10.08.2015
[persoon C] treedt als werknemer in dienst van Developers.nl B.V. , een aan [bedrijf A] gelieerde onderneming. Dit gebeurt op basis van een tussen [persoon C] en Developers.nl B.V. gesloten arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd d.d. 30 juli 2015 (hierna: de arbeidsovereenkomst 2015).
30.08.2016
[persoon C] krijgt via de [stichting B] certificaten van aandelen in [bedrijf A] . Daarop zijn de administratievoorwaarden van de [stichting B] van toepassing. Ook wordt er tussen o.a. [persoon C] , [bedrijf A] en de [stichting B] een certificaathoudersovereenkomst gesloten. In die laatste overeenkomst zit in artikel 2 een aanbiedingsregeling, waarbij artikel 3 bepaalt welke prijs er bij aanbieding geldt.
02.01.2017
[bedrijf A] en [persoon C] sluiten met terugwerkende kracht tot 30 augustus 2016 een overeenkomst van opdracht van onbepaalde duur. De overwegingen van deze overeenkomst bepalen dat [persoon C] ook werknemer is van Developers.nl B.V. en dat deze overeenkomst daar los van staat. De overeenkomst bepaalt verder dat [persoon C] geen honorarium voor zijn werk onder deze overeenkomst zal ontvangen, maar in plaats daarvan certificaten in [bedrijf A] heeft ontvangen. Artikel 20 van deze overeenkomst bevat een aanbiedingsplicht.
30.09.2017
De arbeidsovereenkomst 2015 tussen [persoon C] en Developers.nl B.V. wordt met ingang van deze datum in onderling akkoord beëindigd.
01.10.2017
[persoon C] treedt als werknemer in dienst bij [bedrijf A] als Chief Technology Officier op basis van een tussen hen gesloten arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (hierna: de arbeidsovereenkomst 2017).
30.04.2018
De arbeidsovereenkomst 2017 tussen [bedrijf A] en [persoon C] wordt met ingang van deze datum in onderling overleg beëindigd.
01.05.2018
Ingangsdatum van een overeenkomst van opdracht tussen [bedrijf A] en [persoon C] via Mytronics B.V. Deze is neergelegd in een raamovereenkomst van opdracht en een deelovereenkomst van opdracht. Deze overeenkomst bepaalt dat [persoon C] tot 31 december 2018 gedurende 40 uur per week voor [bedrijf A] zal werken.
30.09.2018
Einde inzet [persoon C] voor [bedrijf A] . Dit is bevestigd door [persoon A] in een e-mail van 07 september 2018. In die e-mail wordt niet ingegaan op de certificaten die [persoon C] houdt in [bedrijf A] .
02.03.2021
[persoon A] vraagt [persoon C] om zijn certificaten aan te bieden en te verkopen.
Nadien
Partijen overleggen over een mogelijke verkoop en wisselen concepten van een vaststellingsovereenkomst uit. Deze overeenkomst wordt uiteindelijk niet getekend.