ECLI:NL:RBROT:2022:2557

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 maart 2022
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
9607708
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitengerechtelijke ontbinding van een koopovereenkomst van een automotor en de gevolgen daarvan

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vennootschap onder firma [bedrijf A] en [persoon B], h.o.d.n. [bedrijf B1] en [bedrijf B2]. De zaak betreft de ontbinding van een koopovereenkomst voor een automotor. [bedrijf A] had een motor besteld bij [bedrijf B1], maar na levering bleek de motor niet te voldoen aan de afgesproken specificaties. [bedrijf A] heeft de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vorderde terugbetaling van het betaalde bedrag van € 3.800,-. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [bedrijf B1] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat de geleverde motor niet compleet was en niet voldeed aan de verwachtingen die waren gewekt door de foto's en communicatie voorafgaand aan de koop. De rechter heeft het verstekvonnis van 2 november 2021 bekrachtigd, waarin werd verklaard dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk was ontbonden en [bedrijf B1] werd veroordeeld tot terugbetaling van het bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is [bedrijf B1] veroordeeld in de proceskosten van de verzetprocedure.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9607708 \ CV EXPL 21-43213
uitspraak: 18 maart 2022 (bij vervroeging)
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de vennootschap onder firma
[bedrijf A] , t.h.o.d.n. [bedrijf A1] ,
gevestigd in [plaats A] ,
eiseres, gedaagde in verzet,
gemachtigde: Straetus Incasso Friesland B.V.,
tegen
[persoon B] , h.o.d.n. [bedrijf B1] en [bedrijf B2] ,
wonende en zaakdoende in [plaats B] ,
gedaagde, eiser in verzet,
gemachtigde: mr. A. Mao.
Partijen worden hierna [bedrijf A] en [bedrijf B1] genoemd.

1..Het procesverloop

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
  • de inleidende dagvaarding met producties van 30 september 2021;
  • het verstekvonnis van 2 november 2021;
  • de verzetdagvaarding met producties van 14 december 2021;
  • het tussenvonnis waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte overlegging producties van [bedrijf A] .
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 februari 2022.
1.3.
De kantonrechter heeft bepaald dat vandaag bij vervroeging uitspraak wordt gedaan.

2..De vaststaande feiten

2.1.
[bedrijf A] heeft op enig moment op de website www.onderdelenzoeker.nl een advertentie geplaatst, inhoudend dat zij op zoek is naar een automotor voor een Peugeot Boxer.
2.2.
Op 15 maart 2021 heeft [bedrijf B1] in reactie op de advertentie gemeld dat zij een geschikte motor heeft, namelijk een “
complete motor met ALLE aanbouwdelen (PLUG&PLAY) – 59dkm, Oude Motor/Bak retour” voor € 3.500,-.
2.3.
Ongeveer twee weken later heeft [bedrijf A] telefonisch contact opgenomen met [bedrijf B1] , naar aanleiding van het aanbod van 15 maart 2021. [bedrijf B1] heeft daarop te kennen gegeven dat de bewuste motor niet meer beschikbaar was, maar dat zij wel andere motoren kan leveren. In een e-mail van 8 april 2021 heeft zij dit bevestigd:
“Ik heb zojuist navraag gedaan en er zijn 4 motoren leverbaar.
€3000,- motor met 108dkm helemaal compleet
€3500,- motor met 61dkm helemaal compleet
€3750,- nieuwe kale motor met 0km!!!!!
€4250,- motor met 39dkm helemaal compleet”
2.4.
Op 12 april 2021 heeft [bedrijf B1] per e-mail twee foto’s van de voor- en achterzijde van een automotor, geplaatst op een pallet, gestuurd aan [bedrijf A] . In de e-mail meldt zij: “
Bij deze foto’s van de motor met 61dkm”.
2.5.
Bij e-mail van 13 april 2021 meldt [bedrijf A] “
Graag bestel ik bij u de motor 4H03 met aantoonbaar 61dkm voor 3500 euro marge met 3 mnd garantie en inclusief verzendkosten.”
2.6.
Op 17 april 2021 heeft [bedrijf B1] een factuur van € 3.800,- gestuurd aan [bedrijf A] . Een bedrag van € 3.500,- ziet daarbij op ‘4H03 Motor compleet’. Het resterende bedrag van € 300,- ziet op ‘borg’. Deze borg betreft een verzekering van de afspraak dat [bedrijf A] de oude motor van de Peugeot Boxer zal inleveren bij [bedrijf B1] , wanneer de nieuwe motor in die auto is geplaatst. Het volledige factuurbedrag is door [bedrijf A] betaald.
2.7.
Op 29 april 2021 heeft [bedrijf B1] een automotor geleverd aan [bedrijf A] .
2.8.
Op 30 april 2021 meldt [bedrijf A] per e-mail het volgende:
“We hebben de 4H03 motor op donderdag 29 april 2021 ontvangen. Bij het uitpakken van de motor constateren wij dat dit niet de aangeboden motor is. De aangeboden motor is een plug & play motor met 61 dkm op de klok. De ontvangen motor is niet de motor met 61 dkm zoals aangeboden in de mail. Wij hebben van u foto’s ontvangen en die komen niet overeen met de geleverde motor.
Daarnaast hebben wij de volgende gebreken geconstateerd:

