In deze zaak vordert eiseres, die zonder juridische bijstand procedeert, nakoming van een huurovereenkomst met Stichting Woonbron. Eiseres stelt dat er een huurovereenkomst tot stand is gekomen, maar de kantonrechter oordeelt dat dit niet het geval is. De procedure begint met een dagvaarding van 25 augustus 2021, gevolgd door verschillende stukken, waaronder een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling op 1 december 2021. De feiten zijn als volgt: Woonbron heeft in 2021 een woning aangeboden op Woonnet Rijnmond, waarop eiseres heeft gereageerd. Na een bezichtiging op 3 mei 2021, heeft Woonbron op 6 mei 2021 eiseres uitgenodigd om de huurovereenkomst te ondertekenen. Eiseres heeft echter op 9 mei 2021 aangegeven dat zij niet akkoord gaat met de huurovereenkomst en verbeteringen wenst. Woonbron heeft daarop aangegeven dat zij niet in kan gaan op individuele wensen en dat de woning aan een ander toegewezen kan worden als eiseres niet ondertekent.
De kantonrechter oordeelt dat er geen huurovereenkomst tot stand is gekomen, omdat eiseres het aanbod van Woonbron niet heeft aanvaard. De rechter stelt dat de voorwaarden van Woonbron redelijk zijn en dat eiseres niet kan eisen dat deze worden aangepast. Aangezien er geen huurovereenkomst bestaat, kan Woonbron ook niet tekortschieten in de nakoming ervan. De vorderingen van eiseres worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, vastgesteld op € 932,50 aan salaris voor de gemachtigde van Woonbron. De uitspraak is gedaan door mr. S.H. Poiesz op 22 april 2022.