ECLI:NL:RBROT:2022:2346
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Tijdige indiening van bezwaar tegen ongeldigverklaring rijbewijs na niet meewerken aan Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 maart 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiser had zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen omdat hij niet had meegewerkt aan een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA). Het primaire besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs was genomen op 17 mei 2021, en het bestreden besluit dat het bezwaar van de eiser kennelijk ongegrond verklaarde, volgde op 28 juni 2021. De eiser heeft beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit, maar de rechtbank oordeelde dat de eiser niet binnen de wettelijke termijn van zes weken bezwaar had gemaakt, en dat deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De rechtbank stelde vast dat de eiser niet had voldaan aan zijn verplichtingen om zijn adreswijziging door te geven, waardoor hij geen kennis had kunnen nemen van de besluiten van de verweerder. De rechtbank concludeerde dat het bezwaar te laat was ingediend en niet-ontvankelijk verklaard diende te worden. De rechtbank oordeelde verder dat de beslissing tot deelname aan de EMA in rechte vaststond en dat de eiser niet de vereiste medewerking had verleend, waardoor de ongeldigverklaring van het rijbewijs terecht was. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.