ECLI:NL:RBROT:2022:2970
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens herhaaldelijk niet verschijnen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door verzoeker op 6 december 2021. Verzoeker is meerdere keren opgeroepen voor een zitting, zowel telefonisch als fysiek, maar is in geen van deze gevallen verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker op 17 januari 2022 en 10 februari 2022 niet bereikbaar was tijdens de telefonische zittingen en ook niet op de fysieke zitting op 31 maart 2022 is verschenen. Mevrouw M. Koçak, de beschermingsbewindvoerder van verzoeker, was wel aanwezig tijdens de zitting.
De rechtbank heeft de schuldenlast van verzoeker vastgesteld op € 155.243,77, zoals vermeld in de verklaring volgens artikel 285 van de Faillissementswet. Gezien het herhaaldelijk niet verschijnen van verzoeker, heeft de rechtbank geconstateerd dat er gegronde vrees bestaat dat verzoeker de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren zal nakomen, met name de informatieverplichting. Daarom heeft de rechtbank besloten het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af te wijzen.
De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep in te stellen, uitsluitend via een advocaat.