tapasmes in zijn hand en ging naar de voordeur toen hij hoorde dat zijn vrouw werd bedreigd. Tijdens een worsteling met de buurman, waarbij de verdachte op de grond belandde, heeft hij de buurman met het mesje verwond. De rechtbank oordeelde dat de verdachte handelde uit noodzakelijke verdediging en sprak hem vrij van de zware mishandeling. Wel werd hij veroordeeld voor het opzettelijk beschadigen van de voordeur, waarvoor een geldboete van € 300,- werd opgelegd. De benadeelde partij, de buurman, had een schadevergoeding geëist, maar deze vordering werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte voor het onder 1 ten laste gelegde feit werd vrijgesproken. De rechtbank heeft de zaak behandeld in tegenspraak en de uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/328408-21
Datum uitspraak: 29 maart 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
wonende aan de [adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 15 maart 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S.B. Epozdemir heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 41 dagen met aftrek van voorarrest en een taakstraf voor de duur van 100 uren subsidiair 50 dagen vervangende hechtenis.

4..Vrijspraak feit 1

4.1.
feit 1 primair
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de onder
1 primair ten laste gelegde zware mishandeling niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken. Met name kan niet worden bewezen dat het letsel dat de in de tenlastelegging genoemde [naam slachtoffer] heeft opgelopen zwaar lichamelijk letsel is in de zin van artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht.
4.2.
feit 1 subsidiair
Ook de onder 1 subsidiair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling kan, anders dan waartoe de officier van justitie heeft gerekwireerd, niet worden bewezen omdat onvoldoende bewijs voorhanden is dat het tenlastegelegde handelen van de verdachte, er kort gezegd op neerkomende dat hij [naam slachtoffer] met een mes heeft gesneden, gestoken of geslagen en [naam slachtoffer] in het gezicht heeft gestompt, had kunnen leiden tot zwaar letsel bij [naam slachtoffer] . Daarbij is met name gelet op de grootte en het type mes dat door de verdachte is gebruikt, te weten een tapasmesje met een totale lengte van ongeveer 10 cm.
4.3.
feit 1 meer subsidiair
Bewezen kan worden dat de verdachte [naam slachtoffer] met een tapasmes meermalen heeft gesneden, gestoken of geslagen en in het gezicht heeft gestompt. [naam slachtoffer] heeft hierdoor letsel opgelopen.
Aangevoerd is dat de verdachte daarbij heeft gehandeld ter noodzakelijke verdediging en hem daarom een beroep op noodweer toekomt.
In dit verband wordt het volgende als vaststaand aangenomen:
Al jarenlang is sprake van een burenconflict over geluidsoverlast tussen de verdachte en [naam slachtoffer] . Aannemelijk is dat de verdachte zich meerdere keren tot officiële instanties heeft gewend, zoals de politie en de gemeente, om te komen tot een vreedzame beëindiging van dit conflict met [naam slachtoffer] .
Op de dag van het onderhavige incident, 4 december 2021,was de verdachte in de woonkamer van zijn woning aan het opruimen. Zijn vrouw liet bezoek uit. De verdachte hoorde dat zijn vrouw bij de voordeur van hun eigen huis grof werd bejegend en bedreigd door zijn buurman, [naam slachtoffer] . De verdachte had tijdens het opruimen van de woonkamer het eerdergenoemde tapasmesje opgepakt. Hij is met het mesje nog in zijn hand naar de voordeur gegaan om zich bij zijn vrouw te voegen.
Aangekomen bij zijn eigen voordeur zag de verdachte zijn vrouw in de opening staan. Ook zag en hoorde hij dat de buurman verbaal agressief was tegen zijn vrouw en zich op korte afstand van haar bevond. De verdachte heeft daarop de buurman een duw gegeven om hem te verwijderen van zijn vrouw en van zijn voordeur.
Tijdens de duw van de verdachte hield de buurman de linkerarm van de verdachte vast en trok de verdachte mee naar de grond. De arm van de verdachte is toen uit de kom geschoten. De verdachte en de buurman lagen toen beiden op de grond. De verdachte heeft verklaard dat hij angst en paniek had toen hij samen met de buurman op de grond lag en dat hij op dat moment om zich heen is gaan zwaaien. Het mesje had hij nog in zijn hand. Zowel de buurman als de verdachte gaven elkaar toen zij op de grond lagen stompen. Hierbij heeft de verdachte de buurman met het mesje geraakt in het lichaam en hem vuistslagen in het gezicht gegeven. De buurman heeft hierdoor oppervlakkige steekwonden en een afgebroken tand opgelopen.
De rechtbank acht op basis van het voorstaande aannemelijk dat sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding, waarbij de verdachte zijn vrouw mocht verdedigen. Dat deed hij door de buurman een duw te geven. In een tijdsbestek van slechts enkele seconden daarna zijn de verdachte en zijn buurman op de grond beland en in een worsteling geraakt. Van de verdachte kon onder die omstandigheden niet verwacht worden dat hij zich van het tapasmesje zou ontdoen. Ook het letsel aan de tand is het gevolg van deze worsteling.
Hoewel de gevolgen voor de buurman ernstig zijn, zijn de gedragingen van de verdachte naar het oordeel van de rechtbank binnen de grenzen van een noodzakelijke verdediging gebleven waardoor het gedrag van de verdachte niet wederrechtelijk was.
Aan de verdachte komt daarom een beroep op de rechtvaardiginggrond ‘noodweer’ toe en zal hij van de als feit 1 meer subsidiair tenlastegelegde mishandeling worden vrijgesproken.

