ECLI:NL:RBROT:2022:261

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 januari 2022
Publicatiedatum
18 januari 2022
Zaaknummer
9413780 CV EXPL 21-28850
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in vrijwaringsincident tussen eiser en MAGNOVA B.V. inzake schadevergoeding en privacy

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een vrijwaringsincident. De eiser, hierna aangeduid als '[naam eiser]', heeft op 16 augustus 2021 een dagvaarding uitgebracht tegen de besloten vennootschap MAGNOVA B.V., gevestigd te Rotterdam. De eiser vorderde een schadevergoeding van € 7.500,- wegens schending van zijn privacy, omdat MAGNOVA op haar websites '[website 1]', '[website 2]' en '[website 3]' twee (straf)rechtelijke uitspraken had gepubliceerd waarin zijn naam werd genoemd. De eiser verzocht MAGNOVA om zijn persoonsgegevens te anonimiseren, maar MAGNOVA heeft hier niet op gereageerd.

MAGNOVA heeft in het vrijwaringsincident verzocht om de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Raad voor de rechtspraak en de rechtbank Den Haag, in vrijwaring op te roepen. MAGNOVA stelde dat zij een overeenkomst had met het Bureau Internet Systemen en Toepassingen Rechterlijke Organisatie (BISTRO) over dataleveranties van rechterlijke uitspraken en dat zij erop mocht vertrouwen dat de ontvangen uitspraken correct waren. De kantonrechter oordeelde dat, indien MAGNOVA onrechtmatig had gehandeld door de uitspraken te publiceren, de Staat der Nederlanden mogelijk aansprakelijk zou kunnen zijn voor de gevolgen van een veroordeling van MAGNOVA.

De kantonrechter heeft de incidentele vordering van MAGNOVA toegewezen, omdat de eiser zich daartegen niet had verzet. De kosten van het incident werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De zaak werd verwezen naar de rolzitting van 9 februari 2022, waar MAGNOVA de gelegenheid kreeg om een conclusie van antwoord in te dienen. De verdere beslissing werd aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 9413780 CV EXPL 21-28850
Uitspraak: 14 januari 2022
vonnis in het incident van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[naam eiser], hierna: ‘[naam eiser]’,
wonende te [woonplaats eiser],
eiser bij exploot van dagvaarding van 16 augustus 2021,
verweerder in het vrijwaringsincident,
gemachtigde: mr. dr. D.J.B. Bosscher te Halfweg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAGNOVA B.V., hierna: ‘Magnova’,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
eiseres in het vrijwaringsincident,
in het geding verschenen bij haar bestuurder, [naam].

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het procesverloop blijkt uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding, met producties;
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring;
  • de ter rolzitting van 17 november 2021 door Magnova overgelegde productie;
  • de schriftelijke reactie van 24 november 2021 van de gemachtigde van [naam eiser].
1.2
De datum van deze uitspraak is door de kantonrechter op heden bepaald.

