ECLI:NL:RBROT:2022:3517

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
10 mei 2022
Zaaknummer
C/10/542215 / HA ZA 18-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaand saldo en proceskostenveroordeling in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 mei 2022 een eindvonnis gewezen in de zaak tussen ZEGRO-CENTRUM ROTTERDAM B.V. (eiseres) en DELFTSESTRAAT EXPLOITATIE B.V. (gedaagde). De zaak betreft een vordering van Zegro tot betaling van een openstaand saldo van € 193.000,04, dat volgens Zegro voortvloeit uit een overeenkomst tussen partijen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende gemotiveerd verweer is gevoerd door Delftsestraat, waardoor zij haar recht heeft verspeeld om op de vordering te reageren. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 9 juni 2021 al overwogen dat de overeenstemming over het openstaand bedrag per 21 september 2018 niet vaststond, maar dat Zegro vanuit een historisch perspectief moest aantonen dat zij recht had op het gevorderde bedrag. Zegro heeft dit gedaan door bewijsstukken over te leggen en de administratie van beide partijen te vergelijken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat Delftsestraat niet tijdig heeft gereageerd op de facturen en dat het gevorderde bedrag van € 193.000,04 als verschuldigd moet worden beschouwd. Daarnaast heeft de rechtbank de wettelijke handelsrente en proceskosten aan de zijde van Zegro toegewezen. Het totaal te vorderen bedrag komt uit op € 150.598,93, te vermeerderen met rente en kosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/604188/ HA ZA 20-889
Vonnis van 4 mei 2022
in de zaak van
ZEGRO-CENTRUM ROTTERDAM B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. K. Durlik te Veghel,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DELFTSESTRAAT EXPLOITATIE B.V., tevens handelend onder de naam
[handelsnaam],
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. A. Ester te Zwijndrecht.
Partijen zullen hierna Zegro en Delftsestraat genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van deze rechtbank van 9 juni 2021, waarbij de zaak naar de rol is verwezen voor het nemen van aktes;
  • de akte ter uitlating en overlegging producties van Delftsestraat;
  • de antwoordakte (met producties) van Zegro;
  • de akte ter uitlating akte en overlegging productie van Delftsestraat;
  • de antwoordakte van Zegro.
1.2.
Tenslotte is het vonnis nader bepaald op heden.

2..De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank overwogen (I) dat naar haar voorlopig oordeel de overeenstemming over een openstaand bedrag (van € 52.749,96) per 21 september 2018 nog niet is komen vast te staan, alsmede (II) dat, tenzij dat alsnog door Zegro bewezen wordt of partijen alsnog afspreken dat van een bepaalde datum uitgegaan kan worden, Zegro vanuit een historisch perspectief zal moeten aantonen dat zij recht heeft op het gevorderde bedrag.
De rechtbank constateert dat van nader bewijs noch van een afspraak tussen partijen is gebleken, zodat de vordering vanuit historisch perspectief bekeken zal moeten worden.
2.2.
Zegro baseert haar vordering thans op overeenstemming tussen partijen over het
openstaand saldo per 2 juli 2015, dan wel nakoming van de betalingsverplichting
vanuit een historisch perspectief per 2 juli 2015 en nadien.
Zegro stelt dat uit productie 9 van Delftsestraat blijkt welk bedrag aan openstaande posten er was per genoemde datum. Delftsestraat heeft immers als productie 9 een overzicht in het geding gebracht waarvan zijzelf heeft gesteld dat hierin alle betalingen staan die Delftsestraat heeft gedaan in de periode 2 juli 2015 tot en met 28 juli 2019. In die productie heeft Delftsestraat ten aanzien van de (meeste) betalingen aangegeven op welke factuur
deze toezagen. Hiermee heeft Delftsestraat de verschuldigdheid van een groot aantal
facturen erkend. De facturen met een factuurdatum vóór 2 juli 2015 die Delftsestraat
betaald heeft (conform haar productie 9) stonden dus open op 2 juli 2015. In productie
9 van Delftsestraat staan bij de facturen geen factuurdata vermeld, daarom heeft
Zegro de facturen van productie 9 van Delftsestraat overgenomen naar een overzicht
waarin zij ook de factuurdata heeft vermeld (zie productie 26 bij haar eerste antwoordakte kolom C).
In productie 26, kolom C, staan de facturen met factuurdatum 10 april 2015 t/m 1 juli
2015 (kolom C regel 4 tot en met 70). Deze facturen bedragen tezamen € 87.252,25.
Dit betekent dat volgens Zegro er uitgegaan dient te worden van een openstaand saldo van
€ 87.252,25 op 2 juli 2015, zijnde het historisch beginpunt.
