In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldsaneringsregeling. Verzoeker heeft op 14 februari 2022 een verzoek ingediend om zijn schuldeiser, die weigerde in te stemmen met een aangeboden schuldregeling, te bevelen deze regeling te accepteren. De schuldeiser is niet verschenen op de zitting van 21 maart 2022. Verzoeker heeft elf schuldeisers met een totale vordering van € 96.589,94, en heeft een schuldregeling aangeboden die voorziet in een betaling van 1,79% aan de preferente en 0,89% aan de concurrente schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling is getoetst door een deskundige en dat verzoeker, die sinds 2018 een Participatiewet-uitkering ontvangt, niet in staat is om meer te betalen. De rechtbank oordeelt dat de belangen van verzoeker en de andere schuldeisers die instemden met de regeling zwaarder wegen dan die van de schuldeiser die weigerde. Het verzoek om de schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling is toegewezen, en de schuldeiser is veroordeeld in de kosten van de procedure. De rechtbank heeft ook bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers, en het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling is afgewezen.