ECLI:NL:RBROT:2022:4027

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
C/10/638119 / JE RK 22-1095
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 mei 2022 een machtiging tot gesloten jeugdhulp verleend voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die onder toezicht staat van de moeder, ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont die haar ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De minderjarige verblijft momenteel op een besloten groep van de Fjord, waar zij problematisch gedrag vertoont, waaronder automutilatie en suïcidepogingen. De kinderrechter heeft overwogen dat de zorgen over de minderjarige nog steeds groot zijn en dat er geen echte verbetering te zien is. De minderjarige heeft behoefte aan een plek waar zij onvoorwaardelijke ondersteuning kan krijgen, maar de huidige situatie bij de Fjord is onhoudbaar geworden. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor een periode van zes weken, met de mogelijkheid tot verdere evaluatie en samenwerking tussen de betrokken instellingen. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, om haar veiligheid en die van anderen te waarborgen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens : C/10/638119 / JE RK 22-1095
datum uitspraak: 16 mei 2022

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 11 mei 2022, met de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de instemmende verklaring d.d. 13 mei 2022 van de gekwalificeerde
gedragswetenschapper.
Op 16 mei 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de advocaat van de minderjarige [voornaam minderjarige] , mr. Y.L. Zandbergen,
- een tweetal vertegenwoordigers van de GI, mw. [naam persoon 1] en dhr. [naam persoon 2] .
Verder zijn als informanten opgeroepen en verschenen:
- mw. [naam persoon 3] , hoofdbehandelaar, manager zorg bij De Fjord,
- dhr. [naam persoon 4] , psychiater,
- dhr. [naam persoon 5] , directeur zorg Youz Rijnmond.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan mw. [naam persoon 6] , sociotherapeut bij de Fjord en aldaar begeleidster van [voornaam minderjarige] . Zij is ook als informant gehoord.
De moeder is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
De minderjarige [voornaam minderjarige] is voorafgaand aan de zitting, bijgestaan door haar advocaat mr. Y.L. Zandbergen, gehoord door de kinderrechter. Zij heeft de zitting verder niet bijgewoond, met instemming van haar advocaat, maar zij was wel aanwezig tijdens het uitspreken van de beslissing door de kinderrechter. De kinderrechter heeft hiertoe overwogen dat [voornaam minderjarige] vanuit haar problematiek bewust of onbewust ertoe kan komen om hetgeen ter zitting wordt besproken te gebruiken om haar behandeling te frustreren.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft op een besloten groep van de Fjord.
Bij beschikking van 6 maart 2020 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst op 31 maart 2022 tot 6 maart 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 31 maart 2022 ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot
6 maart 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 11 mei 2022 onderhavig spoedverzoek van de GI tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp vooralsnog afgewezen en de beslissing voor het overige verzochte aangehouden tot de zitting van heden.

Het aangehouden verzoek

De gecertificeerde instelling heeft een machtiging gesloten jeugdhulp verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van 1 week en aansluitend voor de duur van zes weken.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] kan niet langer blijven bij de Fjord omdat de Fjord haar ontslag heeft aangezegd. De Fjord heeft de GI op 9 mei 2022 meegedeeld dat zij per donderdag 12 mei 2022, later zelfs per woensdag 11 mei 2022, [voornaam minderjarige] niet meer zullen opnemen omdat er meerdere incidenten zijn geweest waarvoor zij twee officiële waarschuwingen heeft gekregen. Het beleid van de Fjord is dat patiënten altijd einde verblijf krijgen aangezegd na twee officiële waarschuwingen. De GI is het echter niet eens met de manier waarop het gelopen is.