2..De beoordeling

2.1
Op de voet van artikel 209 Rv wordt eerst beslist op het door Magnova opgeworpen vrijwaringsincident. In verband daarmee wordt het volgende overwogen.
in het incident
2.2
[naam eiser] heeft bij dagvaarding gevorderd Magnova bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling aan hem van een bedrag van € 7.500,- aan schadevergoeding, met veroordeling van Magnova in de proceskosten en in de nakosten, dit alles vermeerderd met wettelijke rente.
2.3
Aan die vordering heeft [naam eiser] -samengevat en voor zover thans van belang- ten grondslag gelegd dat Magnova op de door haar beheerde websites ‘[website 1]’, ‘[website 2]’ en ‘[website 3]’ een tweetal (straf)rechtelijke uitspraken heeft gepubliceerd waarin de naam van [naam eiser] wordt genoemd. Hierop heeft [naam eiser] haar verzocht op die websites zijn persoonsgegevens (alsnog) te anonimiseren en hem een schadevergoeding naar billijkheid ter hoogte van € 7.500,- te betalen wegens schending van zijn privacy. Magnova is echter niet tot betaling daarvan overgegaan.
2.4
Magnova heeft vóór alle weren bij wege van incident verzocht haar toe te staan om de Staat der Nederlanden (de Raad voor de rechtspraak en de rechtbank Den Haag) in vrijwaring op te roepen. Ter toelichting daarop heeft zij -ook samengevat en voor zover thans van belang- het volgende aangevoerd.
Magnova heeft met het Bureau Internet Systemen en Toepassingen Rechterlijke Organisatie (‘BISTRO’), onderdeel van de Raad voor de rechtspraak, die het bestuur vormt van (onder andere) de rechtbank Den Haag, een overeenkomst gesloten over dataleveranties van rechterlijke uitspraken. Sinds 2005 maakt zij gebruik van een zogenoemde webservice en ontvangt zij dagelijks alle uitspraken die openbaar worden gepubliceerd in de vorm van de uitspraken (content) en ECLI-gegevens (metadata). In de zomer van 2005 heeft Magnova een website genaamd ‘[website 2]’ gelanceerd waarop alle door haar ontvangen uitspraken gepubliceerd worden. Via genoemde webservice kenbaar gemaakte anonimiseringsfouten worden door haar volautomatisch verwerkt. Magnova mag van de Raad voor de rechtspraak en de rechtbank Den Haag verwachten dat zij zich houden aan relevante privacywetgeving, waaronder de Algemene verordening gegevensbescherming (‘AVG’). Zij mocht er dan ook op vertrouwen, en heeft er ook op vertrouwd, dat de haar toegezonden uitspraken correct waren en geen grove fouten bevatten. Indien het publiceren door Magnova van de door [naam eiser] bedoelde uitspraken jegens hem onrechtmatig was, dan dient de bron van die -door hen inmiddels ook erkende- anonimiseringsfouten, derhalve de Staat der Nederlanden (de Raad voor de rechtspraak en de rechtbank Den Haag), Magnova ter zake te vrijwaren.
2.5
Vooropgesteld wordt dat voorwaarde voor de toewijsbaarheid van de incidentele vordering van Magnova tot oproeping in vrijwaring is dat de door haar in vrijwaring op te roepen borg, hier de Staat der Nederlanden (de Raad voor de rechtspraak en de rechtbank Den Haag), krachtens een rechtsverhouding met Magnova verplicht is de nadelige gevolgen van een eventuele veroordeling van Magnova in de hoofdzaak geheel of ten dele te dragen. Indien juist is hetgeen Magnova heeft gesteld (de kantonrechter begrijpt: dat zij krachtens de tussen haar en BISTRO/de Staat der Nederlanden bestaande rechtsverhouding erop mocht vertrouwen dat de haar aangeleverde uitspraken geen anonimiseringsfouten bevatten), zal zij de nadelige gevolgen van het eventuele verlies in de hoofdzaak geheel of ten dele kunnen afwentelen op genoemde borg. Daarmee is aan voormelde voorwaarde voldaan.
2.6
Te meer nu [naam eiser] zich daartegen niet heeft verzet, zal de incidentele vordering hierna dan ook worden toegewezen, als hierna gemeld.
2.7
De kantonrechter acht geen termen aanwezig een der partijen in de kosten van het incident te veroordelen. Die kosten zullen dan ook worden gecompenseerd.
in de hoofdzaak
2.8
Bij griffiersbrief van 17 december 2021 werd aan partijen medegedeeld dat Magnova, die nog geen conclusie van antwoord heeft genomen, dat (alsnog) mag doen ter rolzitting van 9 februari 2022. Na die rolzitting zal de kantonrechter beslissen over de wijze waarop de procedure wordt voortgezet.
2.9
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3..De beslissing

De kantonrechter:
in het incident
- staat Magnova toe om de Staat der Nederlanden (de Raad voor de rechtspraak en de rechtbank Den Haag) in vrijwaring op te roepen en verwijst de zaak ten behoeve van die oproeping naar de rolzitting van
woensdag 9 februari 2022 te 14.30 uur;
- compenseert de kosten van het incident zodat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak
- wijst Magnova erop dat zij op die rolzitting de gelegenheid heeft een conclusie van antwoord in te dienen. Indien zij schriftelijk wil reageren, dient de door haar te nemen conclusie (in tweevoud)
uiterlijk de dag vóór genoemde rolzitting om 12.00 uurter griffie ontvangen te zijn. Ook is het mogelijk op rolzitting mondeling te reageren; in dat geval dient Magnova rekening te houden met een wachttijd;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
654