ECLI:NL:RBROT:2022:285

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 januari 2022
Publicatiedatum
19 januari 2022
Zaaknummer
C/10/630590 / JE RK 21-3322
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 januari 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de minderjarige, die in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) te Lelystad verblijft, als kwetsbaar en beïnvloedbaar aangemerkt. De GI heeft verzocht om een machtiging voor opname in een gesloten accommodatie voor de duur van zes maanden, omdat de minderjarige behoefte heeft aan structuur en een omgeving die aandacht besteedt aan zijn sociaal-emotionele ontwikkeling en traumaverwerking. De moeder van de minderjarige heeft ingestemd met dit verzoek, evenals de minderjarige zelf, die eerder positieve ervaringen had in de groep Atlantis bij Harreveld.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds 6 november 2021 in voorlopige hechtenis verblijft, naar aanleiding van een verdenking van betrokkenheid bij een woningoverval. De zorgen over zijn ontwikkeling zijn groot, en zijn verblijf in de JJI kan negatieve gevolgen hebben voor zijn verdere ontwikkeling. De kinderrechter heeft op basis van artikel 6.1.2 van de Jeugdwet geoordeeld dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen aan te pakken en om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de jeugdhulp onttrekt.

De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend, die ingaat op 10 januari 2022 en loopt tot 10 juli 2022. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. C.N. Melkert, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/630590 / JE RK 21-3322
datum uitspraak: 10 januari 2022

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2007 te [geboorteplaats minderjarige] ( [geboorteland minderjarige] ), hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 17 december 2021, ingekomen bij de griffie op 17 december 2021;
- de verklaring d.d. 17 december 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 3 januari 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- het gewijzigd verzoek van de GI van 5 januari 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de instemmende verklaring d.d. 5 januari 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 10 januari 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , bijgestaan door mr. C.P. Timmers,
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
[voornaam minderjarige] en mr. Timmers zijn beiden telefonisch gehoord.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) te Lelystad.
Bij beschikking van 14 september 2021 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 20 september 2022. Bij deze beschikking heeft de kinderrechter tevens een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend tot 20 september 2022.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden. [voornaam minderjarige] verblijft momenteel in voorlopige hechtenis in de JJI. [voornaam minderjarige] is kwetsbaar en beïnvloedbaar. [voornaam minderjarige] zit daarom niet op zijn plek in de JJI. Hij heeft behoefte aan structuur, regelmaat en een omgeving met een mild klimaat waar aandacht is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en traumaverwerking. Er is reeds een schorsingsverzoek ingediend voor de voorlopige hechtenis. Voor [voornaam minderjarige] is er een plek bij Harreveld, de groep Atlantis. Dit is voor hem een vertrouwde plek. De bedoeling is dat hij naar deze plek gaat en daar behandeling krijgt. Er wordt voor de periode na Harreveld gezocht naar een perspectiefbiedend driestromenhuis.

Het standpunt van belanghebbenden

Door en namens [voornaam minderjarige] is ingestemd met het verzoek. [voornaam minderjarige] heeft zich in het verleden goed ontwikkeld bij Atlantis Harreveld.
De moeder is het eens met het verzoek. [voornaam minderjarige] zit in de JJI niet op zijn plek. Hij is jong en kwetsbaar.

De beoordeling

Gelet op artikel 6.1.2, tweede lid, van de Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf in de gesloten jeugdhulp noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] sinds 6 november 2021 in voorlopige hechtenis verblijft in een Justitiële Jeugdinrichting te Lelystad. Aanleiding hier voor is de verdenking van zijn betrokkenheid bij een woningoverval. De zorgen over [voornaam minderjarige] zijn met name gelegen in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling en zijn gewetensontwikkeling. [voornaam minderjarige] is jong, kwetsbaar en beïnvloedbaar. Hij vertoont zorgelijk gedrag. Zijn verblijf in de JJI kan negatief van invloed zijn op de contacten die [voornaam minderjarige] aangaat met mogelijk nieuw crimineel en grensoverschrijdend gedrag ten gevolge. Voordat [voornaam minderjarige] in voorarrest is geplaatst, verbleef hij op een open groep. [voornaam minderjarige] is daar regelmatig weggelopen, hetgeen zijn behandeling frustreerde. Tevens kon zijn veiligheid en die van anderen onvoldoende worden gewaarborgd. [voornaam minderjarige] heeft behoefte aan de structuur, regelmaat en grenzen die de geslotenheid hem bieden. Een plaatsing op een gesloten groep biedt [voornaam minderjarige] de gelegenheid om traumabehandeling te volgen zodat zijn perspectief kan worden bepaald. Dat [voornaam minderjarige] waarschijnlijk naar een voor hem vertrouwde plek toe kan, is prettig.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 10 januari 2022 tot 10 juli 2022 betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2022 door mr. C.N. Melkert, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 januari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.