[voornaam minderjarige] is begin 2022 na een intensief traject uiteindelijk geplaatst bij De Fjord. Haar vorige behandelplek was de gesloten instelling Schakenbosch. Haar behandelaars aldaar hebben aangegeven dat er gezocht moest gaan worden naar een andere oplossing, omdat haar verblijf in een gesloten instelling haar niet verder bracht. Hoewel er nog veelvuldig sprake was van incidenten, is er toch gezocht naar een ander soort instelling. [voornaam minderjarige] heeft een onvoorwaardelijke plek nodig, want ook daar zal zij zich gaan onttrekken aan haar behandeling en zal zij op zoek gaan naar afwijzing. Dat is uitgebreid besproken met de Fjord. [voornaam minderjarige] heeft een plek nodig waar twee jaar lang niets van haar verwacht gaat worden en de Fjord heeft toen aangegeven haar dit te kunnen bieden. Maar na korte tijd lijkt de Fjord daar op te zijn teuggekomen. De GI was er niet van op de hoogte dat [voornaam minderjarige] al zo snel officiële waarschuwingen had gekregen. Op het moment dat zij weet dat twee waarschuwingen einde verblijf betekent, zal zij zich daar naar gaan gedragen. Dat betekent een stuk veiligheid voor haar. De Fjord heeft de GI overvallen met hun beslissing en de GI zodoende gedwongen om een verzoek om een machtiging gesloten jeugdhulp voor [voornaam minderjarige] aan te vragen, omdat [voornaam minderjarige] anders op straat zou belanden. De GI ziet daarom geen andere mogelijkheid dan inderdaad deze machtiging voor haar aan te vragen. [voornaam minderjarige] is bekend met de inhoud van het verzoekschrift en dit heeft haar geraakt. Zij heeft het gevoel dat zij niet meer welkom is bij de Fjord. Het is noodzakelijk dat de Fjord het gesprek nog een keer met haar aan gaat.

Het standpunt van de Fjord

Mw. [naam persoon 3] : [voornaam minderjarige] verblijft sinds half februari 2022 op de besloten afdeling van De Fjord. Har verblijf en behandeling zijn erg problematisch gebleken. De Fjord is er op gericht om jongeren te behandelen door middel van het doorbreken van patronen en om een positieve motivatie teweeg te brengen bij de jongere. De behandeling is gemiddeld 1,5 tot 2 jaar en daarna gaat de jongere terug naar huis of stroomt door naar een andere setting. In het geval van [voornaam minderjarige] ontbreekt echter een perspectief en er was nog steeds geen motivatie. Voor [voornaam minderjarige] golden een aantal bijzondere afspraken toen zij binnenkwam, een ‘special treatment’, zoals één op één begeleiding en het niet meedoen aan de gewone dagstructuur. Die zijn eraf gegaan, omdat zij het ook later zonder bijzondere behandeling moet gaan redden in de maatschappij. De incidenten namen sindsdien echter toe. De situatie was onhoudbaar geworden, waarbij zij bijna dagelijks van het spoor of van een brug gehaald moest worden. De Fjord werd daarop aangesproken door de hulpdiensten. Daarbij waren er ook binnen in de Fjord fysieke incidenten. Bij de vorm van agressie en bedreigingen die [voornaam minderjarige] vertoont, trekt de Fjord de grens. De Fjord moet consequent zijn en aangeven dat dit gedrag niet getolereerd wordt. De Fjord is een open setting en een balans vinden met [voornaam minderjarige] was niet meer haalbaar.
Dhr. [naam persoon 5] : De Fjord is gespecialiseerd in de behandeling van jongeren met een complexe problematiek zoals die van [voornaam minderjarige] . Daarin is [voornaam minderjarige] niet uniek. In 66% van de gevallen wordt vooruitgang geboekt, Daarbij kan er sprake zijn van – soms meerdere – wisseling van accommodatie: van open naar gesloten en terug. Maar de behandeling bij de Fjord is geen tovermiddel. De jongere moet wel een begin van opening laten zien. Dat doen zij eigenlijk altijd, maar [voornaam minderjarige] niet. Maar om te zeggen dat dat nu juist de kern van de problematiek van [voornaam minderjarige] is, is een onjuiste stelling. Er zit namelijk altijd een kern van wilsbekwaamheid bij de jongere. Er zijn voorbeelden uit het verleden waarbij de behandelaren van de Fjord over een lange periode – wel 18 tot 24 maanden – outreachend betrokken zijn gebleven bij de behandeling totdat de situatie zodanig verbeterd was dat een open plaatsing gerealiseerd kon worden. Daar is in het geval van [voornaam minderjarige] niet veel tijd meer voor, want zij wordt over anderhalf jaar 18. De Fjord kan echter tot haar 21ste betrokken blijven.
