In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 april 2022 uitspraak gedaan in de zaken met de zaaknummers C/10/634106 / JE RK 22-448 en C/10/634107 / JE RK 22-449. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind] verlengd tot 15 april 2023 en de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot 15 oktober 2022. De kinderrechter heeft ook vervangende toestemming verleend voor noodzakelijke medische behandeling van [naam kind]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder van [naam kind] en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling en heeft gepleit voor een thuisplaatsing van [naam kind]. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de ontwikkeling van [naam kind] ernstig wordt bedreigd en dat de huidige situatie in de jeugdhulpinstelling noodzakelijk is voor zijn welzijn. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om te onderzoeken of een aparte jeugdbeschermer voor de moeder kan worden ingezet om de samenwerking te verbeteren. De kinderrechter heeft de zaak aangehouden tot een pro forma-datum van 1 september 2022, waarbij de GI een rapportage moet overleggen over de stand van zaken. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.