Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[verzoeker] , te [plaats] , verzoeker,
het college van burgmeester en wethouders van Dordrecht, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten en omstandigheden voorafgaande aan het bestreden besluit.
Bestreden besluit
Rechtbank Rotterdam
Op 16 mei 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die op een historisch schip in de Wolwevershaven woont, verzocht om terugplaatsing van verkeersborden die zonder verkeersbesluit waren verwijderd. De rechtbank oordeelde dat de verkeersborden geen juridische werking hadden, omdat er geen verkeersbesluit was genomen. Hierdoor kon het verwijderen van de borden niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), maar als een feitelijke handeling. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht, had het bezwaar van verzoeker tegen de verwijdering van de borden terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Tijdens de zitting op 3 mei 2022 werd besproken dat verzoeker geen bezwaar had kunnen maken tegen een besluit, omdat er geen besluit was genomen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen grondslag was voor het verzoek om de borden terug te plaatsen, aangezien er geen juridische basis was voor het verwijderen of terugplaatsen van de borden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bestreden besluit naar verwachting in rechte stand zal houden. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen de uitspraak staat geen rechtsmiddel open.