2.3.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Delftsestraat onvoldoende gemotiveerd weersproken dat er op 2 juli 2015 overeenstemming tussen partijen bestond over een openstaand bedrag van € 87.252,25. Delftsestraat reageert immers slechts in algemene zin dat Zegro goochelt met cijfers en vraagt om een nieuwe mondelinge behandeling. Ook noemt zij de akte van Zegro ten onrechte een nieuwe dagvaarding. Zoals uit het voorgaande volgt heeft Zegro invulling gegeven aan de beslissing van de rechtbank om haar vordering vanuit historisch perspectief te onderbouwen.
2.4.
Zegro heeft vervolgens de producties 7 (overzicht uit de boekhouding van Delftsestraat per 20 juni 2019) en eerdergenoemde productie 9 van Delftsestraat vergeleken met haar eigen administratie en zij stelt hieruit te kunnen vaststellen welke verschillen er zijn tussen de administraties van Delftsestraat en Zegro. Zij heeft daarbij de verschillen in kaart gebracht zowel ten aanzien van de facturen, de betalingen als de crediteringen. De verschillen tussen de administratie van Delftsestraat volgens de producties 7 en 9 en de administratie van Zegro heeft Zegro inzichtelijk gemaakt in productie 26 bij haar eerste antwoordakte. Dit overzicht heeft zij genoemd "vergelijk mutaties" en dit exceloverzicht heeft zij tevens op een usb-stick overgelegd.
2.5.
Het “vergelijk mutaties” van Zegro wordt door Delftsestraat als zodanig niet betwist. In grote lijnen ziet dit overzicht er als volgt uit.
In kolom C heeft Zegro aan de hand van productie 9 van Delftsestraat de facturen vermeld die open stonden op 2 juli 2015, resulterend in € 87.252,25.
In kolom D heeft Zegro alle facturen met factuurdatum ná 2 juli 2015 volgens haar eigen administratie opgenomen. Deze kolom resulteert in een bedrag van € 2.228.002,25.
Tussenconclusie: Het openstaande saldo per 2 juli 2015 ad € 87.252,25 (kolom C) +
de facturen met factuurdatum ná 2 juli 2015 ad € 2.228.002,25 (kolom D) resulteert in
€ 2.315.254,40 als zijnde het totale gefactureerde bedrag.
Kolom E: In kolom E heeft Zegro alle mutaties (betalingen en crediteringen) vanaf 2
juli 2015 volgens haar eigen administratie opgenomen. Kolom E resulteert in een
volgens de administratie van Zegro door Delftsestraat vanaf 2 juli 2015 tot incasso-overdracht betaald en gecrediteerd bedrag van € 2.187.254,46.
Tussenconclusie: Het totale gefactureerde bedrag van € 2.315.254,50 (kolom C+D)
min het vanaf 2 juli 2015 tot incasso-overdracht betaalde en gecrediteerde bedrag van
€ 2.187.254,46 (kolom E) = € 193.000,04, zijnde het door Zegro ter incasso gegeven
bedrag.
Kolom F: In kolom F heeft Zegro het openstaand saldo vermeld na verrekening van de
factuur (kolom C+D) met de mutaties (betalingen en crediteringen kolom E) volgens de
administratie van Zegro. Kolom F is dus het openstaand saldo volgens de
administratie van Zegro ad € 193.000,04, zijnde het door Zegro ter incasso gegeven bedrag.
Kolom G: in kolom G zijn alle mutaties opgenomen (betalingen en crediteringen)
volgens productie 9 van Delftsestraat. Volgens productie 9 is er vóór incassooverdracht
€ 2.093.805,46 betaald en gecrediteerd door Delftsestraat. Uit deze kolom
volgt onder andere welke facturen door Delftsestraat zijn erkend in productie 9. Dit zijn
de facturen waar een bedrag is ingevuld in kolom G.
Kolom H: In kolom H is in kaart gebracht wat de verschillen zijn tussen de mutaties
(betalingen en/ of crediteringen) volgens de administratie van Delftsestraat in productie
9 (kolom G) en de mutaties (betalingen en/ of crediteringen) volgens de administratie
van Zegro (kolom E). Kolom H resulteert in een bedrag van € -28.449,00. Dit betekent
volgens Zegro dat zij € 28.449,00 meer betalingen en crediteringen in haar administratie heeft dan Delftsestraat (aldus ten gunste van Delftsestraat). Deze verschillen zijn verder
uitgewerkt in het overzicht "verschil in betalingen D-Z" dat als productie 27 door Zegro is overgelegd.
