ECLI:NL:RBROT:2022:2342
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tijdelijke parkeervergunning voor zorgverleners en niet-ontvankelijkheid beroep
In deze zaak heeft eiser, een zorgverlener uit [woonplaats eiser], een aanvraag ingediend voor een tijdelijke parkeervergunning voor zorgverleners, welke op 16 december 2020 door verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, is afgewezen. Eiser heeft bezwaar aangetekend tegen deze afwijzing, maar het bezwaar is ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 10 mei 2021. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, die de zaak op 31 januari 2022 heeft behandeld. Tijdens de zitting was eiser aanwezig, maar verweerder kon om medische redenen niet deelnemen, wat leidde tot technische problemen.
Tijdens de zitting heeft eiser verklaard dat hij in augustus 2021 alsnog een parkeervergunning heeft ontvangen. De rechtbank constateert dat verweerder, hoewel de beslissing op bezwaar niet naar behoren was gemotiveerd, uiteindelijk aan eiser tegemoet is gekomen door de vergunning alsnog te verlenen. Hierdoor heeft eiser geen procesbelang meer bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. De rechtbank oordeelt dat verweerder het griffierecht van € 181,- aan eiser moet vergoeden, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet verder inhoudelijk wordt behandeld. De uitspraak is gedaan door mr. G.C.W. van der Feltz, rechter, in aanwezigheid van mr. C. Cras, griffier, en is openbaar uitgesproken op 14 maart 2022.