In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 maart 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Eiseres kreeg op 13 maart 2020 een boete van € 1.500,- opgelegd vanwege een overtreding van de Wet dieren. Dit besluit werd door de minister in een later besluit op 30 november 2020 gehandhaafd, ondanks het bezwaar van eiseres. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft de minister gevraagd om toelichting op het interventiebeleid dat in deze zaak van toepassing is. De minister heeft vervolgens erkend dat de boete onterecht was opgelegd, omdat volgens het interventiebeleid bij overtredingsklasse C eerst schriftelijk gewaarschuwd had moeten worden voordat een boete kon worden opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de boete ten onrechte was opgelegd en heeft het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank heeft het primaire besluit herroepen, waardoor de boete vervalt. Tevens is bepaald dat de minister het door eiseres betaalde griffierecht vergoedt. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.