Dhr. [naam persoon 4] : De Fjord wijst [voornaam minderjarige] helemaal niet af, zij is nog heel erg welkom, maar wij vinden dat deze stap gezien moet worden als een onderdeel van de behandeling, waarbij zij tussentijds naar een andere plek gaat. Door een tussentijdse verandering van plek, kan openheid geforceerd worden en betrokkenheid en motivatie bereikt worden bij de jongere. Zodra zij bij Schakenbosch laat zien dat zij zich aan de minimumeisen kan houden, dan is zij weer welkom bij de Fjord.
Mw. [naam persoon 6] : [voornaam minderjarige] heeft herhaaldelijk aangegeven dat zij terug naar Schakenbosch wil, omdat het daar vertrouwd voelt. Zij voelt zich nu niet gelukkig bij de Fjord en wij kunnen haar op die manier dan ook niet behandelen. [voornaam minderjarige] zegt dat ze de begeleiders op de Fjord niet vertrouwt en dat ze daarom niets los laat. Ze laat zelfs nog niets los aan haar persoonlijk begeleider die zij al drie maanden heeft. [voornaam minderjarige] is beledigend en bedreigend richting medewerkers. Ook emotioneel is het zwaar: de heftigheid van haar gedrag – ook richting haarzelf – heeft een grote impact op de medewerkers. Daardoor is de situatie dermate onveilig dat de Fjord haar wel moet ontslaan. Wanneer het spoedverzoek vorige week was toegewezen, dan had zij dat als een pure afwijzing ervaren. In de afgelopen dagen is er veel met [voornaam minderjarige] over gesproken. Zij begrijpt nu beter dat de situatie zo niet houdbaar is en dat zij haar gedrag moet veranderen. Het is daarom beter dat die beslissing nog even is aangehouden is. [voornaam minderjarige] wil nu een time-out bij Schakenbosch en daarna bij de Fjord laten zien dat zij het wel kan.

Het standpunt van [voornaam minderjarige]

Namens en door [voornaam minderjarige] is naar voren gebracht dat zij graag terug wil naar Schakenbosch en dat zij dus instemt met het verzoek. Waar [voornaam minderjarige] eerder nog kenbaar gemaakt heeft dat zij terug zou willen naar de Fjord, is zij er bij het gesprek met de kinderrechter van overtuigd dat men haar niet meer wil accepteren op de Fjord en dat zij daar dus niet kan terugkeren. Zij wil daarom terug naar Schakenbosch. In deze periode is het van belang dat [voornaam minderjarige] stabiliseert zonder de druk van behandeling. Deze terugplaatsing kan leiden tot het doorbreken van patronen, maar de toekomst zal dat moeten uitwijzen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De vraag die de kinderrechter moet beantwoorden, is of hier sprake van is.
De kinderrechter overweegt dat de zorgen over [voornaam minderjarige] nog onverminderd groot zijn en dat er geen echte verbetering te zien is. Daar waar zij op het ene vlak soms vooruit gaat, staat zij op andere vlakken stil of zet zij weer stappen achteruit. [voornaam minderjarige] sluit zich mentaal en fysiek af voor haar omgeving, terwijl zij overduidelijk veel behoefte heeft aan aandacht, bevestiging en erkenning. Een voorbeeld van mw. [naam persoon 6] over een schminksessie bevestigt dat beeld uit de rapportages. Maar [voornaam minderjarige] weet de momenten waarop zij die bevestiging en erkenning vindt en voelt, niet vast te houden. Sterker nog, zij zet alles in om deze weer kwijt te raken en lijkt afwijzing te willen forceren. Wanneer zij die afwijzing eenmaal weer ervaart, gaat zij onder in een negatief zelf- en wereldbeeld, waarbij zij extreme gedragsuitingen vertoont zoals automutilatie en suïcidepogingen. Hoewel bij die suïcidepogingen sterk getwijfeld kan worden aan een doorleefde wens om een einde te maken aan haar leven, moet er wel telkens worden ingegrepen vanwege hun dreigende aard. Meer recent richt zij zich met fysieke boosheid op haar begeleiders, wat tot het onderhavige verzoek heeft geleid.