Thermostaathuis niet compleet, is een deel afgebroken

Zit een gat in het kleppendeksel

Massavliegwiel ontbreekt

Beschermkap dynamo ontbreekt

Stuurpomp ontbreekt

Waterpomp ontbreekt

Buis intercooler ontbreekt

Hitteschild ontbreekt

Aircoleidingen ontbreken
U heeft een niet deugdelijk en compleet product geleverd zoals besproken. Hierbij stel ik u in de gelegenheid binnen 8 dagen het product conform foto’s en specificatie alsnog te leveren. Indien u niet (binnen) 8 werkdagen het bestelde product heeft geleverd. Maken wij de koop ongedaan en sommeren wij u om de betaalde gelden te retourneren.”
2.9.
Op 3 mei 2021 reageert [bedrijf B1] als volgt:
“Km stand van de motor is gewoon te controleren bij de dealer. Ook als deze uit Duitsland komt.
Massavliegwiel, intercoolerbuis, slangen en leidingen horen niet bij de motor.
Motor compleet is een motor met aanbouwdelen. Slangen, buizen, aircoleidingen, koelers, vliegwiel en koppeling horen er niet bij. Ik snap ook niet waarom je aircoleidingen, slangen en buizen zou willen overbouwen.
Een hitteschild en beschermkap van de dynamo kan bij het uitbouwen of transporteren kapot zijn gegaan. Gelieve rekening mee te houden dat het gaat om een demontage motor uit een sloop auto. Bel maar eens even rond naar andere motor aanbieders en vraag maar wat u allemaal terugkrijgt bij een “complete” motor. U zult niet verder komen dan 30 procent dan de bij u geleverde motor.
Voor het gat in het kleppendeksel en de afgebroken thermostaathuis stel ik voor om de oude over te bouwen of beide motoren te retourneren, ik zal hem dan hier voor u hier overbouwen en dezelfde dag terugsturen met ons eigen chauffeur.
Als service doe ik dan een nieuwe waterpomp bij. Wij adviseren bij alle motoren altijd om de distributieriem met waterpomp te vervangen. Motoren staan soms jaren buiten stil en rubberen delen kunnen dan wel eens aangetast worden.”
2.10.
Diezelfde dag (3 mei 2021) reageert [bedrijf A] als volgt:
“Bedankt voor uw reactie, echter hebben wij vaker complete motorblokken aangekocht. Deze waren altijd compleet en plug&play. Daarbij komt het geleverde motorblok niet overeen met de door u geleverde foto’s die volgens u plug&play moest zijn. Er zijn door onze garage eveneens defecten geconstateerd. Op basis van deze punten hebben wij geen vertrouwen in het door u geleverde product. Hierdoor rest ons niets anders dan de koop te ontbinden.”
2.11.
Op 4 mei 2021 reageert [bedrijf B1] per e-mail als volgt:
“Ik heb het ontbinden van de verkoop besproken. Helaas kunnen we de motor niet retournemen.
U gaf gister aan dat u het gevoel in de motor kwijt bent.
Dit is helaas geen reden om van de koop af te zien.
Wij hebben u voorgesteld om het op te lossen door beide motoren op te sturen zodat wij het hier kunnen oplossen en als excuus 3 maanden langer dus in totaal 6 maanden garantie te verlenen op de motor.
Als laatst optie kan ik u voorstellen om €400,- tegemoet te komen voor de extra kosten en als financiele tegemoetkoming.”
2.12.
Na de voorgaande e-mails heeft [bedrijf A] aan [bedrijf B1] verzocht het door haar betaalde bedrag van € 3.800,- terug te betalen. Ondanks aanmaningen heeft [bedrijf B1] tot op heden niet aan dat verzoek voldaan.
2.13.
Bij verstekvonnis van 2 november 2021, met zaaknummer 9498103 \ CV EXPL 21-34599, is voor recht verklaard dat de koopovereenkomst tussen partijen buitengerechtelijk is ontbonden en is [bedrijf B1] veroordeeld tot betaling van € 4.305,-, vermeerderd met wettelijke handelsrente over € 3.800,-, met veroordeling van [bedrijf B1] in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met rente.

