3.1.[persoon A] vordert in de hoofdzaak bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en waar hierna toepasselijk telkens binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis:
“1. te verklaren voor recht dat:
Primairsprake is van bedrog aan de zijde van Ampire als bedoeld in artikel 3:44 lid 3 BW en (derhalve) onrechtmatig handelen jegens [persoon A] op grond van artikel 6:162 BW, op grond waarvan Ampire aansprakelijk is voor de door [persoon A] daardoor geleden en nog te lijden schade;
Subsidiair, voor zo ver vergoeding van de door [persoon A] geleden schade niet of niet volledig kan worden toegekend op de primaire grondslag, sprake is van non-conformiteit als bedoeld in artikel 7:17 BW, op grond waarvan Ampire aansprakelijk is voor de door [persoon A] daardoor geleden en nog te lijden schade;
Meer subsidiair, voor zo ver vergoeding van de door [persoon A] geleden schade niet of niet volledig kan worden toegekend op basis van de hiervoor beschreven grondslagen, sprake is van wanprestatie ex artikel 6:74 BW, op grond waarvan Ampire aansprakelijk is voor de door [persoon A] daardoor geleden en nog te lijden schade;
Meest subsidiair, voor zo ver vergoeding van de door [persoon A] geleden schade niet of niet volledig kan worden toegekend op basis van de hiervoor beschreven grondslagen, sprake is van dwaling ex artikel 6:228 lid 1 sub a en b BW en te verklaren voor recht dat de koopovereenkomst partieel is vernietigd, in die zin dat de koopsom wordt verlaagd teneinde het door [persoon A] daardoor geleden en nog te lijden nadeel (de schade) weg te nemen;
2. te verklaren voor recht dat Baljon in zijn zorgplicht jegens [persoon A] tekort is geschoten en derhalve onrechtmatig heeft gehandeld ex artikel 6:162 BW, op grond waarvan Baljon aansprakelijk is voor de door [persoon A] daardoor geleden en nog te lijden schade;
3. Ampire te veroordelen tot vergoeding aan [persoon A] , op grond van de hiervoor benoemde grondslagen, van de navolgende bedragen, of althans telkens tot vergoeding van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag:
Herstelkosten souterrain € 40.414,25;
Verbeteren waterslagen € 7.260,00;
Uitgraven kelder € 1.379,50;
Aanleggen lijngoot € 2.891,95;
Verwijderen betonvloer € 8.948,07;
Herstel gevelstucwerk € 19.863,20;
4. Ampire te veroordelen tot vergoeding aan [persoon A] van de door [persoon A] te lijden schade, voor zover thans nog niet te bepalen en derhalve nader op te maken bij staat, in verband met het herstel van het souterrain (hiervoor 3. Onder a), het herstel van het gevelstucwerk (hiervoor 3. Onder f) en de door [persoon A] te maken kosten voor het verkrijgen van de benodigde (omgevings)vergunningen om de huidige staat van de woning te legaliseren;
5. Ampire en Baljon, voor zover mogelijk hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn gekweten, dan wel in een door u in goede justitie te bepalen verhouding, te veroordelen tot vergoeding aan [persoon A] , op grond van de hiervoor benoemde grondslagen, van de navolgende bedragen, of althans telkens tot vergoeding van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag:
Garage en souterrain onterecht als gebruiksoppervlake “Wonen” € 145.000,00;
Teveel betaalde overdrachtsbelasting € 2.900,00;
Gemiste waardestijging € 13.764,00;
6. Ampire te veroordelen tot verstrekking aan [persoon A] van alle benodigde gegevens (in het bijzonder tekeningen, onderzoeken en onderzoeksrapporten, berekeningen, etc.) voor het indienen van een aanvraag voor de omgevingsvergunning(en) benodigd voor de legalisatie van de huidige staat van de woning en om aan te tonen dat de woning voldoet een wet- en regelgeving, waaronder het Bouwbesluit, dit binnen drie maanden na betekening van het in deze te wijzen vonnis of althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, zulks op straffe van een last onder dwangsom voor iedere dag dat verstrekking na voornoemde termijn uitblijft, ter hoogte van een bedrag van € 500 per dag, met een maximum van € 100.000,00, of althans op straffe van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen last onder dwangsom;
7.
Voorwaardelijk, in het geval dat de door [persoon A] op grond van de onder 6. bedoelde gegevens ingediende aanvraag wordt geweigerd en/of in de situatie dat [persoon A] door (het College van B&W van) de gemeente Rotterdam wordt gelast de aan de woning door of namens Ampire uitgevoerde werkzaamheden ongedaan te maken, Ampire en Baljon, voor zover mogelijk hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn gekweten, dan wel in een door de rechtbank in goede justitie te bepalen verhouding, te veroordelen tot vergoeding aan [persoon A] van:
de door [persoon A] te maken kosten voor het ongedaan maken van voornoemde werkzaamheden, voor zo ver nog niet te bepalen dan nader op te maken bij staat;
een bedrag van € 372.000,00, of althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, in verband met de in dat geval door [persoon A] betaalde, te hoge, koopsom, te vermeerderen met 2% over het toegewezen bedrag in verband met de in dat verband door [persoon A] over dat gedeelte van de koopsom teveel betaalde bedrag aan overdrachtsbelasting;
8. Ampire en Baljon, voor zover mogelijk hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn gekweten, dan wel in een door de rechtbank in goede justitie te bepalen verhouding, te veroordelen tot vergoeding aan [persoon A] van de navolgende bedragen, of althans tot vergoeding van door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedragen:
Kosten Nomen Rapport € 756,25; en
Kosten taxatie Bakker & Steffen en Kolpa € 1.949,99; en
Kosten inmeten en bepalen vergunningvrij € 2.447,23;
9. Ampire en Baljon, voor zover mogelijk hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn gekweten, dan wel in een door de rechtbank in goede justitie te bepalen verhouding, te veroordelen tot vergoeding aan [persoon A] van de wettelijke rente over de hiervoor toegewezen bedragen, vanaf (primair) de datum van levering van de woning, of althans (subsidiair) vanaf de factuurdatum van de bedragen die reeds zijn gefactureerd, of althans (meer subsidiair) vanaf de datum van dagvaarding of een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag van algehele voldoening;
10. Ampire en Baljon, voor zover mogelijk hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn gekweten, dan wel in een door de rechtbank in goede justitie te bepalen verhouding, te veroordelen tot vergoeding aan [persoon A] van de kosten van deze procedure, waaronder begrepen een vergoeding voor het salaris van de advocaat, te vermeerderen met de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze (na)kosten, te rekenen vanaf de termijn voor voldoening tot aan de dag van algehele voldoening.”