ECLI:NL:RBROT:2022:3842
Rechtbank Rotterdam
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen ongegrond verklaard beroep inzake omgevingsvergunning en termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 18 mei 2022 uitspraak gedaan over het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 3 december 2021, waarin zijn beroep tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne ongegrond werd verklaard. De opposant had te laat bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunning en stelde dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar was. De rechtbank oordeelde echter dat de bezwaartermijn begint te lopen op de dag na de bekendmaking van het besluit, en niet op basis van de publicatie in de lokale pers. De opposant voerde aan dat de verkorte bezwaartermijn voor derden in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, maar de rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die dit zouden rechtvaardigen.
De opposant had ook een wrakingsverzoek ingediend, dat eerder niet-ontvankelijk was verklaard. Tijdens de zitting op 11 mei 2022 was de opposant aanwezig, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. N.J.H.M. Slaats. De rechtbank concludeerde dat de opposant in de periode tussen de bekendmaking van de vergunning en de indiening van zijn bezwaarschrift voldoende tijd had om bezwaar te maken. De rechtbank handhaafde haar eerdere oordeel en verklaarde het verzet ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in stand bleef. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.