3..Het geschil

3.1.
[bedrijf A] heeft bij (oorspronkelijke) dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst tussen partijen buitengerechtelijk is ontbonden en [bedrijf B1] te veroordelen tot betaling van € 3.800,- aan hoofdsom en € 505,- aan buitengerechtelijke kosten, beide te vermeerderen met rente, met veroordeling van [bedrijf B1] in de proceskosten, eveneens te vermeerderen met rente, en nakosten
3.2.
Aan haar vordering heeft [bedrijf A] het volgende ten grondslag gelegd. Op basis van de koopovereenkomst tussen partijen diende [bedrijf B1] een ‘plug & play’ motor te leveren, inclusief alle aanbouwdelen, zoals die op de foto’s uit de mail van 12 april 2021 staat. De geleverde motor is echter incompleet en beschadigd. Na ingebrekestelling was duidelijk dat [bedrijf B1] de tekortkomingen niet wilde herstellen. Daarom heeft [bedrijf A] de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden. [bedrijf B1] moet het betaalde bedrag terugbetalen en de door [bedrijf A] gemaakte kosten, waaronder de (buiten)gerechtelijke kosten, vergoeden.
3.3.
[bedrijf B1] heeft de vordering betwist en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Partijen zijn overeengekomen dat [bedrijf B1] een complete motor zou leveren aan [bedrijf A] . Daaronder wordt in het algemeen verstaan: de kop, het onderblok en de carterpan. De overige onderdelen die op de foto staan horen niet bij een ‘complete motor’. Die zijn er daarom afgehaald. Dat had [bedrijf A] , als transportbedrijf met een zekere kennis over automotors, moeten weten. De geleverde motor voldeed dus aan de overeenkomst, zodat [bedrijf A] niet gerechtigd was om die te ontbinden.