Het gedrag dat [voornaam minderjarige] vertoont lijkt te zijn ontstaan vanuit trauma en hechting. [voornaam minderjarige] lijkt op zoek te zijn naar afwijzing en haar grensoverschrijdende en suïcidale gedrag lijkt een middel om de afwijzing te kunnen forceren. Sinds 17 februari 2022 verblijft [voornaam minderjarige] op Unit A van de Fjord. Zij verblijft daar op een besloten groep. Bij aanvang van de plaatsing bij de Fjord werd door de begeleiding gezien dat [voornaam minderjarige] steeds meer van zichzelf liet zien en dat zij ook hulpvragen bij de begeleiding neer kon leggen. Wel leek zij nog op zoek naar afwijzing en daarom de grenzen op te zoeken, maar dit past bij het gedrag dat zij al op Schakenbosch liet zien.
Hetgeen de informanten op zitting hebben verklaard over de huidige situatie, hoe deze tot stand is gekomen en waarom bepaalde beslissingen genomen zijn, heeft niet de gedachte bij de kinderrechter kunnen wegnemen dat de Fjord voorstelbare maar onjuiste keuzes heeft gemaakt ten aanzien van [voornaam minderjarige] , gelet op wat zij vooraf wisten over deze casus. Zoals de kinderrechter al in de beschikking van 11 mei 2022 heeft aangegeven kon het voor de Fjord geen verrassing zijn dat [voornaam minderjarige] dit soort gedrag vertoont. Sterker nog, dit is met zoveel woorden voorspeld door de oud-behandelaars en de Fjord heeft aangegeven daarmee te kunnen omgaan. Het was van groot belang dat [voornaam minderjarige] niet bevestigd zou worden in de negatieve cyclus van deviant gedrag en haar extreem lage zelfbeeld dat daarmee samenhangt.
De overplaatsing van [voornaam minderjarige] vanuit de geslotenheid van Schakenbosch naar de open setting van de Fjord is geen ondoordachte keuze geweest. Daar heeft de kinderrechter de betrokken partijen nadrukkelijk gevraagd over na te denken, want hij heeft het verzoek dat daarmee samenhing op de zitting van 22 februari 2022 niet onmiddellijk toegewezen maar aangehouden tot 31 maart 2022 om alle betrokkenen nogmaals de gelegenheid te geven goed na te denken over de vraag wat de slagingskans van deze overplaatsing en verdere behandeling zou zijn. Gelet op het beeld van de zorgen om [voornaam minderjarige] , moest voor haar dan ook duidelijk zijn dat haar plek het komende jaar niet zou gaan veranderen, zoals verwoord in de beschikking van 31 maart 2022. Het was van belang dat de Fjord zich niet zou terugtrekken, hoe moeilijk de situatie van [voornaam minderjarige] ook zou worden, want dan heeft [voornaam minderjarige] bewezen dat zij haar omgeving zodanig kan forceren dat daarmee haar negatieve beleving wordt bevestigd.
De kinderrechter memoreert daarbij dat er veelvuldig overleg is geweest tussen de GI, (oud)behandelaars van Schakenbosch en de Fjord. Het overleg van 27 maart 2022 is bijvoorbeeld veelvuldig aan de orde gekomen tijdens de behandelingen op zitting. Ook is van belang om erop te wijzen dat [voornaam minderjarige] al sinds 17 februari 2022 bij de Fjord verbleef en op het moment van de beslissing van de kinderrechter van 31 maart 2022 al anderhalve pagina van de vier pagina’s incidenten bij de Fjord hadden plaatsgevonden.
Tot zijn verbazing heeft de kinderrechter echter geconstateerd dat er al op 11 april 2022 aan [voornaam minderjarige] een eerste waarschuwing is gegeven vanwege bedreiging van een sociotherapeut. [voornaam minderjarige] is er toen ook van op de hoogte gesteld dat zij bij twee waarschuwingen de Fjord moest verlaten. Hoewel de kinderrechter het standpunt van de Fjord kan onderschrijven dat er paal en perk gesteld moeten worden aan het extreme gedrag van [voornaam minderjarige] en dat haar geleerd moet worden dat zij alleen in de samenleving kan functioneren als zij een bepaalde gedragsmatige ondergrens niet overschrijdt, lijkt uit het oog te zijn verloren dat deze waarschuwing door [voornaam minderjarige] zou kunnen worden gezien als de eerste afwijzing en een aansporing om nog verder op zoek te gaan naar de grenzen en afwijzing. Vanuit haar problematiek blijft zij op zoek naar bevestiging van haar interne vraag ‘wanneer sturen jullie mij weg’. [voornaam minderjarige] heeft ook bij herhaling uitgesproken dat dit haar doel is.
