In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een vrijwaringsincident. De eiser, hierna aangeduid als '[naam eiser]', heeft op 16 augustus 2021 een dagvaarding uitgebracht tegen de besloten vennootschap MAGNOVA B.V., gevestigd te Rotterdam. De eiser vorderde een schadevergoeding van € 7.500,- wegens schending van zijn privacy, omdat MAGNOVA op haar websites '[website 1]', '[website 2]' en '[website 3]' twee (straf)rechtelijke uitspraken had gepubliceerd waarin zijn naam werd genoemd. De eiser verzocht MAGNOVA om zijn persoonsgegevens te anonimiseren, maar MAGNOVA heeft hier niet op gereageerd.
MAGNOVA heeft in het vrijwaringsincident verzocht om de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Raad voor de rechtspraak en de rechtbank Den Haag, in vrijwaring op te roepen. MAGNOVA stelde dat zij een overeenkomst had met het Bureau Internet Systemen en Toepassingen Rechterlijke Organisatie (BISTRO) over dataleveranties van rechterlijke uitspraken en dat zij erop mocht vertrouwen dat de ontvangen uitspraken correct waren. De kantonrechter oordeelde dat, indien MAGNOVA onrechtmatig had gehandeld door de uitspraken te publiceren, de Staat der Nederlanden mogelijk aansprakelijk zou kunnen zijn voor de gevolgen van een veroordeling van MAGNOVA.
De kantonrechter heeft de incidentele vordering van MAGNOVA toegewezen, omdat de eiser zich daartegen niet had verzet. De kosten van het incident werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De zaak werd verwezen naar de rolzitting van 9 februari 2022, waar MAGNOVA de gelegenheid kreeg om een conclusie van antwoord in te dienen. De verdere beslissing werd aangehouden.