Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam],
1..De procedure
- de dagvaarding van 25 oktober 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie, met producties;
- het vonnis van 6 januari 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende akte wijziging van eis en overlegging producties in conventie, met producties;
- de ter zitting door [gedaagde] overgelegde productie 9;
- de akte houdende uitlating van Bode, met producties;
- de akte uitlating van [gedaagde];
- het e-mailbericht van Bode van 4 april 2022 (inhoudende dat zij geen antwoordakte zal nemen);
- de (antwoord)akte uitlating van [gedaagde].
2..De feiten
3..Het geschil in conventie en in reconventie
- [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 40.081,45 aan huurachterstand berekend tot en met oktober 2021, € 5.610,81 aan (boete)rente en € 6.853,84 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen de huur ten bedrage van € 6.276,25 per maand voor de maanden november en december 2021;
- [gedaagde] te veroordelen om aan haar ter zake van schadevergoeding te betalen € 6.276,25 per maand (nog te verhogen met eventuele indexeringen) vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag waarop Bode erin slaagt om het gehuurde onder gelijkluidende voorwaarden aan een derde te verhuren, echter ten hoogte tot en met 30 juni 2023, zijnde de expiratiedatum van de huurovereenkomst;
- [gedaagde] te veroordelen om aan Bode te betalen de overeengekomen (boete)rente over de openstaande bedragen vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- primair, voor recht te verklaren dat de huurovereenkomst per 1 november 2021 is beëindigd, althans ontbonden;
- subsidiair, voor recht te verklaren dat sprake is van een gebrek en dat [gedaagde] recht heeft op huurprijsvermindering;
- meer subsidiair, voor recht te verklaren dat sprake is van onvoorziene omstandigheden op grond waarvan volledige betaling van de huurprijs naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is;
- en in het geval het subsidiaire of meer subsidiaire wordt toegewezen de huurprijs te verminderen met een aan de vermindering van het huurgenot evenredig bedrag, zijnde 100% van de huurprijs, dan wel een in redelijkheid te bepalen percentage;
- primair, subsidiair en meer subsidiair, Bode te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten,
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.