ECLI:NL:RBROT:2022:4015

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
ROT 21/5186
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering tot vernietiging van politiegegevens op grond van de Wet politiegegevens

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de korpschef van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond. Eiseres had verzocht om de verwijdering van politiegegevens die waren geregistreerd naar aanleiding van een melding over relatieproblematiek met haar ex-partner. De korpschef heeft dit verzoek op goede gronden afgewezen, stellende dat de gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak en dat er geen feitelijke onjuistheden in de registratie zijn. Eiseres heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de registratie onjuist was. De rechtbank benadrukte dat het aan de betrokkene is om aan te tonen dat de feiten onjuist zijn en dat de gegevensverwerking niet in strijd met de wet is. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 21/5186

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 mei 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres,

gemachtigde: mr. G.A. Krol,
en

de korpschef van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, verweerder,

gemachtigde: [naam gemachtigde] .

Procesverloop

Met het besluit van 26 augustus 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het verzoek van eiseres tot verwijdering van politiegegevens op grond van artikel 28 van de Wet politiegegevens (de Wpg) afgewezen.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 3 maart 2022 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Op 11 september 2020 heeft eiseres een melding over haar ex-partner bij de politie gedaan. Eiseres heeft daarbij onder meer verklaard dat sprake was van relatieproblematiek tussen haar en haar ex-partner in de periode van 26 augustus 2020 tot 11 september 2020, waarbij sprake was van bedreiging. Haar ex-partner zou daarbij hebben gedreigd om eiseres en haar familie iets aan te doen. Van de melding is een politieregistratie gemaakt. Op 3 augustus 2021 heeft verweerder een verzoek van eiseres ontvangen, waarbij zij heeft verzocht om haar verklaring van september 2020 in te trekken.
2. Verweerder heeft het verzoek van eiseres opgevat als een verzoek om verwijdering van politiegegevens als bedoeld in artikel 28 van de Wpg. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat de politiegegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak, als bedoeld in artikel 8 van de Wpg. Verder stelt verweerder dat de politiegegevens niet feitelijk onjuist of onvolledig zijn en evenmin in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Er is daarom geen aanleiding om de politiegegevens op grond van artikel 28 van de Wpg te verwijderen.
3. Eiseres betoogt dat verweerder de gegevens in de registratie ten onrechte niet heeft verwijderd. Eiseres stelt dat de gegevens die naar aanleiding van haar melding in het systeem geregistreerd zijn onjuist zijn. Ter onderbouwing van haar standpunt voert zij aan dat zij slecht had geslapen en dat zij erg emotioneel en onder invloed van oxazepam was toen zij de melding deed. Ook is eiseres de Nederlandse taal niet geheel machtig en is de melding vanwege een computerstoring pas later door een medewerker van de politie in het systeem geregistreerd. Eiseres stelt dat deze factoren ertoe hebben geleid dat haar boodschap niet goed is overgekomen en niet juist in het systeem is geregistreerd. Verder stelt eiseres dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de gegevensverwerking noodzakelijk is.
4. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
5.1.
Partijen zijn er in de stukken van uitgegaan dat eiseres heeft verzocht politiegegevens te verwijderen als bedoeld in artikel 28 van de Wpg, hetgeen verweerder heeft geweigerd. Op grond van artikel 28, eerste en tweede lid, van de Wpg, kan alleen om rectificatie, wijziging of vernietiging van gegevens worden verzocht. De rechtbank zal het verzoek en het bestreden besluit aldus uitleggen dat bedoeld is te verzoeken om de gegevens te rectificeren, te wijzigen of te vernietigen en dat verweerder heeft geweigerd dat verzoek in te willigen.
5.2.
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 18 maart 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:807), is op grond van artikel 28, eerste lid, van de Wpg correctie van gegevens alleen mogelijk wanneer de gegevens feitelijke onjuistheden bevatten. Het correctierecht is niet bedoeld om gegevens, bestaande uit indrukken, meningen en conclusies, waarmee de betrokkene zich niet kan verenigen, te corrigeren of te verwijderen. Voor zover het verzoek van de betrokkene betrekking heeft op feiten, is het aan de betrokkene om aannemelijk te maken dat de feiten onjuist zijn.
5.3.
De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de inhoud van de registratie feitelijk onjuist is. Eiseres heeft op eigen initiatief een melding bij de politie gedaan. Dat eiseres niet (langer) achter haar melding staat en dat zij stelt dat haar boodschap anders is overgekomen en geregistreerd dan zij heeft bedoeld, maakt niet dat verweerder de naar aanleiding daarvan verwerkte gegevens moet verwijderen. Verweerder heeft in het verweerschrift toegelicht dat eiseres tijdens het doen van de melding geen verwarde indruk maakte, een consistent verhaalde vertelde, tot in detail ondersteunende informatie aanvoerde en instemde met het opmaken van afspraken op locatie. Ook als zou worden aangenomen dat eiseres emotioneel en verward was tijdens het doen van de melding, maakt dit nog niet dat de registratie als onjuist moet worden aangemerkt. Verder acht de rechtbank van belang dat mutaties worden opgesteld door opgeleide politieambtenaren, die geen belang hebben bij hetgeen zij in hun mutaties als door hen waargenomen vermelden. Verweerder heeft dan ook op juiste gronden geweigerd de gegevens te rectificeren of te wijzigen op grond van artikel 28, eerste lid, van de Wpg.
6. Gelet op artikel 28, tweede lid, van de Wpg komen gegevens alleen voor vernietiging in aanmerking als ze in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt of om te voldoen aan een wettelijke verplichting. Verweerder heeft uiteengezet dat de onder de registratie verwerkte informatie noodzakelijk is voor de dagelijkse politietaak, zoals neergelegd in artikel 8 van de Wpg, omdat in de registratie politiegegevens van derden zijn opgenomen. Deze informatie is – mede gezien het beperkte tijdsverloop tussen het doen van de melding en het indienen van het verwijderingsverzoek – voor de politie (nog) van belang, bijvoorbeeld om op te treden ter bescherming van eiseres en haar dochter indien in de toekomst een vergelijkbare melding plaatsvindt of voor het opbouwen van een dossier indien er met betrekking tot de ex-partner vergelijkbare meldingen worden gedaan. In hetgeen eiseres heeft aangevoerd ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat de in geding zijnde politiegegevens in strijd met een wettelijk voorschrift zijn verwerkt. Gelet op het voorgaande heeft verweerder op goede gronden geweigerd om de verwerkte politiegegevens te vernietigen.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Fransen, rechter, in aanwezigheid van mr. C. Cras, griffier. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 23 mei 2022.
De rechter en griffier zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Bijlage: wettelijk kader

