ECLI:NL:RBROT:2022:373

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 januari 2022
Publicatiedatum
21 januari 2022
Zaaknummer
C/10/631484 / KG ZA 22-7
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing van conservatoir beslag in verband met schade aan gehuurde trailer

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 januari 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen M. van den Berg Transport B.V. (eiseres) en TIP Trailer Services Netherlands B.V. (gedaagde). Eiseres huurde een trailer van gedaagde, die in brand is geraakt. De centrale vraag was of eiseres schadedekking had afgenomen bij gedaagde en of de schade onder die dekking viel. Eiseres stelde dat zij automatisch recht had op schadedekking omdat gedaagde geen bevestiging had ontvangen dat eiseres een verzekering had afgesloten. Gedaagde betwistte dit en stelde dat eiseres geen schadedekking had gekozen, omdat zij de relevante hokjes op de offerte niet had aangekruist. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende had gedaan om te voldoen aan de informatieverplichting die voortvloeide uit de algemene voorwaarden van gedaagde. Hierdoor kwam eiseres geen beroep toe op de schadedekking. De rechtbank wees de vorderingen van eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/631484 / KG ZA 22-7
Vonnis in kort geding van 17 januari 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
M. VAN DEN BERG TRANSPORT B.V.,
gevestigd te Hekelingen,
eiseres,
advocaat mr. W.M. van Rossenberg te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TIP TRAILER SERVICES NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. N.R. Rietveld te Naaldwijk.
Partijen worden hierna Van den Berg en TIP genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 januari 2022, met 6 producties;
  • de conclusie van antwoord, met 10 producties;
  • de mondelinge behandeling op 10 januari 2022;
  • de pleitnota van Van den Berg;
  • de pleitnota van TIP.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
In mei 2020 heeft Voorne Putten Verhuur en Events te Hellevoetsluis (hierna: VP) opdracht verstrekt aan Van den Berg om een zending (Covid)spatschermen te vervoeren van Hellevoetsluis naar Stuttgart.
2.2.
Daarop heeft Van den Berg zich tot TIP gewend voor de huur van een trailer.
Op 25 mei 2020 heeft TIP per e-mail aan Van den Berg een offerte verzonden voor de huur van een schuifzeiloplegger. In de offerte is de mogelijkheid weergegeven om bij de huur te kiezen voor schadedekking en/of TyreCare. In de begeleidende tekst van het mailbericht staat daarover het volgende:
“(…)
Schadedekking
In onze offerte kunt u ervoor kiezen om een schadedekking af te nemen, met of zonder een eigen risico. Daarvoor kunt u het desbetreffende hokje aankruisen mocht u hier gebruik van willen maken. Sluit u geen schadedekking bij ons af? Dan heb ik ook nog een kopie nodig van uw CTA Polis.
Tevens hebben we Tyre Care als optie in de offerte, dit is een schadedekking op de banden. Gezien het lage tarief van deze dekking en het gegeven dat schades aan banden via een eigen verzekering vaak moeizaam te regelen is, raad ik u dit zeker aan. Indien u Tyre Care in combinatie met onze schadedekking afneemt komt het tarief op €1,14 per kalenderdag i.p.v. €1,46 per kalenderdag.
(…)”
2.3.
Op de offerte zijn de Algemene Voorwaarden FleetOptions van TIP (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing verklaard. In de algemene voorwaarden, staat voor zover relevant, het volgende:
“(…)
6.1
Huurder draagt het risico van schade, vernietiging, verlies, diefstal, verbeurdverklaring en/of inbeslagneming van het Transportmaterieel met inbegrip van alle onderdelen en toebehoren tenzij die door Verhuurder is veroorzaakt. (…)

7..VERZEKERING

7.1
Tenzij Huurder in de Huurovereenkomst op grond van artikel 8 de optie Bescherming tegen Schade heeft gekozen, zal Huurder het Transportmaterieel verzekeren totdat het aan Verhuurder wordt geretourneerd door middel van een allesomvattende polis tegen verlies en schade van het Transportmaterieel, ter dekking van zijn vervangingswaarde alsmede tegen aansprakelijkheid van derden en andere risico’s als die welke normaal worden verzekerd door een redelijkerwijs voorzichtig persoon met betrekking tot dergelijk materieel, zonder beperking of eigen risico (behalve wanneer overeengekomen met Verhuurder) bij een verzekeraar met een uitstekende reputatie. Huurder zal, op eerste verzoek, Verhuurder voorzien van een kopie van de verzekeringspolis alsmede een kopie van elke kwitantie van betaalde premies. Verhuurder zal in een dergelijke verzekeringspolis als eerste verzekerde persoon worden genoemd.
