Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[persoon A] ,
1..de commanditaire vennootschap
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 11 januari 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, alsmede akte vermeerdering van eis in conventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlaten producties (in conventie en reconventie);
- de akte vermeerdering van eis, tevens akte overlegging producties, aan de zijde van [bedrijf B] ;
- de tijdens de op 7 februari 2022 gehouden mondelinge behandeling aan de zijde van beide partijen overgelegde spreekaantekeningen;
- het proces-verbaal van de op 7 februari 2022 gehouden mondelinge behandeling;
- het herstel proces-verbaal d.d. 23 maart 2022.
2..De feiten
4 november 2019 van Brefu is - voor zover thans van belang - het volgende vermeld:
Het leveren en aanbrengen van 26 stuks buispalen (…), paalsysteemtrillingarm, inwendig geslagen, grondverdringend paalsysteem.
- De scheuren in de binnenruimtes zijn aanzienlijk toegenomen.
- Aan de buitenzijde is de scheurvorming in het metselwerk en in de betonnen lateien toegenomen.
- De vloeren zijn aanzienlijk en in ongelijke mate gezakt.
- Een van de stalen liggers onder de begane grondvloer is gekanteld waardoor de vloer niet meer goed wordt ondersteund en er noodvoorzieningen zijn geplaatst.
- Ongelijke zettingen. De grond in de kruipruimte van het pand van [bedrijf B] (…) is tot 1,75 meter uitgegraven waardoor zettingen kunnen zijn ontstaan.
- Trillingen. De trilling als gevolg van de heiwerkzaamheden in het pand van [bedrijf B] (…) en grondverdringing die kunnen leiden tot zettingen.
3..Het geschil
3 maart 2020 herstel van schade heeft toegezegd, betreft deze toezegging enkel schade veroorzaakt door de funderingswerkzaamheden. [bedrijf B] betwist uitdrukkelijk dat de door [bedrijf A] gevorderde schade van in totaal € 316.184,63 door deze werkzaamheden is veroorzaakt. Er is sprake van een geheel andere schadeoorzaak, namelijk de slechte fundering van het pand van [bedrijf A] , alsmede het daardoor al jaren eerder ingetreden autonome zakkingsproces. De schade aan het pand [adres 1] wijst er op dat deze het gevolg is van het nalaten van [bedrijf A] om haar eigen fundering te herstellen. Nu een causaal verband tussen de funderingswerkzaamheden van [bedrijf B] en de door [bedrijf A] gestelde schade ontbreekt, is [bedrijf B] niet aansprakelijk.
€ 17.918,89, te vermeerderen met rente en kosten.
4..De beoordeling
e-mail niet als een instemming met de kostenbijdrage kan worden beschouwd. Het standpunt van [bedrijf A] dat haar e-mail van 17 februari 2020 door [bedrijf B] niet is opgevat als een akkoord met betrekking tot de bijdrage, gelet op de e-mail van [bedrijf B] van 18 februari 2020, kan niet slagen. Anders dan [bedrijf A] heeft aangevoerd, ziet de door [bedrijf B] in haar bericht van
18 februari 2020 verzochte schriftelijke instemming, “bij gebreke waarvan een kort geding zal worden geëntameerd”, op het in opdracht van [bedrijf B] laten verrichten van de funderingswerkzaamheden. Voor zover [bedrijf A] zich op een later moment heeft “bedacht” en zij niet langer meer akkoord was met de bijdrage, komt dat voor rekening en risico van [bedrijf A] en doet dat geen afbreuk aan de instemming met de bijdrage die door [bedrijf A] bij voormelde
e-mail van 17 februari 2020 is gegeven.
€ 17.918,89 zijn inbegrepen. Niet van belang is welk bedrag [bedrijf B] (uiteindelijk) aan Brefu heeft voldaan voor alle funderingsherstelwerkzaamheden.
5..De beslissing
woensdag 18 mei 2022voor het nemen van een akte door beide partijen, waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage,