ECLI:NL:RBROT:2022:2556

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 maart 2022
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
9578205
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur en ontbinding van overeenkomst tussen Mijndomein Hosting B.V. en gedaagde

In deze zaak vordert Mijndomein Hosting B.V. betaling van een factuur van € 70,89 van gedaagde, die in verzuim is geraakt na het niet betalen van de factuur. De overeenkomst tussen partijen betrof het opzetten en online houden van een website, waarvoor gedaagde jaarlijks een bedrag verschuldigd was. Mijndomein heeft de overeenkomst ontbonden wegens wanbetaling en vordert nu betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. Gedaagde heeft de vordering betwist, onder andere met de stelling dat de website verdwenen is en dat de helpdesk niet reageert. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Mijndomein gerechtigd was om de dienstverlening op te schorten en de overeenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde slechts een deel van de hoofdsom verschuldigd is, namelijk € 26,63, en heeft de vordering tot betaling van de rente en buitengerechtelijke kosten toegewezen. Gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9578205 \ CV EXPL 21-40391
uitspraak: 11 maart 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Mijndomein Hosting B.V.,
gevestigd in Lelystad,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V. in Groningen,
tegen
[gedaagde] , handelend onder de naam [naam bedrijf] ,
wonend in [naam bedrijf] ,
gedaagde,
procederend zonder gemachtigde.
Partijen worden hierna Mijndomein en [gedaagde] genoemd.

1..Het procesverloop

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
  • de dagvaarding met producties van 18 november 2021;
  • de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagde] ;
  • de conclusie van repliek met producties.
1.2.
[gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om te reageren op de conclusie van repliek, maar hij heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
1.3.
De kantonrechter heeft bepaald dat vandaag uitspraak wordt gedaan.

2..De vaststaande feiten

2.1.
[gedaagde] is met Mijndomein overeengekomen dat Mijndomein de website [naam website] zou opzetten en online houden en dat [gedaagde] daarvoor jaarlijks bij vooruitbetaling een bedrag verschuldigd is aan Mijndomein.
2.2.
Op de overeenkomst tussen partijen zijn de ‘Algemene voorwaarden van Mijndomein Hosting B.V.’ van toepassing. Hierin is onder andere bepaald:
“10.4. Als betaling van een factuur niet volledig binnen de gestelde termijn heeft plaatsgevonden, is Wederpartij terstond, zonder dat een nadere ingebrekestelling is vereist, van rechtswege in verzuim (…)
14.4.
Ingeval Wederpartij een of enige van zijn verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst of Voorwaarden niet of deels niet nakomt, is Wederpartij van rechtswege in verzuim en heeft Mijndomein het recht de Overeenkomst, zonder nadere ingebrekestelling en zonder rechterlijke tussenkomst, eenzijdig geheel of gedeeltelijk te ontbinden door middel van een Schriftelijke kennisgeving aan Wederpartij en/of haar verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst op te schorten, zonder dat Mijndomein tot enige schadevergoeding is gehouden en onverminderd eventuele aan Mijndomein toekomende rechten, waaronder begrepen het recht op volledige schadevergoeding. Alle vorderingen die Mijndomein in deze gevallen op Wederpartij mocht hebben of verkrijgen, zullen terstond en ten volle opeisbaar zijn.”
2.3.
Op 16 februari 2021 heeft Mijndomein een factuur ter hoogte van € 70,89 aan [gedaagde] verzonden (hierna: de factuur). De factuur bestond aanvankelijk uit de volgende posten (inclusief btw): € 10,89 ter zake ‘domeinnaam’ en € 60,- ter zake ‘webhosting’.
2.4.
De factuur is tot op heden niet door [gedaagde] betaald.

3..Het geschil

3.1.
Mijndomein vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om € 116,55, te vermeerderen met de handelsrente vanaf 16 november 2021 over een bedrag van € 70,89, te betalen aan Mijndomein, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Mijndomein onderbouwt haar vordering als volgt. [gedaagde] moet de factuur van 16 februari 2021 alsnog betalen. [gedaagde] is in verzuim vanaf de dag na de vervaldatum van de factuur, zijnde zeven dagen na de factuurdatum. Mijndomein maakt daarnaast aanspraak op betaling van de wettelijke handelsrente, die berekend tot 16 november 2021 € 5,66 bedraagt en op een vergoeding van de buitengerechtelijke kosten, ter hoogte van € 40,-.
3.3.
[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daarbij het volgende aangevoerd. De website van [gedaagde] is verdwenen en de helpdesk reageert niet.