7.2
Indien Huurder is overeengekomen om voor de optie Bescherming tegen Schade te kiezen, of wanneer Verhuurder geen bevestiging heeft ontvangen dat Huurder een in artikel 7.1 omschreven verzekering heeft afgesloten (in welk geval Bescherming tegen Schade automatisch namens Huurder als extra dienst zal worden genomen tot het tijdstip dat Huurder aan Verhuurder bevestigt dat een verzekering als bedoeld in artikel 7.1 is afgesloten). Huurder zal met betrekking tot het Transportmaterieel een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten alsmede andere verzekeringen voor zover bij wet verplicht.
(…)
8.1.
Bescherming tegen Schade
8.1.1
Wanneer Huurder in de Huurovereenkomst heeft gekozen voor de optie Bescherming tegen Schade dan zal de contractuele aansprakelijkheid voor schade van Huurder, afhankelijk van artikel 8.1.2, beperkt zijn tot de overeengekomen bijdrage op voorwaarde dat Huurder al zijn verplichtingen
voortvloeiend uit de Overeenkomst betreffende het gebruik van het Transportmaterieel is nagekomen en dat vaststaat dat de schade niet is veroorzaakt door zijn schuld, opzet en/of grove nalatigheid danwel schuld, opzet en/of grove nalatigheid van enige persoon aan wie Huurder het Transportmaterieel ter beschikking heeft gesteld.
(…)
8.1.8
Een gebeurtenis valt slechts onder de dekking conform Bescherming tegen Schade indien Huurder de Verhuurder de schade of diefstal binnen 48 (achtenveertig) uur heeft gemeld en indien Huurder de Verhuurder binnen 7 (zeven) dagen een gedetailleerd schadeverslag over de gebeurtenis heeft bezorgd. Zulk gedetailleerd verslag moet het type, de omvang en de oorzaak van de gebeurtenis alsmede alle feiten, namen en gegevens bevatten teneinde Verhuurder in staat te stellen om schadevergoeding te eisen van enige andere partij die bij de gebeurtenis is betrokken.
(…)”
2.4.
Op 28 mei 2020 heeft Van den Berg de offerte ondertekend en retour gezonden aan TIP. Daarbij heeft zij de hokjes voor de schadedekking en TyreCare niet aangekruist.
Op 29 mei 2020 heeft Van den Berg de gehuurde schuifzeiloplegger omgeruild voor een koeltrailer.
2.5.
Van den Berg heeft de koeltrailer geparkeerd langs de openbare weg bij het terrein van VP. In de nacht van 1 juni 2020 is de koeltrailer (met de zich daarin bevindende belading) door brand volledig verloren gegaan.
2.6.
Op 1 juni 2020 heeft VP bij de politie aangifte gedaan van brandstichting.
Op 14 juni 2020 heeft Van den Berg een aanrijdingsformulier ingevuld.
Van den Berg heeft de schade gemeld bij haar CTA-verzekeraar (container trailer aansprakelijkheid). De tussenpersoon van Van den Berg, Maesstad B.V. (hierna: Maesstad), heeft op 2 juni 2020 opdracht gegeven aan EMN om een onderzoek in te stellen naar het incident. Op 2 juli 2020 heeft EMN een expertiserapport uitgebracht.
2.7.