Kolom I: In kolom I is het openstaande saldo per factuur vermeld na verwerking van de
betalingen en crediteringen volgens de administratie van Delftsestraat conform
productie 9 (dit is een uitkomst van kolom C en D afgezet tegen kolom G en H)
resulterend in € 193.000,04. Hierin zijn dus ook de in de administratie van Delftsestraat
ontbrekende facturen meegenomen. € 87.252,25 (kolom C) + € 2.228.002,25 (kolom
D) = € 2.315.254,50 - € 2.093.805,46 (kolom G) - € 28.499,00 = € 193.000,04.
In kolom J staat het openstaand saldo volgens de administratie van Delftsestraat
conform productie 7 van Delftsestraat.
Uit kolom J volgt welke facturen Delftsestraat in haar productie 7 heeft erkend als openstaande facturen.
Kolom K: In kolom K is een vergelijk gemaakt tussen kolom I afgezet tegen kolom J. Uit deze vergelijking in kolom K volgt dat er een verschil is tussen de administraties van Zegro en Delftsestraat ter hoogte van € 137.647,37. Dit verschil zit volgens Zegro voor het grootste deel in facturen die ontbreken in de administratie van Delftsestraat en daarnaast nog wat kleine verschillen.
Kolom L: In kolom L heeft Zegro een extra toelichting gegeven ten aanzien van de
facturen die niet in de administratie van Delftsestraat zijn opgenomen, dan wel waar te
weinig of te veel op is betaald door Delftsestraat.
2.6.
Zegro heeft de facturen met factuurdatum vóór 31 augustus 2018 die ontbreken in de administratie van Delftsestraat (productie 26 kolom K en productie 28 kolom G)
als productie 29 in het geding gebracht met de bijbehorende pakbonnen. Ten aanzien van de
facturen met factuurdatum vanaf 31 augustus 2018 tot en met 18 juli 2019 heeft Zegro
reeds bij dagvaarding de facturen en bijbehorende pakbonnen als productie 1 in het
geding gebracht.
2.7.
Naar aanleiding van de door Zegro overgelegde facturen en pakbonnen heeft Delftsestraat als productie 1 een overzicht overgelegd van factuurnummers waarvan zij hebben kunnen vaststellen dat die niet alleen ontbraken in haar boekhouding maar ook dat de leveranties waar die facturen op zouden zien, onbekend zijn, waarbij volgens Zegro met name van belang is dat de pakbonnen ofwel in het geel geen handtekening voor ontvangst bevatten, dan wel een krabbel die nadrukkelijk niet toebehoort aan één van de vijf personen die in de bewuste periode voor Delftsestraat bevoegd waren pakbonnen af te tekenen. Ten aanzien van het in productie 1 bij deze akte genoemde bedrag ad € 94.748,03 is er
volgens Delftsestraat sprake van een gemotiveerde betwisting dat de
leveranties waar die facturen betrekking op hebben daadwerkelijk zouden hebben
plaatsgevonden
2.8.
Zegro wijst er vervolgens in haar tweede antwoordakte terecht op dat uit deze stellingname van Delftsestraat volgt dat laatstgenoemde van de hoofdsom ad € 193.000,04 een gedeelte ad € 98.252,01 niet (langer) betwist.
2.9.
Daarnaast stelt Zegro dat Delftsestraat ten onrechte stelt dat zij pas in deze procedure de facturen heeft ontvangen die ontbraken in haar administratie en zij de verschuldigdheid van de facturen derhalve pas ná ontvangst van de facturen kon betwisten. De lijst met facturen die ontbraken in de administratie van Delftsestraat is volgens Zegro door partijen gezamenlijk opgesteld tijdens de bespreking van 7 februari 2019. Deze lijst is destijds ook als bijlage meegestuurd met het e-mailbericht van 7 februari 2019 van [naam 1] van Zegro aan Delftsestraat (zie productie 2 bij dagvaarding). Dat het om dezelfde lijst gaat, blijkt volgens haar uit het feit dat het totaalbedrag van productie 1 van Delftsestraat ad
€ 94.748,03 exact overeenkomt met het totaalbedrag dat genoemd wordt in punt 3 in het e-mailbericht van 7 februari 2019 van [naam 1] van Zegro aan Delftsestraat (zie productie 2 bij dagvaarding).
Zegro stelt dat voor zover Delftsestraat ná de bespreking van 7 februari 2019 (en ná de omstreeks 7 februari 2019 ontvangen ontbrekende facturen) nóg meende dat de verschuldigdheid van de facturen in productie 1 niet vaststond, zij dat standpunt dan al in de buitengerechtelijke fase en in ieder geval bij haar conclusie van antwoord in kunnen nemen. Delftsestraat heeft echter ná de bespreking van 7 februari 2019 nimmer meer concreet verwezen naar de facturen in productie 1.
