Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 maart 2022 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [plaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Relevante registraties
Specificeer de betrokkenheid van de minderjarigen: vanuit de familie- of huiselijke kring van deze minderjarige is aangifte gedaan van huiselijk geweld, waarbij de minderjarige tijdens het geweld niet aanwezig was/geen getuige was.”Verder is de aangifte in het politiesysteem terecht ondergebracht in de categorie “huiselijk geweld”, omdat de aangifte daadwerkelijk betrekking heeft op geweld binnen de relationele sfeer. Dat de aangifte niet in behandeling is genomen omdat deze te weinig opsporingsindicaties bevatte om tot eventuele vervolging te kunnen leiden, doet niet af aan het recht van de ex-partner van eiser om aangifte te mogen doen, aldus verweerder.
vermeendhuiselijk geweld en dat de aangifte door de ex-partner niet is onderzocht vanwege onvoldoende opsporingsindicaties. De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting verklaard dat dat zij hier geen bezwaar tegen heeft.
“de tekst woningverbod is spreektaal en dient vervangen te worden door de tekst “de voorlopige voorziening dat de heer [naam eiser] [de rechtbank begrijpt: [naam eiser]] niet in de woning mag zijn”,aldus verweerder.
verbod. Verweerder kan naar het oordeel van de rechtbank niet alleen om die reden niet volstaan met de enkele toevoeging dat hier sprake is van spreektaal. Uit de stukken blijkt namelijk, zoals eiser terecht stelt, dat het gebruik van deze 'spreektaal' in officiële documenten al verstrekkende gevolgen heeft gehad, waaronder de doorwerking in de tweede melding. In zijn reactie op het verweerschrift heeft eiser gemeld dat de door Veilig Thuis ingeschakelde maatschappelijk werker van [instelling] [gemeente] eiser bij voorbaat zag als agressor omdat uit aan hem verstrekte informatie zou blijken dat eiser geweld zou hebben gebruikt met een woningverbod tot gevolg. De rechtbank begrijpt dat ook deze doorwerking enorm belastend moet zijn voor eiser. Eiser heeft er daarom een gerechtvaardigd belang bij om de melding ook op dit punt te laten aanpassen, om een dergelijke doorwerking in de toekomst te voorkomen en om, waar mogelijk, die doorwerking ongedaan te laten maken.
Vader heeft een woningverbod mede omdat er in huis teveel spanning hing waar zoon (…) nadeel aan ondervond. Deze voorlopige voorziening van woningverbod is opgelegd door de rechtbank te Rotterdam.In het kader van de echtscheidingsprocedure heeft de familierechter de echtelijke woning bij wijze van voorlopige voorziening tijdelijk toegewezen aan de moeder. Dit heeft niets te maken met huiselijk geweld.
naar eigen zeggenhier een beurse plek op haar achterhoofd aan overgehouden en hoofdpijn. Moeder zegt dat vader haar met zijn rechterhand beetgepakt heeft, bij haar linker bovenarm en naar achter geduwd. Moeder hield hier
naar eigen zeggeneen beurse plek op haar bovenarm aan over en last van haar rug.
heeftis aangifte gedaanvan huiselijk geweld
plaatsgevonden.
waarbij dDe minderjarige
wastijdens
het gewelddeze escalatieniet aanwezig
was/
wasgeen getuige
was. (…)
dader(ex man [naam eiser]).
Relevante registraties
De aangifte van huiselijk geweld door moeder is niet verder onderzocht vanwege het ontbreken van voldoende opsporingsindicaties.”
Relevante registraties
uit tegenstrijdige verklaringen bleek (…) dat de vader voor de auto was gesprongen”, terwijl logischerwijs niet kan worden vastgesteld dat iets is gebleken als daarover tegenstrijdige verklaringen zijn afgelegd. Eiser heeft weliswaar gesteld dat hij na dit incident heeft verklaard aangifte te willen doen, maar ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder gemotiveerd gesteld dat op dat moment in ieder geval geen officiële aangifte is opgenomen, omdat de verbalisanten zich hebben gefocust op bemiddeling. Hoewel de rechtbank begrijpt dat de gemoederen die dag erg hoog zijn opgelopen, acht zij het onder deze omstandigheden aangewezen om de melding met betrekking tot de (poging tot) aanrijding te wijzigen in zo neutraal mogelijke bewoordingen, waarbij wordt voorkomen dat hierover verwarring kan ontstaan.
stelde haarkreeg8 jarig zoontje niet mee
te krijgen.
Reden is dat de vVader die [weggelakt] woont
stelde dat hijzich ernstig zorgen maakt over
kindzijn zoon want die ging volgens hem nu verhuizen naar [plaats] en dat was in zijn optiek in strijd met de wettelijke regeling. Verder maakte hij zich ernstig zorgen over zijn kind van de prestaties op school waren
tdersteuning op school geregeld maar hier ging zijn ex niet in mee. Nu wilde hij eerst antwoord krijgen op vragen voordat hij het kind meegaf. Uit de stukken die beide partijen konden tonen
werd het ons niet helemaal duidelijkbleek niet zo 1 2 3 wie gelijk haden we wilden niet met het kind gaan slepen. Na veel heen en weer gepraat waarbij ook de nieuwe partners van beide partijen hun best deden om ons te overtuigen
raad gezocht bij de OVDP. Die verwees door naar het CIT en die lieten de stukken voorlezen en kwamen tot conclusie dat het kind echt mee moest met de moederhebben wij overleg gepleegd met verschillende instanties. Dit overleg leidde er toe dat de zoon met moeder is meegegaan. Dit
gebeurde maarwas
tocheen onprettige situatie voor alle partijen.
Relevante registraties
ivm HG. Destijds woningverbod voor [naam eiser].”
. Echter door het lange termijn weet ik haar naam en telefoonnummer niet meer. Zij gaf aan dat er juridische grondslag was dat de moeder van het kind zelf mocht bepalen waar het kind zou wonen. Dit stond ook op schrift waar beide ouders voor getekend zouden hebben. Tevens wist de vader waar het kind zou verblijven in [plaats].
Daarnaast zou de opa zijn aangereden.
Verder was er een conflict over een aanrijding van de opa van vaderszijde van het kind. Volgens vader was sprake van een opzettelijke aanrijding, volgens moeder zou hij voor de auto zijn gesprongen. Omdat sprake was van
Uittegenstrijdige verklaringen
bleek het zo te zijn dat de vader voor de auto was gesprongen.kon niet worden vastgesteld of sprake was vVan een opzettelijke aanrijding
was geen sprakeen hebben wij ons vooral met de bemiddeling bezig gehouden."
Naderhand is gebleken dat moeder ongeoorloofd was verhuisd met het kind en dat vader dit via de school had vernomen. Ook is gebleken dat het niet zo is dat vader niet meewerkte aan de uitvoering van de omgangsregeling, maar dat hij eerst wilde weten waar zijn zoon voortaan zou verblijven.”