Bij factuur van 29 juni 2020 heeft TIP de kosten van de huur van de koeltrailer in rekening gebracht bij Van den Berg. Daarbij zijn, naast de huurkosten, tevens de volgende kosten gefactureerd:
“(…)
Damage Protectie Plan 29/5/2020 t/m 10/06/2020 13 Dag(en) ad 11,25 146,25
Schadedekking banden 29/5/2020 t/m 10/06/2020 13 Dag(en) ad 1,14 14,82
(…)”
2.8.
Bij brief van 27 juli 2020 heeft TIP Van den Berg aansprakelijk gesteld voor de door TIP geleden schade aan de trailer ad € 41.137,66 en de gemaakte kosten ad € 650,00 om de afgebrande trailer weg te laten halen. In die brief schrijft TIP, onder verwijzing naar artikel 8.1.1 van de algemene voorwaarden, dat sprake is van grove nalatigheid aan de zijde van Van den Berg omdat de trailer geparkeerd stond op een onbewaakte en open locatie.
2.9.
Bij brieven van 17 september en 2 december 2020 is Van den Berg (nogmaals) aansprakelijk gesteld door Claims Corporation Network B.V. (hierna: CCN) namens TIP. Daarbij heeft CCN zich op het standpunt gesteld dat Van den Berg er niet voor heeft gekozen om het schadedekkingsprogramma ‘Bescherming tegen Schade’ bij TIP af te nemen en, voor zover dat wel het geval zou zijn, dat aan Van den Berg geen beroep toekomt op de schadedekking vanwege wanprestatie dan wel onrechtmatig handelen jegens TIP.
2.10.
Bij e-mails van 23 september en 16 december 2020 heeft Maesstad namens
Van den Berg de aansprakelijkheid afgewezen en zich op het standpunt gesteld dat aan
Van den Berg de regeling “bescherming tegen schade” wel degelijk toekomt en dat er geen sprake is van opzet of grove schuld.
2.11.
Hierna heeft TIP Van den Berg in oktober 2021 tot betaling gesommeerd waarna de advocaten van partijen in oktober en december 2021 hebben gecorrespondeerd over de aansprakelijkheid voor de schade aan de afgebrande trailer. Dat heeft niet tot overeenstemming geleid.
2.12.
Op 30 december 2021 heeft de voorzieningenrechter te Rotterdam aan TIP verlof verleend om ten laste van Van den Berg repeterend conservatoir derdenbeslag te leggen onder ING Bank N.V., Rabobank U.A. en ABN AMRO Bank N.V. De vordering van TIP op Van den Berg is daarbij begroot op € 54.323,96 inclusief rente en kosten.
Op 31 december 2021 zijn de beslagen gelegd.

3..Het geschil

3.1.
Van den Berg vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, TIP te gelasten de door haar op 31 december 2021 gelegde beslagen op te heffen en haar te verbieden nadere beslagen terzake deze schade ten laste van Van den Berg te leggen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere dag dat TIP in strijd hiermee handelt, dan wel een dergelijke voorziening te treffen die de voorzieningenrechter in goede justitie behaagt, alles met veroordeling van TIP in de kosten van het geding.
3.2.
TIP voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
Opheffing van een beslag kan onder meer, maar niet uitsluitend, plaatsvinden als een van de in artikel 705 lid 2 Rv genoemde gronden aanwezig is en een belangenafweging niet tot een ander oordeel leidt, en op grond van een, zelfstandige, belangenafweging.
4.2.
In geschil is de vraag of aan Van den Berg een beroep toekomt op het schadedekkingsprogramma van TIP.
Van den Berg stelt dat, omdat TIP geen bevestiging heeft ontvangen dat Van den Berg voor de huur van de trailer een CAT-polis heeft gesloten, de situatie van artikel 7.2 algemene voorwaarden van toepassing is. Op grond daarvan heeft Van den Berg automatisch het schadedekkingsprogramma van TIP afgenomen. De schade van de koeltrailer valt daarom onder die schadedekking.