Tenslotte reageert Zegro uitgebreid per factuur van productie 1 van Delftsestraat op het verweer van Delftsestraat zoals hierboven onder 2.7 weergegeven.
2.10.
De rechtbank overweegt als volgt. Delftsestraat heeft processueeel gezien nog niet kunnen reageren op de uitgebreide toelichting die Zegro per betwiste factuur in haar laatste akte heeft gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank is echter op andere gronden vast komen te staan dat Delftsestraat haar recht heeft verspeeld om alsnog op deze facturen te reageren. Tussen partijen staat vast dat zij op 7 februari 2019 een bespreking hebben gehad. In een e-mailbericht van diezelfde dag (productie 2 bij dagvaarding) wordt namens Zegro aan Delftsestraat o.a. het volgende geschreven:
“Vandaag hebben we een constructief gesprek gehad om te komen tot een oplossing t.b.v. de
ontstane verschillen/achterstanden. Bedankt voor jullie tijd en inspanningen.
Om het gesprek niet onnodig te vertroebelen, hebben we de kwestie m.b.t. Revolt buiten
beschouwing gelaten. Hier komen [naam 2] en [naam 3] later bij [naam 4] op terug.
Het volgende hebben we besproken:
1) Er is sprake van facturen die ontbreken in de administratie van [handelsnaam]. We hebben de lijst
met ontbrekende facturen gezamenlijk doorgenomen
2) We hebben overeenstemming bereikt over welke posten nog in jullie administratie nog
opgenomen dienen te worden
3) Conform het tweede tabblad van bijgevoegd bestand bedraagt het totaal van ontbrekende
en nog op te nemen facturen tot en met 21-09-2018: € 94.748,03
4) Dit is circa € 10K lager dan waar jullie zelf van uitgingen, echter om de kwestie snel achter
ons te laten hebben wij een aantal facturen buiten beschouwing gelaten”.
Zo hieruit niet blijkt dat Delftsestraat die dag akkoord was met de posten die nog in haar administratie opgenomen dienden te worden, dan blijkt hieruit in ieder geval dat Delftsestraat toen op de hoogte was van de (lijst met ontbrekende) facturen. Als onbetwist staat vast dat die facturen vervolgens door Zegro aan Delftsestraat zijn verzonden. Het bedrag van € 94.748,03 komt precies overeen met het bedrag van de recentelijk door Delftsestraat overgelegde productie 1. De rechtbank is het derhalve met Zegro eens dat Delftsestraat niet pas nu facturen kan betwisten die zij al in (de loop van) 2019 onder ogen heeft gekregen. Ook uit de door Delftsestraat overgelegde correspondentie na 7 februari 2019 (r.o. 5.8 van het tussenvonnis) blijkt niet dat zij destijds concreet per factuur heeft geklaagd.
De slotsom is dat Delftsestraat het gevorderde bedrag in hoofdsom niet, respectievelijk niet tijdig heeft bestreden en dat dus uitgegaan dient te worden van de verschuldigdheid van
€ 193.000,04 in hoofdsom.
2.11.
Delftsestraat heeft de verschuldigdheid van de wettelijke handelsrente niet betwist. Ter zitting heeft zij haar betwisting van de toerekening van de betaling van € 62.000,- naar aanleiding van de faillissementsaanvraag ingetrokken. Zegro heeft aldus van Delftsestraat nog te vorderen:
hoofdsom € 193.000,04
rente t/m 02/08/2020 € 22.943,89
incassokosten over € 138.000,04
€ 2.155,00
Totaal te vorderen € 218.098,93
in mindering:
betaling d.d. 25/06/2019 € 2.500,00
betaling d.d. 9/07/2019 € 2.500,00
betaling d.d. 16/07/2019 € 2.500,00
betaling d.d. 23/07/2019 € 2.500,00
betaling d.d. 28/10/2019
€ 58.500,00
Totaal € 150.598,93 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 3 augustus 2020.
2.12.
De rechtbank zal Delftsestraat, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten veroordelen. De kosten aan de zijde van Zegro worden begroot op:
- dagvaarding € 83,38
- betaald griffierecht € 4.131,00
- salaris advocaat €
5.310,00(3 punten × tarief V ad € 1.770,00)
Totaal € 9.524,38

3..De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt Delftsestraat om aan Zegro te betalen een totaalbedrag van
€ 150.598,93 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 3 augustus 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
3.2.
veroordeelt Delftsestraat in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Zegro begroot op € 9.524,38 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na het wijzen van dit vonnis;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Santema en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door de rolrechter op 4 mei 2022.
32