ECLI:NL:RBROT:2022:3374

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 februari 2022
Publicatiedatum
5 mei 2022
Zaaknummer
9350702 / CV EXPL 21-24447
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in civiele procedure tussen besloten vennootschap en gedaagde over licentie en gebruik van software

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter in Rotterdam, is een tussenvonnis uitgesproken op 4 februari 2022 in de zaak tussen een besloten vennootschap (hierna: eiseres) en een gedaagde die procedeert in persoon. De procedure is gestart met een dagvaarding op 13 juli 2021, waarna verschillende processtukken zijn ingediend, waaronder een verzoek om uitstel van de gedaagde en een tussenvonnis waarin een mondelinge behandeling is bepaald. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 december 2021 werd het verweer van de gedaagde voor het eerst gepresenteerd, wat leidde tot een verwijzing naar de rol voor verdere uitwisseling van stukken.

De kantonrechter heeft besloten om de mondelinge behandeling voort te zetten, omdat het geschil tussen partijen nu pas in volle omvang bekend is. De rechter heeft aangegeven dat tijdens deze voortzetting onder andere de duur van de overeenkomst, de voorbereiding en installatie van de software, en de gebruiksmogelijkheden van de licentie aan de orde zullen komen. Partijen zijn verplicht om alle relevante stukken uiterlijk een week voor de zitting in te dienen.

De kantonrechter heeft ook bepaald dat partijen hun verhinderdata voor de maanden maart, april en mei 2022 moeten opgeven, zodat er een datum voor de voortzetting van de mondelinge behandeling kan worden vastgesteld. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.C. van der Kolk en verdere beslissingen zijn aangehouden tot de volgende zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9350702 / CV EXPL 21-24447
uitspraak: 4 februari 2022 (bij vervroeging)
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende in Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres](hierna: [eiseres] ),
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
eiseres,
gemachtigde: [naam gemachtigde] te [plaats] ,
tegen
[gedaagde] h.o.d.n. [handelsnaam](hierna: [gedaagde] ),
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde,
procederend in persoon.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 13 juli 2021, met producties;
  • de e-mail van 26 juli 2021 van [gedaagde] , waarbij zij om uitstel voor het geven van een reactie op de dagvaarding heeft verzocht;
  • het tussenvonnis van 4 oktober 2021, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • het proces-verbaal van de op 10 december 2021 gehouden mondelinge behandeling;
  • de akte beraadrol aan de zijde van [eiseres] , met een productie;
  • de e-mail van 19 januari 2022 aan de zijde van [gedaagde] , met producties.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bij vervroeging bepaald op vandaag.

2..De beoordeling

2.1.
Voorafgaand aan de op 10 december 2021 gehouden mondelinge behandeling was niet duidelijk wat het verweer van [gedaagde] tegen de vordering van [eiseres] was. [gedaagde] had namelijk niet op de dagvaarding gereageerd, maar enkel om uitstel voor een reactie verzocht. Die reactie is nadien niet meer ontvangen.
2.2.
Tijdens de mondelinge behandeling namen de kantonrechter én [eiseres] voor het eerst kennis van het verweer van [gedaagde] . De zaak is daarom na de mondelinge behandeling naar de rol verwezen, zodat partijen zich nog over en weer konden uitlaten. Dit heeft geresulteerd in een akte aan de zijde van [eiseres] , met één productie, en een e-mail aan de zijde van [gedaagde] , met meerdere producties.
2.3.
Aangezien het geschil tussen partijen nu pas in volle omvang bekend is, acht de kantonrechter het gewenst om de zaak nogmaals met partijen te bespreken. Daartoe wordt een voortzetting van de mondelinge behandeling gelast. Tijdens de voortzetting van de mondelinge behandeling zullen in ieder geval de volgende punten aan de orde komen:
  • wat de duur van de tussen partijen gesloten overeenkomst was;
  • of daadwerkelijk sprake is geweest van “voorbereiding/installatie/instructie” van de software die aan de door [eiseres] verstrekte licentie was gekoppeld; en
  • of voor [gedaagde] de mogelijkheid bestond om de door [eiseres] verstrekte licentie daadwerkelijk te gebruiken.
De mondelinge behandeling zal ook worden benut om te bezien of partijen (alsnog) een minnelijke regeling kunnen treffen.
2.4.
Alle stukken die op de zaak betrekking (kunnen) hebben en die nog niet in het geding zijn gebracht, moeten door de partij die deze tijdens de mondelinge behandeling ter sprake wil brengen uiterlijk een week voor de zittingsdatum aan de kantonrechter en aan de wederpartij worden toegezonden.
2.5.
[eiseres] mag - indien zij dat wenst - voorafgaand aan de te houden mondelinge behandeling nog bij schriftelijke akte op de door [gedaagde] bij e-mail van 19 januari 2022 overgelegde producties reageren. [eiseres] mag deze reactie echter ook tijdens de mondelinge behandeling geven. Zo [eiseres] schriftelijk wil reageren, moet de schriftelijke reactie uiterlijk een week voor de zittingsdatum in het bezit van de kantonrechter en [gedaagde] zijn.
2.6.
De zaak wordt nu verwezen naar
woensdag 16 februari 2022om partijen de gelegenheid te bieden hun verhinderdata voor de maanden maart, april en mei 2022 op te geven, zodat daarmee rekening kan worden gehouden bij het vaststellen van een datum en tijd voor de mondelinge behandeling. De kantonrechter zal vervolgens op de beraadrol van maandag 21 februari 2022 een datum en tijdstip voor de mondelinge behandeling bepalen, waarna deze per brief aan partijen worden medegedeeld. Uitstel is niet mogelijk, tenzij beide partijen daar gezamenlijk om verzoeken.
2.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3..De beslissing

De kantonrechter:
bepaalt dat partijen (in persoon of behoorlijk vertegenwoordigd en desgewenst met hun gemachtigde) op een nader te bepalen datum en tijd moeten verschijnen in het Gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam, tijdens de voortzetting van de mondelinge behandeling van de hierna genoemde kantonrechter;
wijst partijen op hetgeen hiervoor over het in het geding brengen van (nadere) stukken is bepaald;
stelt [eiseres] desgewenst in de gelegenheid om bij schriftelijke akte op de door [gedaagde] bij e-mail van 19 januari 2022 overgelegde producties te reageren, welke schriftelijke reactie uiterlijk een week voor de zittingsdatum in het bezit van de kantonrechter en [gedaagde] moet zijn;
stelt partijen in de gelegenheid om
uiterlijk op woensdag 16 februari 2022hun verhinderdata voor de maanden maart, april en mei 2022 op te geven;
bepaalt dat de schriftelijke opgaaf uiterlijk op de voormelde dag om 12:00 uur op de griffie moet zijn ontvangen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en uitgesproken op een openbare terechtzitting.
38671