ECLI:NL:RBROT:2022:3995

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
C/10/633565 / JE RK 22-371
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 mei 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige en haar advocaat, mr. S. Epema, aanwezig waren. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna de GI, heeft verzocht om een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van twaalf maanden, omdat [voornaam minderjarige] sinds 28 januari 2022 in de Studio's van Horizon verblijft en daar een terugval in haar gedrag vertoont. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig belemmeren.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de noodzaak van de gesloten machtiging. Ondanks dat [voornaam minderjarige] eerder vooruitgang heeft geboekt, is haar gedrag recent verslechterd. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het noodzakelijk is dat [voornaam minderjarige] bij de Studio's kan blijven verblijven om haar motivatie terug te vinden en om te werken aan haar ontwikkeling. De kinderrechter heeft de machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend, maar voor een kortere duur dan door de GI was verzocht, namelijk voor de periode van drie maanden, tot 15 augustus 2022. De kinderrechter heeft de GI verzocht om rapportage over de voortgang van [voornaam minderjarige] en om een verklaring van een gedragswetenschapper te overleggen indien het verzoek voor het overige wordt gehandhaafd.

De kinderrechter heeft tevens aangegeven dat het belangrijk is dat [voornaam minderjarige] een vertrouwenspersoon krijgt en dat er gekeken moet worden naar alternatieve trajecten om haar te ondersteunen in haar ontwikkeling. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/633565 / JE RK 22-371
Datum uitspraak: 12 mei 2022

Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. S. Epema, te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 29 maart 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken, waaronder de instemmende verklaring 21 maart 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- de e-mail van de GI van 5 april 2022;
- de briefrapportage van de GI van 29 april 2022.
Op 12 mei 2022 heeft de kinderrechter de zaak mondeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de mondelinge behandeling apart is gehoord, bijgestaan door haar advocaat mr. S. Epema;
- dhr. [persoon A] , de voogd van [voornaam minderjarige] en vertegenwoordiger van de GI.

De feiten

Bij beschikking van 25 oktober 2013 is [voornaam minderjarige] onder voogdij gesteld van de GI.
[voornaam minderjarige] verblijft sinds 28 januari 2022 in de Studio's van Horizon.
Bij beschikking van 23 september 2021 is er voor [voornaam minderjarige] een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 15 oktober 2021 tot 15 april 2022. Bij beschikking van 29 maart 2022 is wederom een machtiging gesloten jeugdhulp verleend van 15 april 2022 tot 15 mei 2022. Voor het overige deel van het verzoek is de beslissing aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven verzocht voor de duur van twaalf maanden. Nu dient te worden beslist over de resterende periode, te weten tot 15 april 2023.
De GI handhaaft het verzoek en licht het als volgt toe. Het is de komende periode noodzakelijk dat [voornaam minderjarige] bij de Studio’s van Horizon kan verblijven. [voornaam minderjarige] laat de afgelopen periode een terugval in haar gedrag zien waarbij zij brutaal is tegen de begeleiding van de Studio’s en zij onvoldoende haar afspraken nakomt. [voornaam minderjarige] is aangemeld voor een Kamertrainingscentrum (hierna: KTC). Voordat zij door kan stromen naar een KTC, moet zij zich inzetten om binnen de Studio’s van fase 2 naar fase 4 door te groeien. In deze laatste fase van de Studio’s zal In Verbinding van Enver worden ingezet om de overgang van de Studio’s naar een KTC zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarnaast is er sprake van een wachtlijst van zes tot negen maanden voor een KTC, waar [voornaam minderjarige] nu drie maanden op staat. Het perspectief van [voornaam minderjarige] is duidelijk, maar [voornaam minderjarige] dient eerst door te groeien voordat zij naar een KTC kan doorstromen. Het is van belang dat [voornaam minderjarige] zich aan de regels houdt om een plek bij In Verbinding te krijgen. [voornaam minderjarige] heeft geen goede klik met haar mentor bij de Studio’s, maar het is niet mogelijk om van mentor te wisselen. Er zal binnenkort worden gekeken of er een familielid kan optreden als vertrouwenspersoon. Als [voornaam minderjarige] eerder dan voor de afloop van de gesloten machtiging naar een KTC kan gaan, zal geen gebruik worden gemaakt van de machtiging gesloten jeugdhulp voor de resterende duur van de periode.

Het standpunt van [voornaam minderjarige]

