ECLI:NL:RBROT:2022:3257
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Schorsing van non-concurrentiebeding en uitleg relatiebeding in arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 28 april 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [persoon A] en Flexurance B.V. [persoon A] vorderde de schorsing van een non-concurrentiebeding en de beperking van de duur daarvan, alsook een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Flexurance B.V. vorderde in reconventie een verbod voor [persoon A] om werkzaamheden te verrichten voor MOOTIO, een concurrent. De procedure volgde op een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussen [persoon A] en Flexurance, waarin een relatie- en concurrentiebeding was opgenomen. De kantonrechter oordeelde dat het non-concurrentiebeding niet rechtsgeldig was, omdat de vereiste schriftelijke motivering ontbrak, zoals voorgeschreven in artikel 7:653 lid 2 BW. De vordering tot schorsing van het non-concurrentiebeding werd toegewezen. Wat betreft het relatiebeding oordeelde de rechter dat dit wel geldig was, maar dat de uitleg en reikwijdte ervan ter discussie stonden. De kantonrechter concludeerde dat [persoon A] zich aan het relatiebeding moest houden, ook ten aanzien van gemeenschappelijke relaties met MOOTIO. De vordering in reconventie van Flexurance werd afgewezen, omdat het relatiebeding niet uitsloot dat [persoon A] werkzaamheden voor MOOTIO kon verrichten. Flexurance werd veroordeeld in de proceskosten.