Daartegenover stelt TIP zich op het standpunt dat Van den Berg, nu zij de hokjes voor schadedekking op de offerte niet heeft aangekruist, ervoor heeft gekozen geen gebruik te maken van het schadedekkingsprogramma. De regeling in artikel 7.2 algemene voorwaarden strekt volgens TIP niet ter bescherming van de huurder en betreft een tijdelijke schadedekking ter vervanging van essentiële risicoafdekking voor TIP om de trailer de weg op te kunnen laten gaan. Voor zover geoordeeld wordt dat het schadedekkingsprogramma is overeengekomen, is dekking uitgesloten doordat Van den Berg is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst en/of onrechtmatig heeft gehandeld. Van den Berg is op grond van artikel 6.1 algemene voorwaarden aansprakelijk voor de schade aan de trailer, aldus TIP.
4.3.
Vaststaat dat Van den Berg bij het retour sturen van de offerte geen kruisje heeft gezet bij het schadedekkingsprogramma, maar daarna ook geen CAT-polis heeft overgelegd of anderszins aan TIP heeft bevestigd dat zij die heeft afgesloten. Nu dat laatste achterwege is gebleven, stelt Van den Berg terecht dat uit de bewoordingen van artikel 7.2 algemene voorwaarden volgt dat Van den Berg wordt geacht de schadedekkingsdienst van TIP te hebben afgenomen. Partijen hebben daar ook uitvoering aan gegeven. TIP heeft in de factuur voor de huur van de trailer (van 29 juni 2020) immers kosten bij Van den Berg in rekening gebracht ter zake van damage protectie plan en schadedekking banden en Van den Berg heeft die factuur voldaan. Die factuur vermeldt voor de schadedekking banden een tarief van € 1,14 per dag. Dit tarief is overeenkomstig het tarief in de ondertekende offerte voor TyreCare (schadedekking banden), wanneer ook schadedekking wordt afgenomen. Het tarief voor damage protectie plan is weliswaar hoger dan wat in de offerte is vermeld, maar dat kan worden verklaard doordat in de offerte nog werd uitgegaan van de huur van een schuifzeiloplegger, terwijl Van den Berg uiteindelijk een koeltrailer heeft gehuurd.
Het verweer van TIP dat artikel 7.2 algemene voorwaarden niet strekt ter bescherming van de huurder en dat zij slechts een essentiële risicodekking in rekening heeft gebracht die nodig is om de trailer de weg op te kunnen laten gaan, is door haar niet onderbouwd en blijkt nergens uit. Ook uit de aansprakelijkstellingsbrief van 27 juli 2020, waarin TIP verwijst naar artikel 8.1.1 algemene voorwaarden, kan worden afgeleid dat TIP ervan uitging dat het schadedekkingsprogramma was overeengekomen. Pas bij brief van 17 september 2020 stelt de tussenpersoon van TIP zich (opeens) op het standpunt dat Van den Berg niet heeft gekozen voor schadedekking. Tegen die achtergrond is naar voorlopig oordeel voldoende aannemelijk dat Van den Berg het schadedekkingsprogramma van TIP heeft afgenomen.
4.4.
TIP stelt onder verwijzing naar artikel 8.1.8 algemene voorwaarden dat de schade niet onder de schadedekking valt, omdat Van den Berg geen gedetailleerd schadeverslag binnen de gestelde termijn aan TIP heeft verstrekt. Dit verweer treft doel.
