Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..Het geschil
3..De beoordeling
4..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die werd behandeld door de kantonrechter in Rotterdam, gaat het om een geschil tussen twee buren, [persoon A] en [persoon B], over een schutting die door [persoon B] is geplaatst op de erfafscheiding. [persoon A] stelt dat de schutting in strijd is met de voorwaarden van hun verhuurder, Havensteder, en dat deze hem de zon ontneemt. [persoon B] daarentegen betoogt dat hij toestemming heeft gekregen van Havensteder voor het plaatsen van de schutting en dat deze niet in strijd is met het burenrecht. De mondelinge behandeling vond plaats op 10 januari 2022, waarbij beide partijen en een vertegenwoordiger van Havensteder aanwezig waren. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden om [persoon B] in de gelegenheid te stellen schriftelijke toestemming van Havensteder te verkrijgen. Op 9 februari 2022 bevestigde Havensteder dat [persoon B] toestemming had gekregen voor de schutting. De kantonrechter overweegt dat de schutting voldoet aan de wettelijke eisen en dat [persoon A] niet heeft aangetoond dat de schutting onrechtmatige hinder veroorzaakt. De vordering van [persoon A] om de schutting te verwijderen wordt afgewezen. Beide partijen worden veroordeeld tot het dragen van hun eigen kosten en het betalen van de helft van het griffierecht.