Op 19 april 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], die in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verblijft. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor de opname en het verblijf van [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van drie maanden, tot 19 juli 2022. Deze beslissing is genomen op basis van de noodzaak van gesloten jeugdzorg, zoals aangegeven door een gedragswetenschapper, die stelde dat [voornaam minderjarige] meer structuur en begrenzing nodig heeft dan op een open groep kan worden geboden. De kinderrechter heeft de beslissing op het overige aangehouden, wat betekent dat er later nog verdere beslissingen zullen volgen.
De zaak is gestart door een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die aangaf dat er een spoedmachtiging nodig was voor [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder eerdere beschikkingen en verklaringen van betrokkenen. De vader van [voornaam minderjarige] was niet verschenen ter zitting, terwijl de moeder en de advocaat van [voornaam minderjarige] hun standpunten hebben toegelicht. De moeder heeft ingestemd met het verzoek van de GI, maar heeft ook haar zorgen geuit over de noodzaak van gesloten plaatsing.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig belemmeren. De kinderrechter benadrukte dat de machtiging tot gesloten jeugdhulp niet afbreuk doet aan de bestaande machtiging tot uithuisplaatsing, die tot 24 september 2022 loopt. De kinderrechter heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling op 7 juli 2022, waarbij de GI, de moeder en de vader zullen worden gehoord.