De zorgen over de incidenten rondom [voornaam minderjarige] zijn sindsdien toegenomen. De incidenten vinden bijna dagelijks plaats en veroorzaken ook maatschappelijke onrust, omdat de hulpdiensten ook bijna dagelijks moeten uitrukken om [voornaam minderjarige] voor ernstig leed te behoeden. Hoewel de informanten verklaard hebben dat de casus van [voornaam minderjarige] niet uniek is, erkennen de informanten anderzijds ook dat er in de afgelopen drie maanden geen noemenswaardige progressie lijkt te zijn gemaakt en dat de medewerkers zich fysiek en emotioneel zo onveilig voelen dat ontslag op dit moment de enige oplossing is. Het gedrag van [voornaam minderjarige] maakt op dit moment ingrepen en maatregelen noodzakelijk die niet meer passen bij de open setting van de Fjord en ook nadelig zijn voor [voornaam minderjarige] . Daarbij wordt ook onderkend dat een plek binnen de gesloten jeugdhulp [voornaam minderjarige] waarschijnlijk niet zal bieden wat zij nodig heeft, maar wellicht kan een time-out periode van zes weken binnen de gesloten jeugdhulp [voornaam minderjarige] meer inzicht geven en het patroon doorbreken.
De kinderrechter heeft er begrip voor dat de manier waarop de situatie zich heeft ontwikkeld, ertoe heeft geleid dat de Fjord zich onmachtig voelt, omdat de Fjord [voornaam minderjarige] niet lijkt te kunnen bieden wat zij nodig heeft. Maar de kinderrechter blijft erbij dat de manier waarop hiermee is omgegaan door [voornaam minderjarige] op een termijn van drie dagen ontslag aan te zeggen geen recht doet aan de verantwoordelijkheid die op de Fjord rustte. Had de kinderrechter vorige week het spoedverzoek toegewezen, dan had in de perceptie van [voornaam minderjarige] de definitieve afwijzing door de Fjord de boventoon gevoerd. Want wat er verder ook zij van meer algemene beschouwingen over de grondgedachten die de Fjord aan zijn zorg ten grondslag legt, in dit specifieke geval is er niet helder door de Fjord uitgesproken dat met deze beslissing ook wordt geprobeerd een bepaalde doorbraak te bewerkstelligen. Veel van de communicatie in de week van 9 mei 2022 is beschikbaar en maakt dat duidelijk. Sinds 11 mei 2022 is er tijd is geweest om gesprekken met haar te voeren, waarin haar verteld is dat zij welkom blijft bij de Fjord, zolang zij zich aan de minimum veiligheidseisen zal houden en zich minimaal zal inzetten voor een behandeling. Dat de daarmee geboden opening heel ingewikkeld is voor haar, is voorstelbaar. Maar de strekking is al vele malen meer in haar belang dan de aanvankelijke boodschap dat [voornaam minderjarige] zich door haar eigen gedrag wederom onmogelijk had gemaakt.
Helaas is het op dit moment niet mogelijk om voor [voornaam minderjarige] in een open instelling een plek te vinden die haar kan bieden wat zij voor haar problematiek nodig heeft, namelijk langdurige en onvoorwaardelijke beschikbaarheid zodat zij kan leren mensen te vertrouwen, terwijl tegelijkertijd haar veiligheid en die van de mensen om haar heen kan worden gewaarborgd. [voornaam minderjarige] zal de aankomende zes weken naar Schakenbosch gaan, maar de vraag is wat daarna het meest in haar belang is. Wellicht kunnen de GI, de Fjord en Schakenbosch in de aankomende periode samen een oplossing bedenken en zijn er in samenwerkingsverband mogelijkheden, waarbij [voornaam minderjarige] niet telkens van plek hoeft te veranderen.
De kinderrechter is van oordeel dat opname en verblijf in gesloten jeugdhulp noodzakelijk is en zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen en wel voor de periode van zes weken.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 16 mei 2022 tot uiterlijk
27 juni 2022 betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.A. van Soest als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 mei 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.