Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 16 maart 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de akte houdende producties 78 tot en met 84 van mr. Uilhoorn.
2..De feiten
Werknemer verzuimt met een niet werk gerelateerd ziektebeeld; daarnaast bestaan er verschillende problemen van psychosociale aard en is er sprake van een verschil van inzicht tussen werkgever en werknemer. […] Re-integratie bij de huidige werkgever is aldus niet meer duurzaam van aard en belemmert mijns inziens het herstel. […]
3..De vordering
4..De beoordeling
re-integratieadvies van 6 september 2021 en zijn terugkoppeling van 27 september 2021, met dien verstande dat de bedrijfsarts in deze stukken ook de psychosociale problemen van [eiser] benoemt en concludeert dat de re-integratie niet (meer) bij de huidige werkgever zou moeten plaatsvinden, gelet op de verstoorde verhoudingen. Uit het bericht van de bedrijfsarts van 7 oktober 2021 volgt dat de bedrijfsarts nog nadere stukken heeft opgevraagd maar dat ook deze stukken geen aanleiding geven om zijn re-integratieadvies te herzien. Op basis van de adviezen van de bedrijfsarts moet er daarom van uit worden gegaan dat [eiser] op 4 oktober 2021 geschikt was om passende werkzaamheden bij een ander bedrijf dan RD Metals uit te voeren en dat [eiser] hiervan op de hoogte was, ook als hij de BML op dat moment nog niet op schrift had ontvangen.
12 oktober 2021 kennis heeft genomen van de uitkomsten van het werkplekonderzoek bij SSI.
re-integratiewerkzaamheden bij SSI te gaan uitvoeren per 18 oktober 2021. Uit hetgeen [eiser] aanvoert, leidt de kantonrechter af dat hij het niet eens is met het advies van de bedrijfsarts en met de uitkomsten van het werkplekonderzoek van 30 september 2021. Zoals hiervoor al is overwogen, is de bedrijfsarts van oordeel dat [eiser] in staat is vervangende werkzaamheden uit te voeren, waarbij rekening wordt gehouden met zijn beperkingen, zowel op fysiek als op psychisch gebied. Het UWV onderschrijft in zijn deskundigenoordeel van 2 februari 2022 dat het vervangende werk bij SSI passend is en dat er geen medische redenen zijn waarom [eiser] het aangeboden werk niet zou kunnen verrichten.
dr. [naam neuroloog] van 14 december 2021 en een brief van psycholoog [naam psycholoog] van 21 maart 2022 overgelegd. Neuroloog [naam neuroloog] schrijft in zijn brief dat sprake is van een al langer bestaande uitval van (onder andere) de n. tibialis (scheenbeenzenuw) en dat ondanks uitgebreid aanvullend onderzoek hiervoor geen verklaring is gevonden. Psycholoog [naam psycholoog] schrijft dat [eiser] spanningsklachten heeft die leiden tot stemmingsklachten en dat het oriënterend onderzoek naar onderliggende factoren die [eiser] mogelijk belemmeren in de omgang met de opeenstapeling van belastende factoren nog niet is afgerond.