Het betreffende artikel strekt ertoe dat TIP informatie van de huurder krijgt om TIP in staat te stellen om schadevergoeding te eisen van de dader(s) of andere betrokkenen. Specifiek gaat het om het type, de omvang en de oorzaak van de gebeurtenis alsmede alle feiten, namen en overige gegevens die daarvoor van belang zijn. Vooralsnog is niet gebleken dat Van den Berg aan die verplichting heeft voldaan. Zij heeft enkel de aangifte bij de politie en een schadeformulier van 14 juni 2020 (dus 13 dagen na de brand) verstrekt aan TIP. Voor het overige heeft zij verwezen naar de volgens haar “nauwe contacten tussen haar tussenpersoon en TIP”. Nog daargelaten dat Van den Berg zich niet aan de overeengekomen termijnen heeft gehouden (waarbij overigens nog wel de vraag kan worden gesteld of die termijnen realistisch zijn), is dat onvoldoende om te voldoen aan de uit artikel 8.1.8 voortvloeiende informatieverplichting. TIP heeft betwist dat sprake is geweest van de gestelde nauwe contacten en Van den Berg heeft niet toegelicht welke informatie over het voorval concreet is verstrekt aan TIP gedurende die nauwe contacten. Uit de overgelegde correspondentie tussen de tussenpersoon van Van den Berg en TIP blijkt dat slechts is gesproken over de aansprakelijkheid. Van het doorgeven van enige informatie is geen sprake. Verder wordt in aanmerking genomen dat het expertiserapport van EMN van 2 juli 2020 (met als bijlage videomateriaal), wat bij uitstek aan te merken is als het in het artikel bedoelde schadeverslag, pas voor het eerst bij de dagvaarding in dit kort geding aan TIP is verstrekt. Daarnaast is niet gebleken dat Van den Berg, naar aanleiding van de aangifte bij de politie door VP, actief heeft nagevraagd wat er uit het politieonderzoek is voortgekomen, laat staan dat zij eventueel verkregen informatie heeft teruggekoppeld aan TIP. Aldus heeft Van den Berg te weinig gedaan om te voldoen aan het vereiste in artikel 8.1.8 algemene voorwaarden. Dat brengt met zich dat aan Van den Berg geen beroep toekomt op de schadedekking. Het beroep van TIP op andere artikelen van de algemene voorwaarden ter onderbouwing van haar standpunt dat de schade niet onder de dekking valt, behoeft daarmee geen bespreking meer.
4.5.
Op grond van artikel 6.1 algemene voorwaarden draagt Van den Berg het risico van de schade aan de trailer. Van een summierlijk ondeugdelijke vordering van TIP op Van den Berg is dan ook niet gebleken, zodat er onvoldoende aanleiding is om TIP te veroordelen tot opheffing van de beslagen.
4.6.
Een belangenafweging maakt dat oordeel niet anders. De stelling van Van den Berg dat zij door de beslagen te veel in haar bedrijfsvoering wordt geschaad, heeft zij niet onderbouwd. Ter zitting is gesteld dat het beslag onder ABN AMRO N.V. doel heeft getroffen voor een bedrag van circa € 150.000,00. Er is verlof verleend voor het bedrag van € 54.323,96. Van den Berg heeft ter zitting gevraagd in ieder geval het beslag op het meerdere boven het bedrag waarvoor verlof is verleend, op te heffen. Zij heeft daartoe gesteld dat TIP, in een e-mail aan Van den Berg, heeft toegezegd bereid te zijn mee te werken aan de opheffing van het beslag op het meerdere. Uit de desbetreffende e-mail van TIP blijkt inderdaad dat zij daarin heeft verklaard daartoe bereid te zijn, maar dat zij daarvoor eerst meer informatie wenste, mede in het kader van de vraag of er nog andere schuldeisers en/of beslagleggers zijn. Dat kan niet worden gezien als een onvoorwaardelijke toezegging tot gedeeltelijke opheffing van de beslagen. Van den Berg heeft geen antwoord gegeven op die vraag, noch heeft zij ter zitting op dat punt helderheid verschaft. Nu onduidelijk is gebleven of er nog andere beslagleggers zijn, dient het belang van TIP bij handhaving van het volledige beslag zwaarder te wegen dan het belang van Van den Berg bij (gedeeltelijke) opheffing.
4.7.
De vorderingen van Van den Berg worden afgewezen.
4.8.
Van den Berg wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van TIP worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
€ 1.016,00
Totaal € 1.692,00

5..De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Van den Berg in de proceskosten, aan de zijde van TIP tot op heden begroot op € 1.692,00;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2022.
2091 / 2009