5..Bewijsmiddelen en bewezenverklaring feit 2

Met betrekking tot feit 2 is in bijlage II een opgave opgenomen van de wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring van dit feit redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 4 december 2021 te Spijkenisse opzettelijk en wederrechtelijk een voordeur die aan [naam slachtoffer] toebehoorde heeft beschadigd
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

6..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

7..Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft een trap gegeven tegen de voordeur van het woonhuis van zijn toenmalige buurman, met wie hij al langere tijd in onmin leefde. Die deur is daardoor beschadigd geraakt.
De verdachte heeft een blanco strafblad en heeft geen problemen op de diverse leefgebieden.
Gezien dit alles is een geldboete van € 300,- een passende straf. Een deel van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht zal op deze boete in mindering worden gebracht zodat er niets te betalen resteert.

8..Benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel

8.1.
Vordering
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam slachtoffer] , raadsman
mr. P.R. Hogerbrugge, advocaat te Rotterdam, ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 5.278,59 voor geleden materiële schade en een vergoeding van € 3.000, - voor geleden immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De vordering is tot een bedrag van in totaal € 7.114,52 voor toewijzing vatbaar en is als volgt uitgesplitst.
Ten aanzien van de gevorderde vergoeding voor materiële schade zijn alleen de eigen bijdrage ziektekostenverzekering over 2021 en 2022, de parkeer- en reiskosten en de kosten tandheelkunde voor toewijzing vatbaar. Dit is een totaalbedrag van
€ 4.864,52
Ten aanzien van de gevorderde vergoeding voor immateriële schade dient het eigen aandeel van benadeelde partij [naam slachtoffer] in aanmerking te worden genomen en het schadebedrag daarom te worden gematigd met 25 %. Na aftrek daarvan is als immateriële schadevergoeding een bedrag van € 2.250, - voor toewijzing vatbaar.
De vordering van de benadeelde partij kan daarom tot een bedrag van in totaal (€ 4.864,52 + € 2.250, - =) 7.114,52 worden toegewezen.
Voor het overige dient de vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
8.2.
Standpunt verdediging
De vordering dient primair niet-ontvankelijk te worden verklaard gelet op het bepleite ontslag van alle rechtsvervolging. Subsidiair dient niet-ontvankelijkheid te volgen vanwege het feit dat de beoordeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Meer subsidiair dient de vordering – gelet op de billijkheidscorrectie, eigen schuld, 6:101 van het Burgerlijk Wetboek – te worden gematigd. Ten aanzien van de immateriële schade is een bedrag tot € 500,- acceptabel en voor het materiële gedeelte zijn alleen de medische kosten voor toewijzing vatbaar.
8.3.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat aan de verdachte ter zake van het onder 1 ten laste legde geen straf of maatregel zal worden opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht niet zal worden toegepast.
Omdat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, welke kosten tot op vandaag aan de zijde van de verdachte worden begroot op nihil.
8.4.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de verdachte ter zake van het onder 1 tenlastegelegde zal worden vrijgesproken komt de door de officier van justitie gevorderde schadevergoedingsmaatregel niet voor toewijzing in aanmerking.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 23, 24c en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
geldboete van € 300,- (driehonderd euro);
beveelt dat van de dagen die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde geldboete
6 (zes) dagenin mindering worden gebracht, zodat na deze aftrek niets te betalen resteert;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering van de benadeelde partij gemaakt, welke kosten tot op vandaag worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.K. Asscheman-Versluis, voorzitter,
en mrs. J.J. Klomp en A.M. Zwaneveld, rechters,
in tegenwoordigheid van C.A. van den Houwen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 maart 2022.
De oudste rechter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij, op of omstreeks 4 december 2021, te Spijkenisse, gemeente Nissewaard aan [naam slachtoffer] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten
- meerdere althans één steekwond(en) en/of snijwond(en) onder/in/op de oksel en/of rug en/of lip en/of arm en/of het lichaam en/of
- meerdere althans één (af)gebroken tand, heeft toegebracht door die [naam slachtoffer] meerdere althans één ke(e)r(en)
- met een mes althans een scherp voorwerp te steken en/of te snijden en/of te slaan en/of
- ( met gebalde) vuist te slaan en/of
- te duwen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 4 december 2021, te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met dat opzet meerdere althans één ke(e)r(en) die [naam slachtoffer]
- met een mes althans een scherp voorwerp te steken en/of te snijden en/of te slaan onder/tegen/op/in de oksel en/of rug en/of lip en/of arm althans het lichaam van die [naam slachtoffer] en/of
- ( met gebalde) vuist te slaan in/tegen het gezicht althans het lichaam van die [naam slachtoffer] en/of
- te duwen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 4 december 2021, te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, [naam slachtoffer] heeft mishandeld door die [naam slachtoffer] meerdere althans één ke(e)r(en)
- met een mes althans een scherp voorwerp te steken en/of te snijden en/of te slaan
onder/tegen/op/in de oksel en/of rug en/of lip en/of arm althans het lichaam van die [naam slachtoffer] en/of
- ( met gebalde) vuist te slaan in/tegen het gezicht althans het lichaam van die [naam slachtoffer] en/of
- te duwen;
2
hij op of omstreeks 4 december 2021 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard opzettelijk en wederrechtelijk een (voor)deur, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;