[persoon A] verzoekt om, voor zover de wet dat toestaat uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat tussen [persoon B] c.s. als verkopers en [persoon A] als koper een koopovereenkomst tot stand is gekomen waarbij gedaagden aan [persoon A] hebben verkocht de onroerende zaken [adres 2] te ( [postcode 1] ) Rotterdam, kadastraal kenmerk Charlois [kadastraal kenmerk 1] en [adres 1] te ( [postcode 2] ) Rotterdam, kadastraal kenmerk Charlois [kadastraal kenmerk 2] , tegen een betaling van in totaal € 154.000,- (€ 155.000,- minus € 1.000,-);
II. [persoon B] c.s. te veroordelen tot nakoming van voormelde mondelinge koopovereenkomst door binnen zeven dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis mee te werken aan de overdracht en levering van de hiervoor onder punt I genoemde onroerende zaken door middel van het ondertekenen van een notariële akte van levering met daarin de gebruikelijke bepalingen, onder gelijktijdige betaling door [persoon A] van de overeengekomen restant koopprijs van € 154.000,- k.k. één en ander op straffe van een te verbeuren dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag, een dagdeel daarbij inbegrepen, dat [persoon B] c.s. met nakoming van dit vonnis is gebreke zijn;
III. [persoon B] c.s. te veroordelen in de proceskosten inclusief de beslagkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover voor iedere dag, een dagdeel daarbij inbegrepen, vanaf 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis, alsmede in de nakosten conform het liquidatietarief begroot op € 246,- dan wel, in het geval van betekening, € 328,-.