Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
[naam kind],
[naam moeder],
[naam vader],
Het procesverloop
- de vader;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam 1] en [naam 2].
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 januari 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling van [naam kind] was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 18 januari 2018 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De laatste verlenging liep tot 18 januari 2022. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 19 november 2021 een verzoekschrift ingediend om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen en om de machtiging tot uithuisplaatsing bij de vader van [naam kind] voor zes maanden te verlengen. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 januari 2022 waren de vader en vertegenwoordigers van de GI aanwezig, terwijl de moeder niet verscheen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] momenteel verblijft in een open groep van het Bergse Bos en dat er een positief traject loopt om te onderzoeken of [naam kind] bij de vader kan wonen. De vader is het eens met het verzoek en heeft samen met de moeder gezamenlijk gezag aangevraagd. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 18 januari 2023 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 18 juli 2022, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. R.H. de Vries, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier.