In deze zaak heeft de kinderrechter op 4 januari 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren in 2005, momenteel verblijft in een open groep bij Zorg Hoop Liefde (ZHL) en dat er zorgen zijn over zijn ontwikkeling. De ondertoezichtstelling van de minderjarige is uitgesproken tot 30 september 2022, en eerder is de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 12 januari 2022. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling, omdat de minderjarige nog niet in staat is om naar huis terug te keren. De moeder en de vader van de minderjarige hebben ingestemd met het verzoek, waarbij zij hun zorgen over de ontwikkeling van hun kind hebben geuit. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er nog geen positieve ontwikkeling is waargenomen en dat de minderjarige ondersteuning nodig heeft van hulpverleners om zijn motivatie voor behandeling te waarborgen. De kinderrechter heeft daarom besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 30 september 2022, in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige, zoals bedoeld in artikel 1:265b, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek. De beschikking is mondeling gegeven en uitvoerbaar bij voorraad verklaard.