verzet zich, mede bij monde van haar advocaat, tegen het verzoek van de GI. [voornaam minderjarige] verzoekt primair om afwijzing van het verzoek van de GI en subsidiair om toewijzing voor een kortere duur. Het gedrag van [voornaam minderjarige] maakt niet langer dat er een noodzaak voor een gesloten machtiging is. [voornaam minderjarige] heeft geen motivatie meer om zich in te zetten bij de Studio’s, omdat zij niet kan doorgroeien naar een KTC in verband met de wachtlijst. Ook heeft [voornaam minderjarige] geen klik met haar mentor van de Studio’s. Verder heeft [voornaam minderjarige] geen motivatie op school omdat het niveau te laag is. [voornaam minderjarige] heeft sinds zij bij de Studio’s verblijft geen therapie gehad, omdat deze therapie alleen gegeven wordt op de dagen dat [voornaam minderjarige] stage loopt. Het is gelet op de leeftijd van [voornaam minderjarige] belangrijk dat [voornaam minderjarige] kan toewerken naar zelfstandigheid en dat er met [voornaam minderjarige] wordt overlegd over wat er gaat gebeuren. Ook de gedragswetenschapper schrijft dat het voor [voornaam minderjarige] van belang is om perspectief te hebben om gemotiveerd te blijven. Daarnaast is het in het belang van [voornaam minderjarige] om een onafhankelijke vertrouwenspersoon te hebben die haar kan motiveren.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend als naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
[voornaam minderjarige] verblijft sinds 28 januari 2022 bij de Studio’s van Horizon. Hier heeft [voornaam minderjarige] meer vrijheden dan voorheen bij Hestia. Hoewel het gedrag van [voornaam minderjarige] een lange tijd een stijgende lijn heeft laten zien, is het gedrag van [voornaam minderjarige] de afgelopen periode verslechterd. [voornaam minderjarige] is brutaal tegen haar begeleiders, houdt zich onvoldoende aan afspraken en is niet gemotiveerd om stappen te blijven maken bij de Studio’s. De kinderrechter begrijpt dat het lastig is voor [voornaam minderjarige] om gemotiveerd te blijven. [voornaam minderjarige] heeft geen klik met haar mentor bij de Studio’s en heeft, hoewel zij goed contact met haar familie lijkt te hebben, op dit moment niet iemand om op terug te vallen. Gelet op de afhankelijkheid van [voornaam minderjarige] van externe sturing bij het maken van stappen in positieve richting, acht de kinderrechter het van belang dat [voornaam minderjarige] op korte termijn een vertrouwenspersoon krijgt met wie zij een goede band heeft of (verder) kan opbouwen. Het zou voor haar goed zijn als zij met die persoon de dingen waar zij tegenaan loopt kan bespreken en mogelijk samen kan bekijken hoe daarmee om te gaan. Een goed contact met een vertrouwenspersoon die met haar kan praten, maar haar ook kan stimuleren en aanmoedigen, kan haar helpen in haar motivatie om op de goede weg door te blijven gaan. Daarnaast heeft [voornaam minderjarige] behoefte aan duidelijkheid over waar zij in de toekomst zal gaan verblijven. Hoewel [voornaam minderjarige] al drie maanden op de wachtlijst voor een KTC staat, is de verwachting dat [voornaam minderjarige] nog drie tot zes maanden zal moeten wachten op een plek. Dit werkt (ook) demotiverend.
Totdat [voornaam minderjarige] kan doorstromen naar een KTC, is het noodzakelijk dat [voornaam minderjarige] bij de Studio’s kan verblijven. Het is van belang dat [voornaam minderjarige] haar motivatie terugvindt, zich houdt aan de afspraken met haar begeleiders, mentor, school en stage. Het is hierbij voor [voornaam minderjarige] noodzakelijk dat zij kan inzien dat haar inzet beloond wordt met het toewerken naar een vervolgplek. De kinderrechter vraagt de GI om, in overweging nemende dat [voornaam minderjarige] eerder heeft laten zien wat zij kan, met Enver te overleggen of er voor [voornaam minderjarige] een soortgelijk of alternatief traject als In Verbinding kan worden opgestart om (sneller) toe te werken naar een plek in een KTC. Eveneens dient [voornaam minderjarige] haar therapie te kunnen volgen - de gedragswetenschapper acht traumabehandeling nog van belang - om zodoende ook verder te komen in haar ontwikkeling. Een termijn van drie maanden acht de kinderrechter reëel voor de GI om met vervolgstappen te komen. Hierbij komt dat een gesloten plaatsing niet langer moet duren dan noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige. De gesloten plaatsing kan niet worden gebruikt om een wachtlijst voor een vervolgplek te overbruggen. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor een kortere duur dan gevraagd verlenen, en wel voor de periode van drie maanden. De beslissing wordt voor het overige aangehouden tot de hierna te noemen zittingsdatum.
De GI wordt verzocht om uiterlijk een week voor de hierna te noemen zittingsdatum de
kinderrechter (met afschrift aan [voornaam minderjarige] en mr. S. Epema) te rapporteren over de voortgang van [voornaam minderjarige] waaronder met name over het traject van plaatsing bij een KTC. De GI wordt verzocht om bij een eventueel handhavingsverzoek (van de machtiging gesloten plaatsing) een actuele verklaring van een onafhankelijk gedragswetenschapper te overleggen waaruit al of niet blijkt dat een langer verblijf van [voornaam minderjarige] in de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 15 mei 2022 tot 15 augustus 2022;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan;
bepaalt dat het verhoor van de GI, [voornaam minderjarige] en haar advocaat mr. S. Epema zal plaatsvinden op
8 juli 2022 om 13:30 uur, in het
gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125.
bepaalt dat de GI een week voor deze zittingsdatum een rapportage aan de kinderrechter doet toekomen - met een afschrift aan [voornaam minderjarige] en haar advocaat mr. S. Epema - en, indien het verzoek voor het overige wordt gehandhaafd, een nieuwe verklaring van een gedragswetenschapper;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A. Verweij, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI en mr. S. Epema,
gelast de oproeping van [voornaam minderjarige] tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2022 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. de Leeuw, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 19 mei 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.