4..De beoordeling

4.1.
Mijndomein vordert betaling van € 70,89, te weten het factuurbedrag van 16 februari 2021. De kantonrechter merkt op dat de overgelegde factuur (productie 3 dagvaarding) ook een post van € 15,- aan administratiekosten (inclusief btw) bevat, maar zij begrijpt uit de overgelegde aanmaningen dat die post pas later is toegevoegd, vanwege de uitblijvende betaling van [gedaagde] . Mijndomein maakt in deze procedure ook geen aanspraak op dat deel van de factuur.
4.2.
Mijndomein heeft in haar conclusie van repliek gesteld dat het gevorderde bedrag ziet op de kosten van het online houden van de website [naam website] , van 12 februari 2021 tot en met 12 februari 2022. [gedaagde] heeft niet meer gereageerd op de conclusie van repliek. Hij heeft dus ook niet betwist dat hij met Mijndomein is overeengekomen dat Mijndomein gedurende de genoemde periode de website online zou houden en dat [gedaagde] daarvoor een bedrag van € 70,89 zou betalen. In beginsel moet hij dat bedrag dus ook nog betalen.
4.3.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat de site is verdwenen. Mijndomein heeft in reactie daarop bevestigd dat zij haar dienstverlening heeft opgeschort vanwege de wanbetaling, zoals in de overgelegde aanmaningen ook is aangekondigd. Uiteindelijk heeft Mijndomein vanwege wanprestatie op 9 juni 2021 haar dienstverlening beëindigd op grond van artikel 6:265 lid 1 BW. Dat de site offline is staat dus vast, maar dit betekent niet dat [gedaagde] het gevorderde bedrag in het geheel niet meer hoeft te betalen. Op grond van de wet (artikel 6:262 BW) en de algemene voorwaarden (artikel 10.4 en 14.4) is Mijndomein namelijk gerechtigd om haar dienstverlening op te schorten als [gedaagde] zijn (betalings)verplichtingen uit de overeenkomst niet nakomt. Na het beëindigen (ontbinden) van de overeenkomst op 9 juni 2021 is de domeinnaam [naam website] komen te vervallen en heeft Mijndomein de betreffende website niet langer online gehouden. Gesteld noch gebleken is waarom [gedaagde] de kosten voor de periode ná 9 juni 2021 verschuldigd zou zijn (artikel 6:271 BW). Het gevorderde bedrag ziet op een vooruitbetaling voor 12 maanden (van 12 februari 2021 tot en met 12 februari 2022). Nu Mijndomein na 4 maanden (de periode van 12 februari 2021 tot en met 9 juni 2021) de overeenkomst heeft ontbonden, zal de gevorderde hoofdsom worden toegewezen tot een bedrag van (4/12 * € 70,89 =) € 26,63.
4.4.
[gedaagde] heeft verder aangevoerd dat de helpdesk niet reageert. Dit is door Mijndomein betwist en door [gedaagde] niet verder onderbouwd, ondanks dat de kantonrechter hem daar wel op gewezen heeft en de gelegenheid voor heeft gegeven. Bovendien heeft [gedaagde] ook niet aangevoerd welke gevolgen hij aan dit verweer wil verbinden. Aan dit verweer gaat de kantonrechter daarom voorbij
4.5.
De gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten zijn niet afzonderlijk door [gedaagde] betwist en zijn op de wet gebaseerd (artikel 6:119a BW en artikel 6:96 lid 2 en 4 BW). Deze vorderingen worden daarom ook toegewezen op onderstaande wijze.
4.6.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die tot aan deze uitspraak aan de zijde van Mijndomein worden vastgesteld op € 228,15 aan verschotten (€ 126,- aan griffierecht en € 102,15 aan dagvaardingskosten) en € 74,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten à € 37,-).

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Mijndomein te betalen € 66,63, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 23 februari 2021 tot 9 juni 2021 over een bedrag van € 70,89 en vanaf 9 juni 2021 tot aan de dag van volledige betaling over een bedrag van € 26,63;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Mijndomein vastgesteld op € 228,15 aan verschotten en € 74,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en in het openbaar uitgesproken.
33394