Wet politiegegevens
Artikel 3
1. Politiegegevens worden slechts verwerkt voor zover dit noodzakelijk is voor de bij of krachtens deze wet geformuleerde doeleinden.
2. Politiegegevens worden slechts verwerkt voor zover dit behoorlijk en rechtmatig is, de gegevens rechtmatig zijn verkregen en de gegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn.
[…]
Artikel 8
1. Politiegegevens kunnen worden verwerkt met het oog op de uitvoering van de dagelijkse politietaak gedurende een periode van één jaar na de datum van de eerste verwerking.
[…]
6. De politiegegevens, die zijn verwerkt op grond van het eerste, tweede en derde lid, worden vernietigd zodra zij niet langer noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak en worden in ieder geval uiterlijk vijf jaar na de datum van de eerste verwerking verwijderd.
Artikel 28
1. De betrokkene heeft het recht op diens schriftelijke verzoek van de verwerkingsverantwoordelijke rectificatie van de hem betreffende onjuiste politiegegevens te verkrijgen en, rekening houdend met het doel van de verwerking, het recht om onvolledige politiegegevens te laten aanvullen, onder meer door middel van een aanvullende verklaring. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
2. De betrokkende heeft het recht op diens schriftelijke verzoek van de verwerkingsverantwoordelijke zonder onnodige vertraging vernietiging van de hem betreffende politiegegevens te verkrijgen indien de gegevens in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt of om te voldoen aan een wettelijke verplichting. In plaats van vernietiging draagt de verwerkingsverantwoordelijke zorg voor afscherming als:
a. de juistheid van de gegevens door de betrokkene wordt betwist en de juistheid of onjuistheid niet kan worden geverifieerd, in welk geval de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene informeert voordat de afscherming wordt opgeheven, of
b. de gegevens moeten worden bewaard als bewijsmateriaal.
[…]