Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 1 maart 2022 met producties;
- de mondelinge behandeling op 9 maart 2022.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft eiser, wonende te Rotterdam, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die als beheerder optreedt voor huurwoningen van [bedrijf A]. Eiser vordert nakoming van de huurovereenkomst en schadevergoeding na de ontruiming van de woning. De procedure begon met een dagvaarding op 1 maart 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 9 maart 2022. De feiten tonen aan dat eiser de woning bewoonde en huur betaalde aan gedaagde, die echter betwist dat er een huurovereenkomst bestaat. Gedaagde stelt dat zij enkel als beheerder optreedt en dat de eigenaar van de woning [bedrijf A] is. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen schriftelijke huurovereenkomst bestaat en dat gedaagde niet als verhuurder kan worden beschouwd. De vorderingen van eiser worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 676,00. Het vonnis is uitgesproken op 23 maart 2022.