4..De beoordeling

4.1.
Ten aanzien van buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst wordt het volgende overwogen. Artikel 6:265 BW bepaalt dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden. Om te beoordelen of sprake is van een tekortkoming, moet eerst worden vastgesteld wat partijen zijn overeengekomen.
4.2.
De stellingen van [bedrijf A] vallen op dit punt uiteen in twee onderdelen. Zij stelt ten eerste dat partijen zijn overeengekomen dat [bedrijf B1] een plug & play motor zou leveren, inclusief alle aanbouwdelen. Hierin wordt zij niet gevolgd. Deze omschrijving heeft [bedrijf B1] namelijk alleen gegeven bij haar aanbod van 15 maart 2021. Ter zitting heeft de heer [persoon C] namens [bedrijf A] toegelicht dat hem in een telefoongesprek twee weken later is meegedeeld dat deze motor niet meer beschikbaar was. Daarop heeft [bedrijf B1] vier andere motoren aangeboden, waaronder de uiteindelijk gekochte motor. Bij deze motor staat slechts vermeld ‘helemaal compleet’. Hieruit volgt niet zonder meer dat het gaat om een plug&play-motor. In zoverre wordt [bedrijf A] dus niet gevolgd in haar stellingen.
4.3.
[bedrijf A] stelt ten tweede dat zij mocht verwachten dat [bedrijf B1] de motor zou leveren zoals die op de foto’s staat. Hierin wordt zij wel gevolgd door de kantonrechter. Daarvoor is het volgende van belang. Het staat vast dat partijen slechts in het algemeen hebben afgesproken dat een motor zou worden geleverd die ‘helemaal compleet’ is. Partijen hebben echter niet vastgelegd wat daaronder wordt verstaan, en geven hieraan in deze procedure allebei een eigen invulling. Uit het procesdossier volgt dat dit geen afgebakend begrip betreft. [bedrijf B1] schrijft namelijk dat daaronder “
in het algemeen wordt verstaan” de kop, het onderblok en de carterpan en dat de door [bedrijf A] genoemde onderdelen “
doorgaans” worden overgebouwd (2.3.5 verzetdagvaarding). Uit die formulering blijkt al dat over de invulling van dat begrip discussie mogelijk is. Verder schrijft [bedrijf B1] in haar e-mail van 3 mei 2021: “
Bel maar eens even rond naar andere motor aanbieders en vraag maar wat u allemaal terugkrijgt bij een “complete” motor. U zult niet verder komen dan 30 procent dan de bij u geleverde motor.” Daaruit volgt dat andere leveranciers volgens [bedrijf B1] (nog) minder verstaan onder een complete motor, dan [bedrijf B1] . Dat verschillende leveranciers een verschillende definitie hanteren blijkt ook uit de door [bedrijf B1] overgelegde berichten van andere motorleveranciers, die elk een andere uitleg geven van het begrip ‘complete motor’. Daarbij schrijven zij onder meer “
Onder compleet verstaan wij…” en “
Compleet is een vrij ruim begrip en zal misschien bij andere bedrijven anders zijn”.
4.4.
Aangezien het begrip ‘complete motor’ dus geen afgebakend begrip betreft, kon [bedrijf A] in redelijkheid uit de e-mail van 12 april 2021 opmaken wat [bedrijf B1] verstaat onder ‘complete motor’, namelijk een motor zoals afgebeeld op de bijgevoegde foto’s. Zij meldt immers “
Bij deze foto’s van de motor met 61dkm.”Zij wekt hierdoor de indruk dat dit een foto betreft van de complete motor, zoals zij die wil verkopen aan [bedrijf A] . Ze heeft daarbij geen enkel voorbehoud gemaakt, of ervoor gewaarschuwd dat er nog onderdelen van deze motor zullen worden verwijderd. Daarbij weegt de kantonrechter ook mee dat de motor op de foto’s op een pallet is geplaatst. Hetgeen de indruk versterkt dat de motor op deze wijze zal worden verstuurd. De algemene stellingen van [bedrijf B1] dat [bedrijf A] als transportbedrijf een ‘zekere mate van kennis met betrekking tot tweedehands auto-onderdelen’ heeft en daarom had moeten begrijpen dat nog een groot aantal onderdelen zou worden verwijderd acht de kantonrechter op basis van het voorgaande onvoldoende onderbouwd.
4.5.
De conclusie is dat in deze procedure als onvoldoende gemotiveerd betwist vast komt te staan dat partijen zijn overeengekomen dat [bedrijf B1] de motor zou leveren zoals die staat afgebeeld op de afbeeldingen bij de e-mail van 12 april 2021, inclusief alle onderdelen die op de foto zichtbaar zijn.
4.6.
Er is geen discussie over dat de geleverde motor aanmerkelijk minder onderdelen bevat dan de motor die op de foto staat. [bedrijf B1] heeft namelijk ter zitting erkend dat onder meer het massavliegwiel, de beschermkap van de dynamo, de intercoolerbuis, stuurpomp, het hitteschild en de aircoleidingen wel op de foto staan, maar uiteindelijk niet geleverd zijn. Ook staat vast dat twee onderdelen van de geleverde motor, namelijk het thermostaathuis en het kleppendeksel defect zijn. Dit alles betekent dat [bedrijf B1] is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst.
4.7.
Op 30 april 2021 heeft [bedrijf A] aan [bedrijf B1] gemeld dat zij zich op het standpunt stelt dat [bedrijf B1] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. In reactie hierop heeft [bedrijf B1] laten weten dat zij bereid is het thermostaathuis en kleppendeksel te repareren, maar dat zij van mening is dat de andere delen niet geleverd behoeven te worden. Hieruit heeft [bedrijf A] af kunnen leiden dat [bedrijf B1] de overeenkomst niet na zal komen. Daarmee is [bedrijf B1] reeds in verzuim komen te verkeren (artikel 6:83 sub c BW). Op grond van het hiervoor genoemde artikel 6:265 BW kon [bedrijf A] daarom overgaan tot rechtsgeldige buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst. In zoverre wordt het verstekvonnis dus bekrachtigd.
4.8.
Voor het overige zijn de vorderingen in de dagvaardingen en de daaruit voortvloeiende veroordelingen uit het verstekvonnis niet betwist. Ook voor het overige deel wordt het verstekvonnis daarom bekrachtigd, met dien verstande dat over de hoofdsom de wettelijke rente van artikel 6:119 BW wordt toegewezen in plaats van de handelsrente van artikel 6:119a BW. De gevorderde betaling van € 3.800,- ziet namelijk op nakoming van een ongedaanmakingsverbintenis die voortvloeit uit de wet (artikel 6:271 BW) en dus niet de nakoming van een handelsovereenkomst, zodat artikel 6:119a BW toepassing mist.
4.9.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [bedrijf B1] veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die tot aan deze uitspraak aan de zijde van [bedrijf A] worden vastgesteld op € 249,- aan salaris voor de gemachtigde (1 salarispunt).

5..De beslissing

De kantonrechter:
bekrachtigt het op 2 november 2021 tussen partijen gewezen verstekvonnis, met uitzondering van de veroordeling van [bedrijf B1] om aan [bedrijf A] de wettelijke rente van artikel 6:119a BW te betalen over € 3.800,-, en veroordeelt [bedrijf B1] , op dat punt opnieuw rechtdoende, de wettelijke rente van artikel 6:119 BW te betalen over € 3.800,- vanaf 2 juni 2021 tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [bedrijf B1] in de kosten van de verzetprocedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [bedrijf A] vastgesteld op € 249,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.L.M. van der Wildt en in het openbaar uitgesproken.
33394